2.3 Een huur- of koopwoning?

§2.3 Een huur- of koopwoning?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§2.3 Een huur- of koopwoning?

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • wat de woningmarkt is
  • wat er komt kijken bij het huren van een woning
  • hoe het kopen van een woning in zijn werk gaat

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
  1. Pak allemaal pen en papier
  2. Wat hebben we de vorige les besproken? 
  3. Denk allemaal na over wat je kunt opschrijven.
  4. Noteer of teken je antwoord (er mag niet gepraat worden). Leg je pen neer, zodat ik kan zien of je klaar bent.

Slide 4 - Tekstslide

Vorige les
  1. Maak groepjes van 4
  2. Geef om de beurt je antwoord (iedereen komt aan de beurt), als je aan de beurt bent ga je staan.
  3. Schrijf jullie team antwoord op.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waarom is de verwachting dat in 2021 de huizenprijzen niet dalen?

Slide 7 - Open vraag

Waarom zijn de hoge prijzen vooral een probleem voor starters?

Slide 8 - Open vraag

Hoe kan de politiek de starters helpen?

Slide 9 - Open vraag

Woningmarkt

Slide 10 - Woordweb

Woningmarkt
De woningmarkt bestaat uit de totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen.

 

De woningmarkt kun je weer verdelen 
in de markt voor huurwoningen en de 
markt voor koopwoningen.

Slide 11 - Tekstslide

Woningcorporatie
Veel huurwoningen zijn eigendom van een woningcorporatie. Dit is een organisatie die zich richt op het beheren en verhuren van betaalbare woonruimte.

Omdat het een woningcorporatie niet om winst gaat, blijven de huren vaak betaalbaar.
Huurwoningen met een maandhuur tot + € 700 heten sociale huurwoningen. Als de huur hoger is, zijn het huurwoningen in de vrije sector.

Slide 12 - Tekstslide

Zoek een logo van een woning coöperatie.

Slide 13 - Open vraag

Huurtoeslag
Huurtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen.
Om huurtoeslag te krijgen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Huurtoeslag vraag je aan bij de Belastingdienst.

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste voorwaarde om huurtoeslag te ontvangen?

Slide 15 - Open vraag

Makelaar
Als je een huis wilt kopen of verkopen, kun je gebruikmaken van de diensten van een makelaar.

Als koper geef je hem een zoekopdracht en laat je hem onderhandelen over de prijs van de woning.
Als je je woning wilt verkopen, helpt hij bijvoorbeeld om de vraagprijs te bepalen.
Als opdrachtgever betaal je aan de makelaar een vergoeding voor zijn diensten (vaak een percentage van de aan- of verkoopprijs van het huis).

Slide 16 - Tekstslide

Voorlopig koopcontract
Als je een eigen huis koopt, dan teken je eerst een voorlopig koopcontract. Je hebt het huis dan gekocht, maar volgens de wet heb je nog drie dagen bedenktijd. Daarna is de koop definitief.
Vaak staat in het voorlopig koopcontract een ontbindende voorwaarde dat de koop niet doorgaat als de koper niet voldoende hypotheek bij de bank kan krijgen.

Slide 17 - Tekstslide

Kosten koper
Koop je een bestaande woning, dan moet je ook kosten koper (k.k.) betalen. Deze kosten koper bestaan onder meer uit overdrachtsbelasting, makelaarskosten en kosten voor de notaris.

De kosten koper bedragen in totaal ongeveer 5% van de koopprijs.

Slide 18 - Tekstslide

Bekijk de strip
Leg bij elk plaatje uit wat er gebeurt.

Slide 19 - Tekstslide

Transportakte
Als het voorlopig koopcontract is getekend, stelt de notaris een transportakte op. Dit is een bewijs dat de woning aan de koper is geleverd.

Als koper en verkoper de akte hebben getekend, dan zorgt de notaris dat de akte in het Kadaster wordt ingeschreven.
Het Kadaster houdt bij wie eigenaar is van alle onroerende zaken.

Slide 20 - Tekstslide

Onroerendzaakbelasting
Als je een koopwoning hebt, moet je onroerendzaakbelasting (ozb) aan de gemeente betalen.
De ozb is een klein percentage van de WOZ-waarde van je woning.
WOZ = Wet onroerendezaakbelasting.
De gemeente stelt de WOZ-waarde ieder jaar vast.
Alle inwoners betalen aan de gemeente nog enkele andere belastingen en heffingen. Bijvoorbeeld rioolheffing en afvalstoffenheffing.


Slide 21 - Tekstslide

Bereken

Slide 22 - Tekstslide

Bekijk het overzicht van gemeentelijke belastingen.
De familie Graaf woont daar, met hun kat Cara. De WOZ-waarde van hun huis is door de gemeente vastgesteld op € 190.000.
Hoeveel betaalt de familie Graaf jaarlijks aan gemeentelijke belastingen?

Slide 23 - Open vraag

Aan de slag


2.3 Een huur- of koopwoning? --> LP
Rekenmodule 2.3 --> LP

Slide 24 - Tekstslide

Waar wil je nog meer
over leren/weten?

Slide 25 - Woordweb