Proef 1: verband tussen temperatuur en toegevoegde warmte
1. vul de calorimeter met water.
2. Laat met de robot de thermometer in de calorimeter zakken. Zorg ervoor dat de opening waarlangs de thermometer in het water zakt, volledig is afgedenkt. Dit om warmteverlies tegen te gaan.
3. Er zal geen constante druk zijn in de calorimeter. Dat is jammer -> bij de foute-analyse aanhalen
4. Kijk op de calorimeter welk vermogen deze aankan (volt en ampère). Stem de stroombron hierop af.
5. Noteer de gebruikt Volt en Ampère.
6. Start het programma. De metingen van de tijd en temperatuur starten.
7. Stop het meten wanneer de temperatuur een waarde heeft bereikt van … °C
8. Bereken de toegevoegde warmte per tijdseenheid. Bepaal hiervoor een zinvol tijdsinterval.