Woordenschat h1 havo 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lezen en woordenschat

Leerdoelen

Aan het einde van deze les

• heb ik geoefend met alinea's het onderwerp van een tekst bepalen (lezen)heb ik geoefend met lezen (lezen)
• kan ik alinea's in een tekst herkennen (lezen)
• Kan ik benoemen wat een synoniem is (woordenschat/woordraadstrategieën)
• Heb ik geoefend met het toepassen van synoniemen (woordenschat/woordraadstrategieën)

Lesplanning

• Terugblik vorige les
  
• Voorlezen (twee/drie leerlingen, iedereen moet een keer)
  
• Wat weet je al?
  
• Instructie
  
• Quiz
  
• Werken
  
• Afsluiten
  

Schrijf drie dingen op
die je van
de vorige les
onthouden hebt.

Voorlezen

Read2me

Voorleeswedstrijd

Iedereen moet voorgelezen hebben 

De beste gaan door 

Je hebt geen woordenboek.
Hoe kun je de betekenis
van een moeilijk woord
achterhalen?

Onderwerp bepalen

• Geeft aan waar de tekst over gaat.

• Je kunt het vaak met één of enkele woorden zeggen.

Om het onderwerp van de tekst te kunnen vinden, hoef je niet helemaal de tekst te lezen. Kijk naar:

• De titel
  
• Illustraties bij de tekst
  
• Tussenkopjes
  
• Andere opvallende delen
  
• (bron bekijken)
• De eerste alinea (vaak dik gedrukt of in een ander lettertype)
  
• Je vraagt jezelf af: waar gaat deze tekst over?

Korte herhaling 

Oriënterend lezen om het onderwerp te bepalen.

Leesplan

woordraadstrategieën

Zoek een synoniem

Zoek een omschrijving/ definitie

Zoek een voorbeeld

Zoek een tegenstelling

Zoek een bekend woorddeel

Bekijk de afbeelding

Wat is een synoniem, denk je?

Synoniem

• Synoniemen zijn woorden met (bijna) dezelfde betekenis.
  
• Andere woorden met (bijna) dezelfde betekenis.
  

Voorbeelden:

fiets - rijwiel

praten - spreken

ambacht - beroep

duidelijk - helder

schrijver – auteur

Manier van uitdrukken waarbij
een beeld duidelijk maakt wat je wilt zeggen.

1. alliteratie
2. attribuut
3. beeldspraak
4. klassieker

Vaak gezongen lied,
veelgelezen boek, etc.

1. attribuut
2. klassieker
3. parallellogram
4. pictogram

Rijm waarbij de beginmedeklinkers
van woorden of lettergrepen
hetzelfde zijn.

1. alliteratie
2. attribuut
3. parallellogram
4. klassieker

Vierhoek waarvan de overstaande zijden evenwijdig zijn

1. attribuut
2. parallellogram
3. pictogram

Voorwerp dat aan iets
of iemand wordt verbonden

1. attribuut
2. pictogram

Werken

Lezen, blz. 15/16:

• opdracht 4
  

Woordenschat, blz. 24:

• startopdracht
  
• opdracht 1
  

Niet af = huiswerk

Reflectie op leerdoelen

Heb ik mijn leerdoel bereikt?

• Ik heb geoefend met alinea's het onderwerp van een tekst bepalen (lezen)
• Ik heb geoefend met lezen (lezen)
• Ik kan alinea's in een tekst herkennen (lezen)
• Ik kan benoemen wat een synoniem is (woordenschat/woordraadstrategieën)
• Ik heb geoefend met het toepassen van synoniemen (woordenschat/woordraadstrategieën)

Schrijf drie dingen op
die je vandaag geleerd hebt.

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?