Trede 1 - Leesdoel en tekstdoel

Welkom 1Gb
Nederlands
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1Gb
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Leerdoelen opschrijven.
  • Herhaling leesstrategieën.
  • Uitleg tekstdoelen.
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Trede 1 
Leerdoelen


Schrijf de leerdoelen op in je logboek!
  • Leerdoel 1: je kunt je eigen leesautobiografie schrijven. Je leert hoe je een tekst opbouwd en welke leesontwikkeling je hebt doorgemaakt.
  • Leerdoel 2: je weet wat voor- en achtervoegsels zijn, zodat je ze goed kunt gebruiken bij het schrijven van teksten. (alleen stroom wit/blauw)
  • Leerdoel 3: je weet welk leesboek je gaat lezen.

Slide 3 - Tekstslide

Welk drie leesstrategieën zijn vorige les besproken?

Slide 4 - Open vraag


Leerpaden 



Leerlingen rood gaan naar de Portal - Nederlands onderbouw - Trede 1 - Lezen met een doel - Oefen met leesstrategieën + Beschrijf leesstrategieën. (na mijn uitleg laat je zien wat je hebt gedaan, maak dus schermafbeeldingen als je verder gaat).
Leerlingen wit/blauw doen mee met de uitleg en gaan daarna met andere opdrachten aan de slag.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je dat een schrijver met zijn tekst altijd een bedoeling heeft.

  • kun je de verschillende tekstdoelen benoemen en uitleggen.

  • kun je voorbeelden geven van teksten met een bepaald tekstdoel.

  • kun je het tekstdoel van een tekst herkennen.  

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een tekstdoel?

Slide 8 - Open vraag


Tekstdoelen (1)


  • Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.
  • Bijvoorbeeld uitleggen hoe je voor een konijn  moet zorgen.
  • Er zijn een aantal tekstdoelen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


Tekstdoelen (2)


  • In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft een schrijver maar 1 doel met zijn tekst.
  • Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?
  • Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde tekstdoel hoort een bepaalde tekstsoort.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Lees de tekst.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het
doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 15 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 16 - Open vraag

Lees de tekst.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 18 - Quizvraag

Wat kun je van deze informatie leren?

Slide 19 - Open vraag

Einddoel en periodedoel aanmaken

  1. Ga naar de portal.
  2. Kies voor het einddoel 'Nederlands onderbouw'.
  3. Maak voor Nederlands het periode doel 'Trede 11' aan. Kies het niveau waarop jij afgelopen jaar vooral hebt gewerkt voor Nederlands.

Slide 20 - Tekstslide


Leerpaden 



Leerlingen rood laten zien wat ze gedaan hebben en stellen eventueel vragen. (na mijn uitleg laat je zien wat je hebt gedaan, maak dus schermafbeeldingen als je verder gaat).
Leerlingen wit/blauw gaan naar de Portal - Nederlands onderbouw - Trede 1 - lezen met een doel - Kies het juiste tekstdoel + herkentekstdoelen + bepaal het tekstdoel

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Open vraag