Stappen muurkrant

Stappen muurkrant
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Stappen muurkrant

Slide 1 - Tekstslide

Stap 1
• Titel van het boek
• Schrijver
• Je eigen naam en klas (klein)
• Minimaal 1 foto van schrijver of boek

Slide 2 - Tekstslide

Stap 2
• Is het fictie of non-fictie?
• Fictie: Is het realistisch of fantasie?
• Geef minimaal twee voorbeelden in volledige zinnen.

Slide 3 - Tekstslide

Stap 3
• Stel je hoofdperso(o)n(en) voor.
• Minimaal 4 volledige zinnen.
• Een tekening of foto van deze persoon.
• Welke bijfiguren komen in het boek voor? Alleen de namen noemen is genoeg.

Slide 4 - Tekstslide

tips stap 4
  • Het onderwerp is datgene waar het verhaal over gaat, bijvoorbeeld: voetbal, pesten of vriendschap.
  • Genre: Bij welk thema staat dit boek in de mediatheek/bibliotheek?
  • Plak het pictogram erbij. (liggen klaar in de klas)

Slide 5 - Tekstslide

Stap 5
Plaats. Waar speelt het verhaal zich af? (1 volledige zin)
Tijd. Wanneer speelt het verhaal zich af? (1 volledige zin)
Sfeer. Omschrijf de sfeer in je boek. (1 volledige zin)


Slide 6 - Tekstslide

Stap 6
Perspectief. In welk perspectief is het boek geschreven en geef een voorbeeld of leg uit? Schrijf op in minimaal 2 volledige zinnen.
Inleven/meeleven.
Leef je in en leef mee met de hoofdpersoon.
Schrijf op in minimaal 3 volledige zinnen.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 7
• Je legt uit of het verhaal chronologisch is in minimaal 2 volledige zinnen. 

Slide 8 - Tekstslide

Stap 8
• Beschrijf de belangrijkste gebeurtenis uit het boek.
• Minimaal 3 volledige zinnen.
• Maak er een tekening bij.

Slide 9 - Tekstslide

Stap 9
• De woorden zijn goed gespeld.
• Je hebt op juiste plaatsen hoofdletters en leestekens gebruikt.



Klas 1 BK cursus 6 formuleren

Slide 10 - Tekstslide

Stap 10
• Je muurkrant ziet er netjes en verzorgd uit.
• Je levert je muurkrant op tijd in. 

Slide 11 - Tekstslide