230616_H1A_lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

WELKOM!

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel. Laptop dicht.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga even lezen.

dilemma op vrijdag

Je benT analfabeet.

Je hebt schubben over je hele lijf.

wat gaan we doen?

volgende keer en afsluiten

stof voor de toets

uitleg - rest blok 4

herhalen met vragen over de stof

tussendoor... dilemma op vrijdag

zelf werken

Lezen blok 3-5

> inleiding, middenstuk, slot

> alinea - kernzin - voorbeelden

> oriënterend, globaal, intensief/grondig lezen

> hoofdzaak - bijzaak

> hoofdgedachte

> feit - mening

> objectieve en subjectieve teksten

stof voor de toets

De schrijver vertelt waar de tekst over gaat.

Vaak wordt er een voorbeeld of een grappig verhaaltje opgeschreven

Per alinea wordt nieuwe informatie gegeven over het onderwerp.

De tekst wordt samengevat, er wordt een conclusie gegeven.
Hierin wordt geen nieuwe informatie meer gegeven.

Inleiding

Middenstuk

Slot

1. Duidelijk een kranten artikel

2. Over de (wijk)agent die er niet is en problemen (titel en tussenkopjes)

OL

De geïnterviewde wijkagent heeft geen tijd meer voor zijn eigen wijk. Agenten vinden dat jammer en er is al lang veel discussie over in de politiek. De oplossingen die zijn bedacht vinden de wijkagenten niet goed.

GL

Als je het intressant vindt en meer/verder wil lezen ga je intensief lezen.

IL

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?

Situatie 1: 

Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 

Situatie 2: 

Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.

Situatie 3: 

Je hebt morgen een toets over voor geschiedenis. Je leest de tekst in je geschiedenisboek.

Situatie 4:

Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoekt de website van het pretpark.

Orienterend lezen

Globaal lezen

Intensief lezen

Zoekend lezen

Kritisch lezen

Studerend lezen

Opdracht   (5 min)

1. Lees de tekst en probeer voor jezelf in een paar woorden op te schrijven waar deze over gaat.
2. Gebruik de leesstrategieën die jij daarbij handig vindt.
3. Vergelijk daarna met je buurman/-vrouw

dilemma op vrijdag

de elfde van de maand etc....

in de rij voor de kassa etc...

dilemma op vrijdag

je hebt altijd groen licht en wind mee

je kunt foto's maken met je ogen

dilemma op vrijdag

je kunt onder water ademen

overal waar je komt, mag jij de muziek bepalen

> hoofdgedachte

> hoofdzaken

> bijzaken

uitleg - rest blok 4

Dus het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat en de hoofdgedachte van een tekst is wat de schrijver van die tekst de lezer duidelijk probeert te maken over dat onderwerp.

Hoofdzaken en bijzaken

Hoe en waar vind je de hoofdzaken?

• Vaak in de eerste, de tweede en/of de laatste zin van een alinea.
• Daartussen staan vaak voorbeelden, toelichtingen of een verdere uitleg, dat zijn bijzaken.
  Denk aan de hamburger... 
  
  

Stel jezelf de volgende vragen:

1. Heb ik deze zin nodig om de tekst/de alinea goed te begrijpen?
2. Wat zegt deze zin over het (deel)onderwerp?

Let op: sommige alinea's bevatten geen hoofdzaken.

Hoofdzaken (structuur)

Hoofdzaken (structuur)

Bijzaken (vulling)

dilemma op vrijdag

bij elk zebrapad etc...

bij groen licht etc...

Wat ga je doen? verder met je taak in Numo - Lezen

Of: de les van woensdag afmaken (Lessonup)

Hoe: op je laptop.

Hoe lang: 30 minuten.

Vragen: stel ze aan mij.

Klaar: lezen.

zelf werken: opdrachten maken

dilemma op vrijdag

je bent met één druk op de knop thuis

iedereen lacht altijd heel hard om je grappen

> vragen stellen toets

> extra oefenen en uitleg

Fijn weekend!

volgende keer en afsluiten