KORTE FILM

• Culturele en kunstzinnige vorming
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wat is een korte film?

Kenmerken korte film

• Het is een audiovisueel product
• Duurt meestal niet langer dan 10 minuten
•  In weinig tijd verteld het een effectief verhaal 
• krachtige inhoud 
• persoonlijke stijl van de regisseur

Eerst uitleg over Film

Als je naar een film kijkt, let je meestal alleen op het verhaal, dat is het inhoudelijk gedeelte. Het verhaal moet aanspreken, spannend zijn en een mooi einde hebben. Als je uit de bioscoop loopt moet je een goed gevoel hebben over de film.

De kleine opdrachtjes die jullie door het jaar heen gedaan hebben, zijn vaardigheden die jullie kunnen toepassen bij de korte film. 

Film onderdelen

We kunnen 3 hoofdgroepen onderscheiden:

1. Beeld

2. Geluid 

3. Montage

BEELD

Datgene wat je ziet in de film, het beeld dus, wordt bepaald door:

 1. Art direction: Alles wat je in het beeld ziet dus decor, kostuums, of normale kleding, voorwerpen die je ziet.

 2. Cameravoering. De manier waarop het gefilmd is. 

BEELD Art direction

Door de art direction kun je bepalen waar en wanneer de film zich afspeelt en welke types de personages zijn.

De filmsets: waar speelt het verhaal zich af, welke locaties worden er gekozen? Dat kunnen bestaande locaties zijn, binnen of buiten, maar er kunnen ook virtuele locaties gekozen worden, (in studio’s). De filmset bepaalt voor een groot deel de sfeer van de film.

Rekwisieten: Dit zijn alle losse voorwerpen (meubels, revolvers, sportwagens, losse tijdschriften op tafel,..)

Kostuums: Hierbij werkt de artdirector samen met de kostuummaker. Kleding, kapsels, en make-up van acteurs moeten natuurlijk precies passen in de sfeer van de filmset en het verhaal van de film.

Bekijk het volgende fragment en geef daarna aan wat je opmerkt in de artdirection.

(filmset, rekwisieten, kostuums)

Wat kun je zeggen over de art direction? (filmset, rekwisieten, kostuums)

BEELD Cameravoering

• camera bewegingen
• camera standpunt

Camerastandpunten

We gaan zo kijken naar een scene uit Once Apon a time in the west (een echte western klassieker)

Kijk goed wanneer er welk perspectief wordt gebruikt

• Kikvorsperspectief​
• Normaalperspectief​
• Vogelperspectief​
• Close-up​
• Totaal shot

Welke standpunten heb je gezien?

Cameravoering BEWEGINGEN

Ook kun je in dit fragment verschillende camera bewegingen zien: 

• Pan: camera beweegt/ ‘glijdt’ van links naar rechts
  
• Tilt: camera beweegt/ ‘kantelt’van hoog naar laag
  
• Dolly: camera rijdt (op rails ) met het object mee
  
• Crane: camera ‘zweeft’ van hoog naar laag (zoals bij een concert)
  
• Hand-held: camera wordt op de schouder mee gedragen/ beelden komen realischtischer over.
  

Welke bewegingen heb je gezien?

Filmische middelen

De 3 hoofdgroepen:

1. Beeld > Camerastandpunten

2. Geluid > Geluidseffecten/muziek

3. Editing > Knippen/plakken/effecten/etc.

Geluid  

We kunnen geluid onderscheiden in drie groepen:

1. Muziek
2. Foley 
3. Sound design

Geluid  De Muziek

Muziek heeft veel impact op het gevoel en het verhaal dat er verteld wordt. 

Let maar eens op...

Geluid Foley

Foley artist

Deze maakt geluiden die bij de film passen. Ze maken het van heel veel verschillende spullen, materialen, handelingen.

MONTAGE

De manier waarop je de beelden met elkaar verbind. 

Het Kuleshov-effect: Door filmbeelden op een bepaalde manier te monteren, kan de ervaring van het publiek sterk beïnvloed worden.

MONTAGE

Denk bij het monteren aan een goede doorloop van de film. Geen herhalingen en 

niet te langdradig. Luister ook naar de muziek, soms kun je de montage hier mooi op afstemmen.

https://schooltv.nl/link/wat-kijk-je-nou/

Opdracht 3 monteren

Maak een korte scène van ongeveer 1 minuut, met daarin:

• gebruik van verschillende bewegingen, kaders en perspectieven (min.5)
  
• monteer de verschillende shots als een goed lopend geheel aan elkaar
  
• verwerk ergens een kuleshov-effect
  
• laat met een aftiteling zien wie welke rol heeft gehad
  
• bonuspunten: geluidseffecten en/of muziek, acteerskills

Geef een toelichting met daarin het verloop van je proces waarbij je terugkijkt op de opdrachten ‘beeld’, ‘geluid’ en ‘acteren’ in relatie tot de korte scène die je nu hebt gemaakt.

TIP: je kunt de scène uit opdracht 1 (foto’s) omzetten naar bewegend beeld. Als je inmiddels andere ideeen hebt, dan mag je ook een andere scene bedenken.