9x Lisa Britt Laura Loraine Jade maatschappelijk probleem burgerschap

Maatschappelijk probleem: 
Woningnood 
Jade, Loraine, Lisa, Laura, britt, 9x
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maatschappelijk probleem: 
Woningnood 
Jade, Loraine, Lisa, Laura, britt, 9x

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie over de woningnood?/ of hoe hebben jullie hier zelf mee te maken?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

In deze les gaan we behandelen:
- Oorzaak van de woningnood
- Starters en huurders op de markt 
- Bouwvrijstelling en nieuwe regels voor de bouw
- Schade voor de natuur vanwege stikstof
- Wat vinden de politieke partijen

Slide 4 - Tekstslide

De crisis van 2008
- 2001 en 2007 verstrekken Amerikaanse banken te makkelijk risicovolle hypotheken.
- Rente bleef dalen tot 2007. Tussen 2008 en 2010 ruim miljoen huizen verkocht. 
- Amerika heeft de grootste economie ter wereld. Een crisis daar heeft wereldwijd effect. Zeker op exportland Nederland. In het tweede kwartaal van 2008 belandde Nederland dan ook in een diepe recessie. De Nederlandse economie kromp in 2009 3,9%. Dat was voor het grootste deel te wijten aan de afgenomen export, bedrijfsinvesteringen en consumentenuitgaven.  
- Door de kredietcrisis moesten banken zware eisen stellen aan kredietverlening. Door de kredietcrisis werden er een minimaal aantal huizen gebouwd. 
- Zo’n vijfduizend bouwbedrijven die Nederland in 2008 telde, bleek een paar jaar later ergens anders werk gezocht te hebben. Het tekort aan bouwvakkers en ook aan materialen veroorzaakt hogere bouwkosten. Dat vergroot het probleem van het woningtekort, omdat projecten financieel minder snel rond te krijgen zijn, ontstaat er vaak vertraging. Die extra kosten leiden ook tot hogere huur en koopprijzen, waardoor de betaalbaarheid onder druk komt te staan.  
- Hierdoor zijn er op de dag van vandaag nog steeds te weinig woningen voor de vraag die ernaar is. Het aanbod dat er is, is ook veel te prijzig voor starters of mensen met een modaal inkomen.  

Slide 5 - Tekstslide

Huidige problemen 
- De inflatie die zorgt voor hoge energieprijzen.
- Lage rente, waardoor beleggers gaan investeren in huizen. Deze opkopen en voor meer verhuren. 
- Mensen die teveel verdienen voor de sociale huurwoning, maar te weinig voor een hypotheek betalen hierdoor veel huur.
- Mensen met een modaal inkomen of een eenpersoonshuishouden kunnen niet altijd voldoende hypotheek krijgen. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in Nederland?
A
3 jaar
B
5 jaar
C
7 jaar
D
9 jaar

Slide 7 - Quizvraag

lange wachttijden sociale huurwoning 
- verkeerde inschatting over hoeveel mensen een woning nodig hadden 
- Gebrek aan doorstroming 
- falend overheidsbeleid
- Meer als 7 jaar

Slide 8 - Tekstslide

sociale huurwoning

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een sociale huurwoning?

Slide 10 - Open vraag

Wat is een sociale huurwoning?
Sociale huurwoning is een all-in huurprijs. Dus je betaald 1 bedrag aan kale huur, gas, water, elektriciteit en servicekosten.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een statushouder?
A
vluchteling
B
vergunninghouder
C
asielzoeker
D
inwoner die ingeschreven staat bij huurwoningen

Slide 12 - Quizvraag

Een statushouder 
-Een vergunninghouder, verblijfsvergunning om voor 5 jaar of onbepaalde tijd in Nederland te blijven. 
- Asielprocedure doorlopen, geen asielzoeker, Nederlandse nationaliteit
- wettelijk verplicht het afgeven hiervan binnen 14 weken een permanente woning toegewezen 
- werkelijkheid anders verblijven nog weken of maanden in asielzoekerscentrum
- Ter apel, 15261 wachtend, rijk gemeente gevraagd 7500 korte termijn op te vangen 

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel sociale huurwoningen heeft Nederland?

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel sociale huurwoning gaan er naar statushouders?
Nederland heeft ongeveer 8 miljoen woningen en 17 miljoen inwoners. Van de 8 miljoen woningen zijn er 2,2 miljoen sociale huurwoningen, bedoeld voor mensen die een koopwoning of huurwoning in de vrije sector niet kunnen betalen. 
Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting  gaf gemeente begin juni de opdracht om 12,5 procent van de vrijgekomen sociale huurwoningen aan statushouders toe te wijzen. Het streven was 9 procent.

Slide 15 - Tekstslide

Tussen 2015 en 2019 werden er jaarlijks gemiddeld 194.179 sociale huurwoningen toegewezen door corporaties. Die moesten worden verdeeld onder statushouders en andere burgers. 
In die periode ging gemiddeld 7,9 procent naar statushouders: zo’n 15.300 woningen per jaar. In 2020 ging slechts 4,3 procent van de vrijgekomen sociale huurwoningen naar statushouders. Dat lage aantal zou mede te verklaren zijn door de coronacrisis, toen minder mensen in Nederland asiel aanvroegen.

Slide 16 - Tekstslide

Verdringen statushouders onderen van de woningmarkt?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Verdringen statushouders anderen van de woningmarkt?
Nee, zoals de cijfers hiervoor aangaven, is het aandeel van statushouders op de woningmarkt relatief klein. Ruim 90 procent van de sociale huurwoningen gaat momenteel níet naar deze groep. De woningcrisis wordt dan ook veroorzaakt door politieke beslissingen, niet door statushouders. Door woonbeleid dat streeft naar het optimaliseren van winst voor investeerders nam het aandeel sociale huurwoningen af. Maar statushouders zorgen wel voor een extra druk op de sociale woningmarkt. 

Slide 18 - Tekstslide

Verplichtingen van gemeente
Vanaf volgend jaar worden gemeenten verplicht om asielzoekers op te vangen. Op dit moment mogen ze nog weigeren om hen te huisvesten, maar ze zijn wel verplicht om mensen mét een verblijfsvergunning op te nemen. 

Rijksoverheid bepaalt elk halfjaar hoeveel statushouders een gemeente moet opnemen : een grote gemeente moet meer mensen woonruimte bieden dan een kleine gemeente. Erg kleine gemeentes hoeven niemand te huisvesten.

Slide 19 - Tekstslide

conclusie 
Statushouders krijgen geen voorrang op sociale huurwoningen maar statushouders zorgen wel voor een extra druk op de woningmarkt. Waardoor er meer woningnood ontstaat.

Slide 20 - Tekstslide

de bouw

Slide 21 - Tekstslide

Waar denken jullie aan bij de bouwvrijstelling?

Slide 22 - Open vraag

De bouwvrijstelling 
Dit was bedoeld om ervoor te zorgen dat de woningnood niet erger werd. Een bouwvrijstelling houdt in dat voor de tijdelijke stikstofuitstoot die tijdens de bouw ontstaat geen vergunning nodig is. De Raad van State vindt dit niet juist, omdat het niet is uit te sluiten dat de natuur hierdoor schade oploopt. De bouwvrijstelling voldoet daarmee niet aan het Europees natuurbeschermingsrecht. Het kabinet bestudeert de uitspraak om de impact te kunnen duiden.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Hoe nu verder met de bouw
De bouwvrijstelling was bedoeld om urgente maatschappelijke opgaven mogelijk te maken, zoals warmtenetten en woningbouw. Voor dit soort projecten is voortaan een toets nodig of een natuurvergunning moet worden aangevraagd. Het kabinet bestudeert ook welke gevolgen dit heeft voor verduurzamingstrajecten, vanwege het grote maatschappelijke belang.

Slide 25 - Tekstslide

Tekort aan personeel 
In de financiële crisis van 2008, zijn veel werknemers ontslagen, hun zijn weer gaan werken in andere sectoren. Werken met je handen werd een negatief begrip. Weinig jongeren willen werken in de bouw.  alternatieve instroom van personeel zeer beperkt door vereiste diploma's die ontbreken. Een oplossing is hiervoor om werkgeluk te creëren en actief mee te denken in persoonlijke ontwikkelingen van de medewerkers.

Slide 26 - Tekstslide

Tekort aan bouwmateriaal
Meer dan 20% ondervind hier hinder aan, tijdens hun bouwprojecten. Door de stijgende prijzen van bouwmaterialen worden bouwprojecten steeds duurder. hierdoor worden verschillende bouwprojecten uitgesteld, sommige zelfs stilgelegd. De invoerkosten van ijzer en staal zijn met 70% gestegen. De inval van Rusland in Oekraïne verergert, deze landen hebben een groot aandeel in de levering van bouwmateriaal die is grotendeels ook vermindert. Door de sacties die Rusland opgelegd zijn. 

Slide 27 - Tekstslide

stikstof uitstoot bij natruurgebbieden

Slide 28 - Tekstslide

Wanneer is stikstof gevaarlijk voor de omgeving?
A
In reactie met koolstofdioxide
B
In reactie met zuurstof
C
Nee stikstof is nooit gevaarlijk voor de omgeving
D
In reactie met waterstof

Slide 29 - Quizvraag

Stikstofproblematiek door de bouwsector
Stikstof is overal om ons heen. 78% van de lucht bestaat uit stikstof. Het is pas een probleem als het een reactie aan gaat met een andere stof en stikstofdioxide ontstaat. Dit ontstaat in een verbranding met zuurstof. Zoals bijvoorbeeld met de auto, gasketel of industrie. Ammoniak ontstaat door stikstof en waterstof. Dit komt vrij bij mest van de agrarische sector. Deze 2 stoffen zorgen voor het stikstofprobleem. 

Slide 30 - Tekstslide

Heeft stikstof invloed op de biodiversiteit?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Schade aan de natuur 
In beperkte mate niet schadelijk dus in grote mate wel. Sommige planten groeien juist heel goed op deze stoffen. Waardoor andere minder kans krijgen om te groeien of zelfs sterven. Heirdoor is er een minder divers aanbod in planden. Waardoor andere insecten en andere dieren een beperkter voedselaanbod krijgen en daardoor afwijkingen ontwikkelen of zelfs sterven. Stikstofdioxide zorgt voor zuurdere regen, wat ervoor zorgt dat de ph-waarde van de grond daalt. Die heeft dus effect op de biodiversiteit. 

Slide 32 - Tekstslide

Stikstofprobleem bestaan al veel langer
Speelt al veel langer alleen nu pas hebben we last van de gevolgen. Het probleem is elke keer vooruitgeschoven naar een volgend kabinet. Je kunt dit probleem zien als een emmer met water waar een klein gat onderin zit die onder een lopende kraan staat. De natuur breekt stikstof af, maar er komt telkens meer stikstof bij dan dat het kan afbreken. 

Slide 33 - Tekstslide

Renoveren/slopen oude panden 

Slide 34 - Tekstslide

Mag je een monumentaal pand renoveren?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quizvraag

Monumentale panden 
Monumentale panden zijn historische gebouwen. Deze panden worden beschermd door de rijksoverheid, provincie of gemeente. Niet ieder monumentale pand mag zomaar gerenoveerd worden. Iedere provincie ontvangt jaarlijks een bedrag voor restauratiewerkzaamheden. Dit bedrag kunnen ze dan besteden aan het opknappen van een monumentaal pand. Iedere provincie besteed dit bedrag weer anders en je mag zelf bepalen wat en hoe je het besteed. 

Slide 36 - Tekstslide

Met welke vergunning mag je een monumentaal pand renoveren?
A
Bouwvergunning
B
Omgevingsvergunning
C
Milieuvergunning
D
Vestigingsvergunning

Slide 37 - Quizvraag

Verbouw of renoveren van monumentale panden 
Voor het verbouwen of restauratie aan een monumentaal pand heb je meestal een omgevingsvergunning nodig. Op het moment dat je een omgevingsvergunning aan gevraagd hebt voor het slopen of renoveren van een monumentaal pand word er gekeken of dit gevolgen heeft voor omliggend natuurgebied. Bepaalde gebieden, planten of diersoorten kunnen gevaar lopen.
Wanneer je eigenaar bent van een monumentaal pand kunnen ze je een paar verplichtingen op leggen. Zo moet je maatregelen nemen zodat het pand er niet te vervallen uit ziet en er voor te zorgen dat het pand in goede staat blijft.

Slide 38 - Tekstslide

Hoe kijken politieke partijen naar dit probleem

Slide 39 - Tekstslide

Hoe denken jullie dat de politiek hierna kijkt?

Slide 40 - Open vraag

Hoe kijken politieke partijen naar dit probleem
PVDA:  Er zijn gigantische tekorten aan woningen voor starters en middeninkomens, aan betaalbare huur- en koopwoningen en aan kamers voor studenten. Starters worden overboden en kunnen hun betaalbare huis daardoor wel vergeten. En dan heb ik het nog niet gehad over de torenhoge huren, die inmiddels overal in het land een probleem zijn.Hun aanpak is om meer huizen te bouwen. 100.000 woningen per jaar. Ze willen de overheid zelf laten investeren. 
D66: D66 wilt een passende woning voor iedereen. Voor starters, doorstromers maar ook voor ouderen die kleiner willen gaan wonen. 
JA21:JA21 is van mening dat de woningnood vooral komt door immigratie. Ook zijn er verschillende discussie over bijvoorbeeld stikstof en dat maakt bouwen lastiger. 
SGP: De SGP wil de woningnood aanpakken door veel gerichter te gaan bouwen, vooral voor starters.

Slide 41 - Tekstslide

Het einde, zijn er nog vragen?

Slide 42 - Tekstslide