2E 26/05

Present perfect
Doelen: 
  • Hoe maak ik een present perfect?

  • Wanneer gebruik ik de present perfect?

  • Signaalwoorden van de present perfect.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Present perfect
Doelen: 
  • Hoe maak ik een present perfect?

  • Wanneer gebruik ik de present perfect?

  • Signaalwoorden van de present perfect.

Slide 1 - Tekstslide

PRESENT PERFECT:
Welk werkwoord is ALTIJD aanwezig in de present perfect?
A
do of does
B
am of are
C
have of has
D
was of were

Slide 2 - Quizvraag

PRESENT PERFECT:
In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She had been working until late.
B
She have been working until late.
C
She has worked until late.
D
She has been working until late.

Slide 3 - Quizvraag

     The present perfect
Hoe maak je de present perfect?
De present perfect kun je op 2 manieren maken:

1. have / has + ww + ed
2. have / has + 3e rijtje onregelmatige werkwoorden.
Welke manier je moet gebruiken hangt af van het werkwoord.
vb. I have worked here since 2019.
      Bob has lost his wallet.

Slide 4 - Tekstslide

     The present perfect
Hoe maak je de present perfect?
Gebruik je have of has?






you
we 
you
they
have
have
have
have
have
she
he
it
has
has
has

Slide 5 - Tekstslide

     The present perfect
Hoe maak je de present perfect?
Bij regelmatige werkwoorden:

have / has + ww + ed

I have worked here since 2010.
    

Slide 6 - Tekstslide

     The present perfect
Er zijn ook signaalwoorden voor de present perfect:
FOR
YET
NEVER
EVER
JUST
ALREADY
SINCE



Slide 7 - Tekstslide

     The present perfect
Ezelsbruggetje: 
FOR
YET
NEVER
EVER
JUST
ALREADY
SINCE



Slide 8 - Tekstslide

Maak present perfect:
I ..... eaten an apple.
A
have
B
has

Slide 9 - Quizvraag

Maak present perfect:
Peter ......... told a joke.
A
have
B
has

Slide 10 - Quizvraag

Vul de present perfect in:
Martha..... her homework. (finish)

Slide 11 - Open vraag

Present Perfect:
5. I __________ a teacher since 2002.
A
was
B
have be
C
have been
D
had be

Slide 12 - Quizvraag

Maken:


afmaken paragraaf 5.5

Slide 13 - Tekstslide