Begrijpend lezen 13 mei

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet dit schilderij?
A
Het melkmeisje
B
Het meisje met de parel
C
Het meisje met de lange haren
D
Het meisje met blonde haren

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Link

Wie heeft het schilderij het meisje met de parel gemaakt?

Slide 4 - Open vraag

Lastige woorden

Slide 5 - Woordweb

Lees de inleiding. Wat wilde men met het onderzoek te weten komen?

Slide 6 - Open vraag

Lees de alinea: schilder in Delft. Wanneer werden de schilderijen van Vermeer beroemd?

Slide 7 - Open vraag

Lees de alinea: onder de loep. Waarom wilde het museum het schilderij laten onderzoeken?

Slide 8 - Open vraag

Lees de alinea: Groen gordijn en
wimpers. Welk deel van de onderzoeksvraag wordt in r. 21-26
beantwoord?

Slide 9 - Open vraag

Lees de alinea: Groen gordijn en wimpers. Welke opvallende ontdekkingen deed men tijdens het
onderzoek? Noem er minstens drie.

Slide 10 - Open vraag

Lees de alinea: Geposeerd. Wat blijft nog steeds een mysterie?

Slide 11 - Open vraag

Signaalwoorden geven verbanden aan 

Slide 12 - Tekstslide

. Lees r. 9-10. Aan het signaalwoord Toch kun je zien dat er een tegenstelling is.
Tussen welke twee dingen is er hier een tegenstelling?

Slide 13 - Open vraag

In r. 21 staat: Door het onderzoek kwam men meer te weten over de manier waarop
Vermeer schilderde. Wat voor verband geeft het signaalwoord Door hier aan?
A
Een reden of oorzaak
B
Een opsomming
C
Een tegenstelling
D
Een volgorde

Slide 14 - Quizvraag

In r. 21-26 wordt beschreven hoe Vermeer het schilderij maakte. Wat voor verband is
er hier tussen de zinnen?
A
Een reden of oorzaak
B
Een opsomming
C
Een tegenstelling
D
Een volgorde

Slide 15 - Quizvraag

Lees r. 30. Hoe ontdekte men dat het meisje wimpers had?

Slide 16 - Open vraag

Welk signaalwoord heeft je geholpen om het antwoord te vinden?

Slide 17 - Open vraag

Waarvan staat er een opsomming in het stukje van r. 32-34?
A
Van de kostbare stoffen die als ingrediënten van de verf zijn gebruikt
B
Van onderdelen die op het schilderij te zien zijn
C
Van redenen om bepaalde kleuren verf te gebruiken
D
Van voorbeelden waar de ingrediënten van de verf vandaan kwamen

Slide 18 - Quizvraag

Noem twee signaalwoorden die je kan vinden van r. 32-34.

Slide 19 - Open vraag

Wat ging er goed?

Slide 20 - Woordweb

Wat kan ik een volgende keer beter doen?

Slide 21 - Woordweb