2.3 Gehaltes

2.3 Gehaltes
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 Gehaltes

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Blokschema check 
  • Start opdracht
  • Uitleg gehaltes
  • Bestuderen VB opgaven 6+7
  • Maken 24 t/m 27

Slide 2 - Tekstslide

Blokschema check
  • Pak je Binas, rekenmachine, pen en papier
  • Maak de volgende opdrachten individueel. 
  • Maak de opdracht voor zover mogelijk.
  • Heb je geen idee, vul dan een ? in.

Slide 3 - Tekstslide

Bereken hoeveel mol overeenkomt met 2,5 gram kaliumchloride (KCl).

Slide 4 - Open vraag

Bereken hoeveel gram overeenkomt met 1,0 L zwavelzuur (H2SO4).

Slide 5 - Open vraag

Bereken hoeveel moleculen aanwezig zijn in 5 gram water.

Slide 6 - Open vraag

Rekenen met het blokschema vind ik:
A
heel makkelijk
B
als ik het nog even goed bestudeer, gaat dit lukken.
C
vind ik wel lastig
D
snap ik helemaal niets van. Ik heb hier nog veel hulp bij nodig.

Slide 7 - Quizvraag

Een fles wijn van 750 mL bevat 100 mL pure alcohol. Bereken het volumepercentage alcohol in de wijn.

Slide 8 - Open vraag

Massa% en volume%
Massa% = (massa deel) / (massa totaal) * 100%
Volume% = (volume deel) / (volume totaal) * 100%

  • Soms moet je met de dichtheid rekenen om beide waarden naar volume/massa om te rekenen (zie VB 6+7)
  • Let op dezelfde eenheid boven en onder de breuk!

Slide 9 - Tekstslide

Gehaltes
  • Geeft aan hoeveel stof aanwezig is in een mengsel.
  • Kan in verschillende eenheden worden uitgedrukt: g/L of:
procent % (100e deel)
promille (0/00)= 1000e deel
ppm = 106e deel (parts per million = miljoenste)
ppb = 109e deel (parts per billion = miljardste)

Slide 10 - Tekstslide

Gehaltes
  • Altijd uitrekenen door: deel/geheel * factor
  • eenheid deel en geheel moet gelijk zijn
  • factor kan 100 (%), 1000 (promille), 106 of 109 zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
  • Bestuderen VB opgaven 6+7
  • Maken 24, 25, 27 (vraag 26 optioneel)

Slide 12 - Tekstslide