7.4 Schuldig of onschuldig?

Schuldig of onschuldig
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schuldig of onschuldig

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
Actualiteit 
Instructie
Aan het werk.

Slide 2 - Tekstslide

5. Schuldig of onschuldig? 
Leerdoel: 
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier een rechtszaak werkt.

Slide 3 - Tekstslide

Eerlijk proces
  • Wanneer de officier van justitie besluit om jou te vervolgen, komt er een rechtszaak. De verdachte krijgt dan een dagvaarding.
  • Dagvaarding = Een oproep om voor de rechter te verschijnen. 
  • In de dagvaarding staat:  het feit waarvan je verdacht wordt. het tijdstip en de plaats waar de zitting plaatsvindt.

Slide 4 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke personen bij een rechtszaak
  • Bij een rechtszaak zijn de volgende personen aanwezig:
  • de verdachte, bijgestaan door een advocaat.
  • de officier van justitie die de verdachte aanklaagt.
  • de rechter die bepaalt of iemand schuldig is en of hij een straf krijgt. Rechters zijn in Nederland onafhankelijk en onpartijdig. Zij worden benoemd voor het leven!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De Rechtzaak 

1. 
De opening





De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte.

Slide 8 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=ten laste legging) voor.

Slide 9 - Tekstslide


3. 
Het verhoor van de verdachte


Eerst mag de verdachte zelf zijn verhaal doen en vervolgens  ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 10 - Tekstslide


4. 

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Hiervoor leggen getuigen een eed af. Getuigen mogen niet liegen en geen aannames doen. 

Slide 11 - Tekstslide


5. 

Officier van justitie.



De officier legt uit waarom hij de verdachte schuldig vindt en eist een bepaalde straf. Dit heet het requisitoir.

Slide 12 - Tekstslide

6. 
Het pleidooi

De advocaat mag de verdachte een laatste keer verdedigen. Hij kan nogmaals bijzondere omstandigheden aanhalen. Of wijzen op het feit dat de verdachte geen strafblad heeft. Dit heet het pleidooi.

Slide 13 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord.  Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier.  De verdachte kan bijvoorbeeld ook aangeven of hij/zij spijt heeft. 

Slide 14 - Tekstslide

8. 

De uitspraak


De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven.  Dit kan een gevangenisstraf zijn,  een voorwaardelijke straf of boete. 

Meestal is de uitspraak of het vonnis twee weken later. 

Slide 15 - Tekstslide

TBS
Als een verdachte een geestelijke afwijking heeft, kan de rechter beslissen om de verdachte verplicht op te laten nemen in een tbs-kliniek.

Hier wordt je behandeld voor je stoornis. 

 

Slide 16 - Tekstslide

TBS kan ook levenslang
T. Heinrichs
Langs zittende met TBS 
Kreeg 8 maand cel + TBS
Zit sinds 1961 vast
62 jaar onder behandeling

Nu 77 jaar oud

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Aan het werk.

Maken op blz 180 opdracht 1t/m 10
+ samenvatting 

Klaar?
Maak de begrippenlijst

Slide 19 - Tekstslide