Klas 3 - §3.3- Massaverhoudingen en overmaat - LHE

Vandaag: 4.4
( Eerst 3.3 massaverhoudingen)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag: 4.4
( Eerst 3.3 massaverhoudingen)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 3.3 en 4.4
  • Je kunt rekenen met de wet van Behoud van Massa

  • Je kunt rekenen met massaverhouding aan de hand van verhoudingstabellen.

  • Je kunt uitleggen wat een overmaat en een ondermaat is.

  • Je kunt rekenen aan reacties waarbij een beginstof in overmaat aanwezig is.


Slide 2 - Tekstslide

Wet van behoud van massa

wet van behoud van massa: de totale massa van alle 
beginstoffen is gelijk aan die van de reactieproducten.
Deze wet noem je ook de Wet van Lavoisier
2H2+O22H2O

Slide 3 - Tekstslide

Wet van Behoud van Massa
Bij de verbranding van koolstof:
C + O2          CO2

Wanneer 12,01 gram koolstof met 32,0 gram zuurstof reageert, dan  gaan beide stoffen volledig op. 

Hoeveel gram koolstofdioxide ontstaat er bij deze reactie?

Slide 4 - Tekstslide

Wet van Behoud van Massa
Er geldt een wet van behoud van massa.

Vóór de pijl heb ik 44,01 gram

Ná de pijl heb ik dus ook 44,01 gram stof.
Er ontstaat 44,01 gram CO2

Slide 5 - Tekstslide

Wet van Behoud van Massa
De ontleding van kwik oxide:

2 Hg2O         4 Hg + O2

Ik laat 100 gram kwikoxide ontleden. Er ontstaat 7 gram zuurstof. 

Hoeveel gram kwik ontstaat er?

Slide 6 - Tekstslide

Massaverhouding
Wanneer 93 gram kwik vrijkomt, dan 
komt er ook 7 gram zuurstof vrij.....

Dan is de massaverhouding kwik : zuurstof
gelijk aan   93 : 7

 Massaverhouding: verhouding waarin stoffen reageren in de reactie 
Bijvoorbeeld      kwik en zuurstof reageren in verhouding 93:7 
Voor elke 93 gram kwik die ontstaat, ontstaat er 7 gram zuurstof

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
2 Hg2O --> 4 Hg + O2
kwik en zuurstof ontstaan in de massaverhouding 93:7 

a. Bereken hoeveel gram zuurstof ontstaat, wanneer er 265 g kwik ontstaat.
b. Bereken hoeveel kwikoxide hiervoor nodig was. 

Slide 8 - Tekstslide

Oefenopgave 
Je kunt water maken door waterstof en zuurstof met elkaar te reageren:
2 H2 + O2 --> 2 H2O
Bij deze reactie reageren waterstof en zuurstof in de verhouding 4 : 32
Je laat bij deze reactie 83 gram waterstof reageren.

a. Bereken hoeveel gram zuurstof hiervoor nodig is.
b. Bereken hoeveel gram water je kunt maken. 

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

4.4 Overmaat en ondermaat
2 H2 + O2 --> 2 H2O

Een reactie stopt zodra één van de beginstoffen op is. 
Meng je de stoffen precies in de massaverhouding? Dan gaat het goed.

Zo niet.... dan blijft één van de beginstoffen over.

Slide 10 - Tekstslide

Overmaat
Dan noem je die stof een overmaat.

overmaat: beginstof die overblijft na een chemische reactie

De andere beginstof is dan automatisch:....

ondermaat: beginstof die volledig weg reageert bij een chemische reactie.

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg met een voorbeeld
Voorbeeld 1:
Aanschouw de reactie met verhouding:
3 H2 + N2 --> 2 NH3
   6      :  28      :      34

Ik reageer 80 g waterstof met 310 g stikstof.
Welke stof is in overmaat?

Slide 12 - Tekstslide

Rekenen aan ondermaat en overmaat

Belangrijk: bij het doorrekenen van de reactie is de ondermaat altijd je uitgangspunt. Want wanneer die stof volledig is gereageerd, stopt de reactie.

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg met een voorbeeld
Voorbeeld 1:
Aanschouw de reactie met verhouding:
3 H2 + N2 --> 2 NH3
   6      :  28      :      34

Ik reageer 80 g waterstof met 310 g stikstof.
Welke stof is in overmaat? Waterstof
Hoeveel ammoniak kan ik dan maximaal maken?

Slide 14 - Tekstslide

Nu zelf aan de slag
Opgave: Les opgave 1 (blaadje)

Eerder klaar? Maak dan alvast opgave 2 (iets moeilijker)
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerkopgaven 4.4 
3H: 
35, 36, 38 t/m 41

3V:
34 t/m 37, 39, 40

Slide 16 - Tekstslide