2.3 Wonen in de stad

2.3 Wonen in de stad
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

2.3 Wonen in de stad

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
  • Aantal begrippen: leefbaarheid, segregatie,  sociale ongelijkheid enz.
  • Verband tussen de verschillende begrippen
  • Relaties leggen tussen steden, dorpen en woonwijken 
  • Waarderen van woonwijken en woonomgeving 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video



Wie weet wat Leefbaarheid is?

Slide 5 - Tekstslide

Problemen in de stad
Woon je hier graag?

Slide 6 - Tekstslide

leefbaarheid



Zou je liever hier wonen?

Slide 7 - Tekstslide

Positief




Voorbeelden van positieve leefbaarheid in een stad?
Negatief




Voorbeelden van negatieve leefbaarheid in een stad?


|
|
|
|
|
|
|
|
|
|

Slide 8 - Tekstslide

Segregatie
 Segregatie: Mensen die dezelfde culturele achtergrond delen, leven bij elkaar maar leven gescheiden van andere culturen



Voorbeelden: Chinatown in Amsterdam, de Bijlmer in Amsterdam (Surinaams/Antilliaans/Ghanees), Nieuw West in Amsterdam (Marokkaans/Turks),  't Gooi

Slide 9 - Tekstslide

Mensen zoeken elkaar op
Mensen met een gedeelde culturele achtergrond zoeken elkaar op:
  • Taal of dialect
  • Religie
  • Etniciteit
  • Inkomen en sociale klasse
  • Waarden en normen


Slide 10 - Tekstslide

Wat bepaalt voor jullie leefbaarheid in je eigen woonwijk?

Slide 11 - Woordweb

Hoe wordt de leefbaarheid in een stad beter?
A
Meer afvalbakken plaatsen.
B
Meer parken in de stad
C
Leuke activiteiten organiseren.
D
A, B en C zijn allemaal juist.

Slide 12 - Quizvraag

Welke maatregel draagt bij aan een betere leefbaarheid?
A
uitbreiding van voorzieningen
B
opknappen van oude fabriekspanden
C
aanleg woonwijken op lege plekken in de stad
D
vernieuwen van een station

Slide 13 - Quizvraag

Ruimtelijke kwaliteit
De ruimtelijke kwaliteit bepaald de leefbaarheid = hoe prettig is het ergens wonen. 
Ruimtelijke kwaliteit wordt bepaald door: 
  1. woonkwaliteit - onderhoud van huizen, tuinen en parken
  2. voorzieningen 
  3. bereikbaarheid 
  4. veiligheid 
  5. sociale controle - participatie 

Slide 14 - Tekstslide

Aantrekkelijkheid van woonwijken
Als een woonwijk fijn is om in te wonen, is de leefbaarheid goed
Def.: Geschiktheid om ergens te wonen

De ruimtelijke kwaliteit (kwaliteit van de woonomgeving) is dan vaak goed
  ...maar soms is dit niet het geval

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video