4.6 Wervelkolom mh1 bvj

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Stevigheid en beweging

• Herhaling 4.4 spieren en 4.5 gezond bewegen.
• Uitleg 4.6 de wervelkolom.

Doelen van de les, na afloop van de les:

  - Kun je de onderdelen van de wervelkolom benoemen die zorgen voor                           veerkracht en het opvangen van schokken,

  - Kun je beschrijven wat een goede lichaamshouding is,

  - Kun je de voordelen van een goede lichaamshouding noemen.

Leg uit wat een skeletspier is.

Geef van de volgende spieren aan of je ze bewust of onbewust gebruikt.

1.  Spieren waarmee je je arm buigt

2. Spieren in je maag

3. Hartspier

4. Spieren waarmee je je vingers buigt

5. Spieren in de huid

6. Spieren waarmee je een bal wegschopt

Bewust

onbewust

onbewust

onbewust

Bewust

Bewust

Wat is een antagonist?

1. Een spier met een tegengestelde werking
2. Een spier met dezelfde werking
3. De aanhechting tussen spier en bot
4. Een gewricht

Waardoor kan RSI ontstaan?

1. Door een nare val op je arm
2. Door een stoot, stomp of trap
3. Door lange tijd dezelfde beweging te maken
4. Door te zware inspanning

"Na het sporten doe je een aantal oefeningen om blessures te voorkomen."
Deze uitspraak hoort bij:

1. Warming-up
2. Rekken & strekken
3. Cooling-down

De wervelkolom 

• Heeft een dubbele-S-vorm
• De wervels zijn met elkaar verbonden door kraakbeen schijven: de tussenwervelschijven
• Samen zorgen deze eigenschappen voor veerkracht en het opvangen van schokken

Tussenwervelschijven

De tussenwervelschijven werken als schokbrekers en maken het buigen van de wervelkolom mogelijk. Deze schijven bestaan uit een geleiachtige kern die omgeven wordt door kraakbeen. Deze kern geeft de tussenwervelschijf veerkracht.

De wervelkolom werkt als schokdemper door:

1. Dubbele S-vorm
2. Tussenwervelschijven
3. Dubbele S-vorm en de tussenwervelschijven
4. Gewricht

'Gezonde houding'

Hoe je staat of zit, noem je je lichaamshouding. Je rug- en buikspieren zorgen ervoor dat je wervelkolom goed staat. Met een goede houding kan je voorkomen dat je rug- of nekpijn krijgt.

Bij een juiste lichaamshouding is je rug recht en heeft de wervelkolom een dubbele-S-vorm. Deze vorm is belangrijk bij bewegen, staan en zitten. De spieren die aan je de wervels vastzitten zorgen ervoor dat je wervelkolom deze juiste vorm heeft. 

Welke persoon heeft een goede lichaamshouding?

1. De eerste
2. De tweede
3. De vierde
4. De vijfde

Welke persoon heeft een goede zithouding?

1. De linker
2. De rechter

Een goede zithouding: rechtop zitten, knieën 90 graden gebogen

als je aan tafel zit: onderarmen op tafel, elleboog 90 graden gebogen

Waarom is een goede lichaamshouding belangrijk?

          Tillen

Ook bij tillen is een goede lichaamshouding belangrijk. Als je tilt moet je een rechte rug houden, dus je benen buigen. Houd dan het voorwerp dicht tegen je aan en je armen niet te hoog of te laag. Als je jaren lang een verkeerde houding gebruikt, verslijten en beschadigen de tussenwervelschijven omdat ze ongelijk belast worden. Daardoor krijg je last van je rug. 

Schermgebruik

Bij gebruik van mobiel of tablet is een goede lichaamshouding ook belangrijk. Houd je nek recht anders krijg je klachten. Als je op een bank zit kun je gebruik maken van een ondersteuning. Ook kan het helpen om op je buik te liggen.

Bij een goede lichaamshouding heeft de wervelkolom een dubbele
S-vorm.

1. Juist
2. Onjuist

Bij een juiste lichaamshouding heb je

1. Een rechte rug
2. Iets gebogen rug
3. De armen naast je lichaam
4. De voeten naast elkaar

Wie heeft een goede lichaamshouding?

1. A
2. B
3. C
4. D

Tillen doe je vooral met je ...?

1. Armspieren
2. Rugspieren
3. Beenspieren
4. Buikspieren

Welke tip klopt niet bij het tillen?

1. Gebruik je beenspieren bij het tillen
2. Houdt je rug recht bij het tillen
3. Til de last niet te dicht bij je lichaam
4. Gebruik waar mogelijk hulpmiddelen

Zelfstandig werken

• Maak van 4.6 opdrachten: 1 t/m 6
• Vragen? Stel ze aan mij of zet ze in de chat.
• huiswerkcijfer: opdrachten van 4.4 t/m 4.6 + lessonups gedaan. (Niet alles hoeft goed te zijn, wel nagekeken!)
  

Wie heeft de juiste houding?

1. Persoon 1
2. Persoon 2
3. Persoon 3
4. Niemand, je moet op een stoel met leuning zitten.