Constructies en bruggen klas 3: les 2 - versie 2

Profielen en krachten
  1. Ik herken verschillende profielen, krachten, constructievormen en soorten bruggen.  
  2. Ik maak een zo sterk, stevig en licht mogelijke brug.
  3. Ik kan beredeneren wat een/mijn brug sterk en stevig maakt.


Constructies 
Bruggen
  1. Quiz
  2. Opdracht: brug
Bespreken van de quiz en opdracht. 
.
Opdracht: brug
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Profielen en krachten
  1. Ik herken verschillende profielen, krachten, constructievormen en soorten bruggen.  
  2. Ik maak een zo sterk, stevig en licht mogelijke brug.
  3. Ik kan beredeneren wat een/mijn brug sterk en stevig maakt.


Constructies 
Bruggen
  1. Quiz
  2. Opdracht: brug
Bespreken van de quiz en opdracht. 
.
Opdracht: brug

Slide 1 - Tekstslide

Constructies
Naast profielen, kan je een bouwwerk nog sterker maken door de soort constructie die je gebruikt.

Bruggen hebben veel verschillende soorten constructies. 

Slide 2 - Tekstslide

De eerste brug
De eerste bruggen zijn ontstaan door de natuur. Dit waren omgevallen bomen of stenen die over/in het water lagen. 

Je kan dit de eerste liggerbrug noemen. 

Slide 3 - Tekstslide

Waarom kan een liggerbrug niet overal?

Slide 4 - Open vraag

0

Slide 5 - Video

Liggerbrug
  • Wordt ook wel plaat- of balkbrug genoemd. 
  • Een lange liggerbrug kan worden ondersteund met pijlers/pilaren.

Slide 6 - Tekstslide

Boogbrug
  • Het gewicht van/op de brug wordt opgevangen door de boogconstructie. 
  • Het gewicht (kracht/last) wordt via de boog naar de ondergrond gebracht.  

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Hangbrug
  • Het wegdek is met dunne kabels opgehangen aan een dikke kabel. 
  • De dikke kabel is tussen twee pilaren (pylonen) opgehangen.   

Slide 9 - Tekstslide

Vakwerkbrug
  • Sterk door driehoeken

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Tuibrug
  • De kabels (tuien) zijn vanaf de pilaar (pyloon) rechtstreeks aan het wegdek bevestigd.

Slide 12 - Tekstslide

Test je kennis in de quiz

Slide 13 - Tekstslide

Juist of onjuist?

'Een liggerbrug kun je vergelijken met een boomstam over een sloot.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 17 - Quizvraag

Maak de zin af:

Een boogbrug is sterk door..

Slide 18 - Open vraag

Wat is waar?
A
Er is geen verschil tussen een tuibrug en een hangbrug.
B
Bij een tuibrug hangt het wegdek met kabels rechtstreeks aan de pilaren.
C
Bij een hangbrug hangt het wegdek rechtstreeks aan de pilaren.
D
Bij een hangbrug hangt het wegdek met dunne kabels aan een dikke kabel. Deze kabel is tussen 2 pilaren gespannen.

Slide 19 - Quizvraag

Welke vorm is sterker?
A
Vierkant
B
Driehoek

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn profielen?

Slide 21 - Open vraag

Wat is een hoekprofiel?
A
B
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Maak een zo sterk, stevig en licht mogelijke brug. 


Slide 23 - Tekstslide

De eisen: 
  • Maak de brug van: satéstokjes, spaghetti, A4 papier, tandenstokers, rietjes of ijslolliestokjes.  
  • Gebruik voor de verbindingen: lijm, plakband en/of touw. Gebruik zo weinig mogelijk hiervan. 
  • De brug mag max. 300 gram wegen.
  • De brug moet min. 30 cm overbruggen.
  • De brug moet min. 1 schoen kunnen houden. 

Slide 24 - Tekstslide

  1. Bedenk wat voor brug je gaat maken en welke constructie je hiervoor gebruikt.
  2. Maak een schets van de brug.
  3. Kies een materiaal.  
  4. Maak de brug.
  5. Test de brug met een schoen. 
  6. Maak een instructiefilmpje. (zie uitleg op de volgende slide)

Slide 25 - Tekstslide

Instructiefilmpje: 
Laat in het filmpje de brug en de verbindingen duidelijk zien.
 
Leg daarin het volgende uit:  
  • Hoe je de brug hebt gemaakt.
  • Welke soort brug je hebt gemaakt.
  • Vertel wat de brug sterk en stevig maakt. Welke constructie en/of profielen heb je gebruikt?  
  • Welke problemen je bent tegengekomen en hoe je dit hebt opgelost.

Slide 26 - Tekstslide

Inleveren
Mail het filmpje uiterlijk maandag 1 juni naar: 
  • fgreidanus@bbonderwijs.nl 

Of je kan een verborgen filmpje op YouTube  zetten. Mail dan de link  van het filmpje naar de docent. Zie voor uitleg: 

Slide 27 - Tekstslide

Profielen en krachten
  1. Ik herken verschillende profielen, krachten, constructievormen en soorten bruggen.  
  2. Ik maak een zo sterk, stevig en licht mogelijke brug.
  3. Ik kan beredeneren wat een/mijn brug sterk en stevig maakt.


Constructies
Bruggen
  1. Quiz
  2. Opdracht: brug
Bespreken van de quiz en opdracht. 
.
Opdracht: brug

Slide 28 - Tekstslide