Past simple, Present perfect & past continuous ( VV)

Doel: Ik kan de juiste tijdsvorm in een Engelse zin toepassen 
She drove  from Holland to England by car 
She has never  driven a car 
She was driving the car during a thunderstorm. 


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel: Ik kan de juiste tijdsvorm in een Engelse zin toepassen 
She drove  from Holland to England by car 
She has never  driven a car 
She was driving the car during a thunderstorm. 


Slide 1 - Tekstslide

        Past Simple



            
     
Regelmatige & onregelmatige WW  

She played tennis  last night                    She tried a new dress yesterday          Mum went to Spain in 2011                         Tim fell from his bike today 
            
Wanneer: als je zeker weet dat iets in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.   Tip: Vaak zie je een tijdsbepaling in de zin (yesterday, last) .


Slide 2 - Tekstslide

Past Simple:
2. We _______ David in town a few days ago.
A
seen
B
seed
C
did saw
D
saw

Slide 3 - Quizvraag

Past Simple:
5. The police __________to arrest me and ______ by my house last night.
A
planed, stoped,
B
planned, stopped
C

Slide 4 - Quizvraag

Present Perfect 
 I have lived here since 2003
She has just seen a robber!
The kids have not liked him for ages*

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer:
iets in het verleden begonnen en nu nog bezig is/ nog resultaat merkt

Signaalwoorden: Just, never, ever, always, lately, yet, before, for

praten over ervaringen*

Hoe: 
Have + has + voltooid deelwoord


Regelmatige werkwoord : ww+ed


onregelmatige werkwoord: lijst, rij 3*


* Blz. 175 t/m 177   

Slide 6 - Tekstslide

Present Perfect:
1. I _____________ my homework yet.
A
have finish
B
haven't finished

Slide 7 - Quizvraag

Past Simple or Present perfect:
1. We ________ this TV set since 1968, and it still works!
A
owned
B
have owned
C
has owned

Slide 8 - Quizvraag

Past Simple or Present perfect:
2. Junko ________ bacon in her life! She's a true vegetarian.
A
never ate
B
has never ate
C
has never eaten

Slide 9 - Quizvraag

Past Simple or Present perfect:
3. I ________ these boots to go hiking yesterday.
A
wore
B
has worn

Slide 10 - Quizvraag

Past continuous 

Verleden tijd in duurvorm
Gebruik je om te benadrukken dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was.


We were telling each other jokes.
You were texting him all day.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe vorm je Past cont.?
- 2 werkwoorden .



1e ww is was/were
was > I, he, she, it.
were > you, we, you, they.
Het 2e ww is het hele werkwoord + ing

You were texting him all day.
.




Slide 12 - Tekstslide

Past simple & past continuous

Je gebruikt beide tijden ook samen in één zin om aan te geven dat iets plotseling gebeurde toen iets anders al aan de gang was in het verleden.


I was taking a shower when the phone rang.

They were talking when I walked into the room.

Slide 13 - Tekstslide

Past simple or past continous
When the postman...(arrive), my father...(have) a shower.
A
was arriving/has
B
arrives/was having
C
arrived/had
D
arrived/was having

Slide 14 - Quizvraag

Past simple or past continous
Kayla...(do) the dishes when her mother...(come) home.
A
did/comes
B
were doing/came
C
was doing/comes
D
was doing/came

Slide 15 - Quizvraag

Maken: 4 Mavo

Afmaken: 28,29,41BCD
Maken: 46, 53,54,55,


Onregelmatige werkwoorden: 
Zie: Blz. 175 t/m 177

Past Simple:  Rij 2 
Have + has + Rij 3 

Slide 16 - Tekstslide

Maken: 4 Basis
Afmaken: 28, 29,41BCD
Maken: 45, 53,54,55,
Klaar: Kijk je werk na
Onregelmatige werkwoorden:

Past Simple: Rij 2
Have + has + Rij 3 

Slide 17 - Tekstslide

Wat ging goed met het oefenen?

Slide 18 - Open vraag

Wat kan ik extra oefenen?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link