Hoe verloopt een zwangerschap?

Hoe verloopt een zwangerschap?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe verloopt een zwangerschap?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen hoe een zwangerschap verloopt.

Slide 2 - Tekstslide

Leg het leerdoel uit aan de studenten.
Wat weet je al over de zwangerschap?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zwangerschap?
Een zwangerschap is de periode waarin een vrouw een kind draagt.

Slide 4 - Tekstslide

Geef een definitie van het onderwerp.
De bevruchting
De bevruchting vindt plaats wanneer een zaadcel een eicel bevrucht.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe de bevruchting verloopt.
De embryonale fase
In de embryonale fase ontwikkelt het embryo zich tot een foetus.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf de embryonale fase.
De foetale fase
Tijdens de foetale fase groeit de foetus en ontwikkelt deze zich verder.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf de foetale fase.
De geboorte
De geboorte vindt plaats wanneer de baby klaar is om geboren te worden.

Slide 8 - Tekstslide

Leg het proces van de geboorte uit.
De kraamperiode
De kraamperiode is de periode na de geboorte waarin de moeder en de baby herstellen en aan elkaar wennen.

Slide 9 - Tekstslide

Vertel iets over de kraamperiode.
Samenvatting
Een zwangerschap begint met de bevruchting, waarna het embryo en de foetus zich ontwikkelen. De geboorte vindt plaats wanneer de baby klaar is om geboren te worden, waarna de kraamperiode begint.

Slide 10 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.