Hoofdletters, leestekens en meer
1 / 39
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ben je klaar voor de toets?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Welke is juist?
A
mevrouw van Spelde
B
mevrouw Van Spelde
C
mevrouw J. Van Spelde
Slide 6 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Zonnenscherm
B
Zonnescherm
Slide 7 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Sinterklaas
B
Sinterklaasviering
Slide 8 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Meenemen: een fiets, een rugzak en een laptop.
B
Meenemen een fiets, een rugzak en een laptop.
C
Meenemen: een fiets een rugzak en een laptop.
D
Meenemen een fiets, een rugzak, en een laptop.
Slide 9 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Noord Brabant
B
Noord-Brabant
C
Noord brabant
D
Noord-brabant
Slide 10 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Ik werk op een MBO in Den Haag.
B
Ik werk op een MBO in Den-Haag.
C
Ik werk op een mbo in Den Haag.
D
Ik werk op een mbo in Den-Haag.
Slide 11 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Ik werk voor Roc Mondriaan.
B
Ik werk voor roc mondriaan.
C
Ik werk voor ROC Mondriaan.
Slide 12 - Quizvraag
Welke is juist?
A
De Engelse taal ontstond in de middeleeuwen.
B
De engelse taal ontstond in de Middeleeuwen.
C
De Engelse taal ontstond in de Middeleeuwen.
D
De engelse taal ontstond in de middeleeuwen.
Slide 13 - Quizvraag
Welke is juist?
A
De Zomervakantie komt eraan!
B
De zomervakantie komt eraan!
Slide 14 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Bied jouw excuses eens aan!
B
Biedt jouw excuses eens aan!
Slide 15 - Quizvraag
Welke is juist?
A
In het oosten van het land is het mooi weer.
B
In het Oosten van het land is het mooi weer.
Slide 16 - Quizvraag
Welke aanhef is juist?
A
Geachte meneer de vries,
B
Geachte meneer de Vries,
C
Geachte meneer De Vries,
D
Geachte meneer De Vries
Slide 17 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Ik zei: Ruim jouw kamer eens op.
B
Ik zei: Ruim jouw kamer eens op!
C
Ik zei ruim jouw kamer eens op.
D
Ik zei: "Ruim jouw kamer eens op!"
Slide 18 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Ik zei "Ruim jouw kamer eens op!"
B
Ik zei: "Ruim jouw kamer eens op"!
C
Ik zei: "Ruim jouw kamer eens op!"
D
Ik zei: Ruim jouw kamer eens op!
Slide 19 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Idee - Ideeën
B
Idee - Ideën
Slide 20 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Trofee - trofeeën
B
Trofee - trofeën
Slide 21 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Bacterie - bacterieën
B
Bacterie - bacteriën
Slide 22 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Moskee - moskeeën
B
Moskee - moskeën
Slide 23 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Kopie - kopieën
B
Kopie - kopiën
Slide 24 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Vriendedienst
B
Vriendendienst
Slide 25 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Kippehok
B
Kippenhok
Slide 26 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Zonnenscherm
B
Zonnescherm
Slide 27 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Hogenschool
B
Hogeschool
Slide 28 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Gevarenzone
B
Gevarezone
Slide 29 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Manenschijn
B
Maneschijn
Slide 30 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Auto-onderdelen-fabrikant
B
Autoonderdelen-fabrikant
C
Auto-onderdelenfabrikant
D
Autoonderdelenfabrikant
Slide 31 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Huis aan huisbladen
B
Huis- aan huisbladen
C
Huis-aan-huisbladen
Slide 32 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Stationsplein
B
Stationplein
Slide 33 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Zakepartner
B
Zakenpartner
Slide 34 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Hij ging eronderdoor.
B
Hij ging eronder door.
C
Hij ging er onder door.
D
Hij ging er onderdoor.
Slide 35 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Hij liep ertegen aan.
B
Hij liep ertegenaan.
C
Hij liep er tegen aan.
D
Hij liep er tegenaan.
Slide 36 - Quizvraag
Welke is juist?
A
Ik ben opzoek naar een elektromonteur.
B
Ik ben op zoek naar een elektromonteur.
C
Ik ben opzoek naar een elektro monteur.
D
Ik ben op zoek naar een elektro monteur.
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Ben je klaar voor de toets?
😒🙁😐🙂😃
