BSR 10/5 2t Grammatica ZD §4 samengestelde zinnen

Kijk je huiswerk na in tweetallen.
Lees de theorie op blz. 204.
Maak de startvraag.

§4: Samengestelde zinnen

Voordat we beginnen:
GRAMMATICA
ZINSDELEN
timer
5:00
Maak van onderstaande twee zinnen één lange zin.

Het gaat morgen regenen.
De sportdag is uitgesteld.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kijk je huiswerk na in tweetallen.
Lees de theorie op blz. 204.
Maak de startvraag.

§4: Samengestelde zinnen

Voordat we beginnen:
GRAMMATICA
ZINSDELEN
timer
5:00
Maak van onderstaande twee zinnen één lange zin.

Het gaat morgen regenen.
De sportdag is uitgesteld.

Slide 1 - Tekstslide

  • Je weet hoe je in een zin de persoonsvorm, het onderwerp,
    het 
    werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp kunt vinden.
  • Je kunt enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les gaan we:

  • Terugblikken op de herhaling van leerjaar 1 (vorige les);
  • de uitleg behandelen van
    paragraaf 4 (en hierbij aantekeningen maken);
  • de opdrachten van paragraaf 4: samengestelde zinnen maken.
  • gezamenlijk afronden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vul hier jouw uitwerking van de startopdracht in.

Slide 5 - Open vraag

In 'The Legend of Zelda' speelt het personage Link de hoofdrol.
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Onderwerp
Ander zinsdeel
In 'The legend of Zelda'
de hoofdrol
het personage Link
speelt

Slide 6 - Sleepvraag

Deze zwart-wit foto laat heel duidelijk de historische voetstap op de maan zien.
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Onderwerp
Ander zinsdeel
Deze zwart-wit foto
de historische voetstap op de maan
heel duidelijk
laat zien

Slide 7 - Sleepvraag

Het American Hotel aan het Leidseplein in Amsterdam gooit het roer om met de nieuwe naam Hard Rock Hotel.
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Onderwerp
Ander zinsdeel
gooit om
Het American Hotel aan het Leidseplein in Amsterdam
het roer
met de nieuwe naam Hard Rock hotel

Slide 8 - Sleepvraag

Noteer van de volgende twee zinnen de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp (als het er is). Let op: niet elke zin bevat ieder zinsdeel.
1. Ilse bakt ieder weekend een appeltaart.
PV =                                                          OW = 
WG =                                                            LV=
2. Ik heb gisteren een nieuwe fiets gekregen. 
PV=                                                       OW=
WG=                                                          LV=
Twee zinnen ontleden
timer
4:00

Slide 9 - Tekstslide

§4 Samengestelde zinnen
blz. 204-205

Slide 10 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
  • In teksten kunnen enkelvoudige en samengestelde zinnen staan. Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm. Als je twee enkelvoudige zinnen aan elkaar plakt, krijg je een samengestelde zin. Een samengestelde zin heeft twee persoonsvormen.

Slide 11 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Enkelvoudige zinnen
Samengestelde zinnen
Hakan kiest de muziek uit.
Britt maakt de hapjes.
Hakan kiest de muziek en Britt maakt de hapjes.
Ik fluit een liedje.
Ik fiets naar school.
Ik fluit een liedje, terwijl ik naar school fiets.
Het gaat morgen regenen.
De sportdag is uitgesteld.
Omdat het morgen gaat regenen, is de sportdag is uitgesteld.
In een samengestelde zin staat ook een voegwoord: een woord waarmee je de zinnen aan elkaar plakt. Voegwoorden zijn bijvoorbeeld: en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus. Vaak staat het voegwoord tussen de twee zinnen, maar het kan ook vooraan staan. Een voegwoord geeft een verband aan.

Slide 12 - Tekstslide

Zware stormen krijgen van weerdienst KNMI een naam, zodat mensen de storm serieus nemen.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 13 - Quizvraag

Eerst bezoeken we het Rijksmuseum en daarna gaan we naar het strand.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 14 - Quizvraag

Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Mijn moeder vroeg of ik mijn huiswerk al gemaakt had.

Slide 15 - Sleepvraag

Samengestelde zin
Enkelvoudige zin
Vandaag leer ik over samengestelde zinnen.
Ik ga naar school, omdat ik slim wil worden.
Ik kan een moeilijke en lange samengestelde zin herkennen.
Deze stof vind ik makkelijk en ik hoef niet veel te leren.

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk
Wat?
Cursus 5.4 Samengestelde zinnen.
Opdracht 1 t/m 4.
In je (online) boek.
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in stilte.
Hulp
De 4 B's.
Tijd
Timer.
Klaar?
Werk alvast verder aan paragraaf 
5.6 Meewerkend voorwerp.
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

  • Je weet hoe je in een zin de persoonsvorm, het onderwerp,
    het 
    werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp kunt vinden.
  • Je kunt enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.
Lesdoelen

Slide 19 - Tekstslide

Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn.
enkelvoudig
een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm. Er kunnen wel meer werkwoorden zijn. Deze werkwoorden zijn samen onderdeel van het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk)
EV
samengesteld
een samengestelde zin heeft twee (of meer) persoonsvormen.
Verander de zin van tijd om te zien wat de persoonsvormen zijn.

SG
enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Tijdens de voetbalwedstrijd mogen de supporters niets drinken op de tribune.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
De uitblinkende middenvelder wilde nog niet zeggen of hij nog een jaar blijft.
De supporters hopen dat hij besluit nog een jaar bij hun club blijft.
Hij heeft het enorm naar zijn zin, maar een avontuur is ook interessant.
De trainer blijft nog een seizoen of hij gaat toch met pensioen.

Slide 20 - Sleepvraag