Cisco Netwerk optimalisatie quiz

Cisco Netwerk optimalisatie quiz
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Cisco Netwerk optimalisatie quiz

Slide 1 - Tekstslide

Welke STP-rol blokkeert verkeer om loops te voorkomen?
A
Root Port
B
Designated Port
C
Blocking Port
D
Forwarding Port

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van OSPF
A
Gebruikt hop count als metric
B
Is een distance-vector protocol
C
Gebruikt cost als metric
D
Werkt alleen met IPv6

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een trunkpoort?
A
Een poort die alleen VLAN 1 doorlaat
B
Een poort die meerdere VLAN's kan transporteren
C
Een poort die alleen voor SSH wordt gebruikt
D
Een poort die alleen voor SSH wordt gebruikt

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen statische en dynamische routing?
A
Dynamische routing vereist geen configuratie
B
Statische routing is handmatig geconfigureerd
C
Statische routing gebruikt OSPF
D
Dynamische routing is trager

Slide 5 - Quizvraag

Welke routeringstabel heeft de hoogste prioriteit?
A
Dynamische routes
B
Direct verbonden netwerken
C
Statische routes
D
Default routes

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het doel van het Spanning Tree Protocol (STP)?
A
Verhogen van snelheid
B
Voorkomen van loops in het netwerk
C
Segmenteren van VLAN's
D
Routeren van verkeer

Slide 7 - Quizvraag

Waar wordt een access list meestal toegepast?
A
Alleen op switches
B
Alleen op routers
C
Op interfaces van routers of switches
D
Alleen op trunkpoorten

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een voordeel van PPP?
A
Ondersteunt alleen IPv6
B
Ondersteunt authenticatie via PAP/CHAP
C
Is alleen voor draadloze netwerken
D
Is een Layer 7-protocol

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het doel van VTP?
A
Verhogen van snelheid
B
Synchroniseren van VLAN-configuraties
C
Beveiligen van trunkpoorten
D
Routeren van VLAN-verkeer

Slide 10 - Quizvraag

In welke VTP-modus kan een switch VLAN's aanmaken?
A
Transparent
B
Server
C
Client
D
Passive

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het voordeel van SSH ten opzichte van Telnet
A
SSH is sneller
B
SSH is versleuteld
C
SSH gebruikt minder bandbreedte
D
SSH welrkt alleen lokaa

Slide 12 - Quizvraag

Op welke poort draait SSH standaard
A
22
B
21
C
23
D
80

Slide 13 - Quizvraag

Hoe stel je een routerinterface in als DHCP-client?
A
ip dhcp enable
B
ip address dhcp
C
interface dhcp
D
ip dhcp client

Slide 14 - Quizvraag

Welk commando toont de VTP-configuratie van een switch?
A
show vtp status
B
show vlan
C
show vtp mode
D
show vtp

Slide 15 - Quizvraag

Hoe voeg je een standaard access list toe die verkeer van een specifiek IP-adres blokkeert?
A
access-list 1 deny any
B
access-list 1 deny host 192.168.1.1
C
ip access-list deny 192.168.1.1
D
deny ip 192.168.1.1 any

Slide 16 - Quizvraag

Hoe maak je een VLAN aan in de CLI?
A
vlan create 10
B
vlan 10 gevolgd door name VLAN10
C
interface vlan 10
D
switchport vlan 10

Slide 17 - Quizvraag

Welk commando toont de routingtabel van een router?
A
show ip interface brief
B
show ip route
C
show running-config
D
show protocols

Slide 18 - Quizvraag

Hoe configureer je een trunkpoort op een switchinterface?
A
switchport mode access
B
switchport trunk encapsulation dot1q
C
switchport mode trunk
D
antwoord B en C

Slide 19 - Quizvraag

Hoe stel je een interface in op een specifiek VLAN?
A
interface vlan 10
B
switchport access vlan 10
C
vlan access 10
D
ip vlan 10

Slide 20 - Quizvraag