4BK 5.3 aandoeningen aan longen en luchtwegen

5.3 aandoeningen aan longen en luchtwegen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.3 aandoeningen aan longen en luchtwegen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les: 
Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij astma, bronchitis en longemfyseem

Je kunt omschrijven hoe stoffen in de lucht een allergische reactie kunnen veroorzaken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

longproblemen
astma
COPD
hooikoorts
allergie

Slide 4 - Tekstslide

ASTMA
astma
ontstoken bronchieën
erfelijk
gaat nooit over

Slide 5 - Tekstslide

Posters bekijken
- Diagnose COPD (GOLD indeling en Zorgstandaard COPD)
- Behandelingsmogelijkheden COPD
COPD
longen beschadigd (roken asbest chemische stoffen)
veel minder lucht
stopt niet wordt steeds erger
2 vormen 

Slide 6 - Tekstslide

COPD

  • Chronische bronchitis: Slijmvliezen zijn ontstoken en dikker.
  • Longemfyseem: De longblaasjes gaan stuk.
  • COPD is een verzamelnaam van deze 2 ziektes samen.
2 vormen van COPD

Slide 7 - Tekstslide

In tabaksrook zitten meer dan 4000 chemische stoffen, waarvan er zeker 40 kankerverwekkend.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Allergie

Slide 10 - Tekstslide

Hooikoorts

Slide 11 - Tekstslide

begrippen
astma
copd
(chronische) bronchitis
long emfyseem
hooikoorts (pollen)
allergische reactie

Slide 12 - Tekstslide

Bij neusademhaling komt er meer zuurstof binnen dan bij mondademhaling?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

De trilhaartjes hebben een functie in de wand van de luchtwegen, welke functie is dat?
A
De binnenstromende lucht keuren.
B
Ingeademde stofdeeltjes tegenhouden.
C
Slijm produceren.
D
Slijm verplaatsen naar de keelholte.

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer is het zuurstof gehalte in een longblaasje het hoogst?
A
Vlak na het inademen
B
Vlak voor het uitademen
C
Tijdens het uitademen

Slide 15 - Quizvraag

Welke gassen vormen samen 99% van de lucht?
A
Koolstofdioxide en Stikstof
B
Koolstofdioxide en zuurstof
C
Stikstof en zuurstof

Slide 16 - Quizvraag

In welke richting bewegen de ribben en het borstbeen bij een normale inademing?
A
Ribben en borstbeen omhoog en naar voren. Middenrif omhoog.
B
Ribben en borstbeen omhoog en naar voren. Middenrif omlaag.
C
Ribben en borstbeen omlaag en terug. Middenrif omhoog.
D
Ribben en borstbeen omlaag en terug. Middenrif omlaag.

Slide 17 - Quizvraag

Bij welke ademhaling gaat de buikwand naar voren?
A
Bij inademing door middel van middenrifademhaling
B
Bij inademing door middel van ribademhaling
C
Bij uitademing door middel van middenrifademhaling
D
Bij uitademing door middel van ribademhaling

Slide 18 - Quizvraag

Hoe wordt dit gedeelte van het ademhalingsstelsel genoemd?
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp
D
Strottenhoofd

Slide 19 - Quizvraag

Uitgeademde lucht bevat minder stikstof dan ingeademde lucht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Zuurstof is nodig voor
A
Vertering
B
Verbranding
C
Ademhaling

Slide 21 - Quizvraag