8.2 Energie in ecosystemen

Energie in ecosystemen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Energie in ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Je leert hoe energie door een ecosysteem heen stroomt.


Termen
  • Autotroof
  • Heterotroof
  • Energiestroomschema
  • piramide van productiviteit
  • Bruto Primaire Produktie
  • Netto Primaire Productie
  • eutrofiëring/algenbloei

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Planten : Producenten
Planten leggen door fotosynthese energie uit zonlicht vast in chemische energie (energierijke organische stof) 
= Bruto primaire productie (BPP)

Planten gebruiken gevormde organische stof voor:
- Eigen brandstof: dissimilatie (D)
- Bouwstof: aanmaak van weefsel voor groei/ontwikkeling 
= Netto productie (NP = BPP-D)



1e productie organisch materiaal in voedselketen

Slide 5 - Tekstslide

BPP en NPP
Alle producenten in een ecosysteem:

Bruto primaire productie (BPP): De totale hoeveelheid energie die alle producenten vastleggen in hun organische stoffen (bijv. glucose).

Netto primaire productie (NPP): De hoeveelheid energie die alle producenten vastleggen in hun organische stoffen minus de energie die ze zelf gebruiken (via dissimilatie) voor levensprocessen. BPP – dissimilatie = NPP

Voedselconversie: Het omzetten van organische stoffen van het ene organisme naar het andere

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Energie in voedselketens

Slide 8 - Tekstslide

Trofische niveaus weergegeven in piramidevorm
  • Piramide van biomassa
    Biomassa is het drooggewicht van trofisch niveau 
    (dus de massa zonder water) > momentopname
  • Piramide van productiviteit
    Is het jaargemiddelde van de biomassa BINAS 93E2
  • Piramide van aantallen 
    Piramide van aantallen in elk trofisch niveau

Slide 9 - Tekstslide

Trofische 
P: Algen
C1: garnalen
C2: kleine vissen
C3: mensen 

Slide 10 - Tekstslide

Trofische 
De piramide van biomassa is een momentopname dus het kan zijn dat de biomassa van producenten heel laag is. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er weinig algen zijn (heel wisselende hoeveelheden). Piramide van productiviteit is biomassa gemiddeld over een jaar, dus gemiddeld gezien zijn er voldoende algen om de voedselketen in stand te houden

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Energiestroomschema


Slide 13 - Tekstslide

Een boom is een voorbeeld van een autotroof organisme, omdat..
A
Hij zuurstof maakt
B
Hij zichzelf voedt
C
Hij CO2 maakt
D
Hij anderen voedt

Slide 14 - Quizvraag

Voedselweb
Wie zijn de:
Producenten?
Reducenten?
Detrituseters?
Consument van de 2e orde?

Slide 15 - Tekstslide

Sleep de termen naar de juiste beschrijvingen toe:
Deze organismen zetten de organische stoffen in detritus om in anorganische stoffen
Deze organismen assimileren organische stoffen
Deze organismen doen aan voortgezette assimilatie. Ze nemen organische stoffen op uit hun omgeving
producenten
consumenten
reducenten

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Link

Onderdeel van maaibeheer is dat er besloten wordt wat er met het maaisel gebeurt.
Geef een ecologisch voordeel als er besloten wordt om na het maaien het maaisel te laten liggen in het natuurgebied.

Slide 18 - Open vraag

Biomassa
Piramide van biomassa
  • Deze piramide heeft altijd een piramidevorm
  • In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Slide 19 - Tekstslide

Biomassa is:
A
Gewicht van een organisme
B
Gewicht van een organisme minus water
C
Gewicht organisme minus water en mineralen
D
Gewicht organisme minus water mineralen en anorganische stoffen

Slide 20 - Quizvraag

biomassa per schakel in kg
piramide van biomassa

Slide 21 - Tekstslide

Verlies van energie
Bij een piramide van energie en biomassa zie je dat bij elke schakel omhoog er energie verloren gaat. Dit komt door de volgende processen:

- Dissimilatie: Elk trofisch niveau gebruikt organische stoffen voor de eigen dissimilatie, deze energie wordt verbruikt. 
- Niet alles wordt gegeten: Niet elk organisme uit een trofisch niveau wordt gegeten door het volgende trofisch niveau (deze gaan dood en naar reducenten
- Niet alles is verteerbaar: Organismen bestaan deels uit onverteerbare delen (deze onverteerbare resten gaan naar reducenten of fossiliseren)
- Organisch afval: Organismen scheiden organisch afval uit, bijv. uitwerpselen, afgevallen bladeren, huid, haar en veren, deze gaan naar de reducenten

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Welke van de onderstaande processen is geen voorbeeld van verlies aan biomassa/energie door de organisme bij een volgende trofisch niveau in de biomassa piramide?
A
dissimilatie
B
uitscheiding
C
dode materiaal
D
fotosynthese

Slide 25 - Quizvraag

De processen die zorgen voor verlies van energie worden weergegeven in een energiestroomschema. Van het voedsel dat binnekomt (I) blijft voor de volgende schakel in een voedselketen slechts de energie vastgelegd in weefsel (P) over. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Maak alle opdrachten van dit thema

Slide 29 - Tekstslide