Unit 4.3 & 4.4 B


unit 4.3
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


unit 4.3

Slide 1 - Tekstslide

For this week 
- recap 
- practice some listening skills 
- translating 
- must / mustn't 
- Voegwoorden
- translating sentences 
- selftest 

Slide 2 - Tekstslide

Recap!
Do you remember.........?

Slide 3 - Tekstslide

Wat gebeurt er met het woord "walk" als we de past continues gebruiken?

Slide 4 - Open vraag

Wat gebeurt er met het woord "walk" als we de past simple gebruiken?

Slide 5 - Open vraag

Wat gebeurt er met het woord "walk" als we de present perfect gebruiken?

Slide 6 - Open vraag


Toekomende tijd 👉 future 

Slide 7 - Tekstslide

Which word can we use when we talk about the future?
A
walked
B
will
C
did
D
shall

Slide 8 - Quizvraag

That was the recap for today!
Lets practice our listening skills. 

Slide 9 - Tekstslide

We will to at home together.
make the exercise 25 on page 28 of your book. 

Slide 10 - Tekstslide

Now we will listen to at vincenzo's
Make exercise 26 on page 29 of your book while we listen. 

Slide 11 - Tekstslide


unit 4.4

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Translate the words between the brackets for the sentence

Slide 14 - Tekstslide

(boven) The lamp hangs ________ the dining table.

Slide 15 - Open vraag

(herhalen) Can you _________ your last sentence please?

Slide 16 - Open vraag

(inchecken) We have to ________ at nine.

Slide 17 - Open vraag

(reis) They're writing a blog about their __________ to Australia.

Slide 18 - Open vraag

(reisagent) My sister wants to become a ____________.

Slide 19 - Open vraag

(tenzij) I can't open you door _______ you give me your key.

Slide 20 - Open vraag

(vertrekken) Your train _________ from platform 8B.

Slide 21 - Open vraag

(zorgvuldig) You have to read the contract ___________.

Slide 22 - Open vraag

Must / mustn't 

Slide 23 - Tekstslide

Use must or mustn't (remember the - and + ) and the verb (werkwoord) in between the brackets. 

Slide 24 - Tekstslide

+ (do) I ______________ my homework.

Slide 25 - Open vraag

- (be) Hurry up! You _________ late!

Slide 26 - Open vraag

- (forget) You _____________ to feed the dog.

Slide 27 - Open vraag

+ (work) My friend ___________ this weekend.

Slide 28 - Open vraag

- (say) You _________ these terrible things.

Slide 29 - Open vraag

+ (clean) My bike is dirty. I _____________ it.

Slide 30 - Open vraag

+ (see) It's a fantastic film. You __________ it.

Slide 31 - Open vraag

- (leave) We're having fun! You ____________ yet!

Slide 32 - Open vraag

Voegwoorden

Slide 33 - Tekstslide

Kies het juiste voegwoord

Slide 34 - Tekstslide

I really wanted to buy those shoes, because / but they were too expensive.
A
because
B
but

Slide 35 - Quizvraag

Would you like the red one and / or the black one?
A
and
B
or

Slide 36 - Quizvraag

Can you tell me when / where I can find a travel agent?
A
when
B
where

Slide 37 - Quizvraag

The reviews of the restaurant were not great, so/unless we decided not to go there.
A
so
B
unless

Slide 38 - Quizvraag

They sold lots of products because / or the advertising was awesome.
A
because
B
or

Slide 39 - Quizvraag

She didn't want to help me
and / unless I paid her
A
and
B
unless

Slide 40 - Quizvraag

Translate the following sentences to English.

Slide 41 - Tekstslide

Zei je veerboot?

Slide 42 - Open vraag

Maar hoe kom ik op het eiland?

Slide 43 - Open vraag

Je dromen komen uit

Slide 44 - Open vraag

Bij deze vakantie is alles inbegrepen

Slide 45 - Open vraag

Het is niet echt een jeugdherberg, maar meer een tent.

Slide 46 - Open vraag

Kun je dat nog eens zeggen?

Slide 47 - Open vraag

Ik wil graag wat informatie over een vakantie.

Slide 48 - Open vraag

timer
10:00

Slide 49 - Tekstslide