5.4 Criminaliteit

Maatschappijleer
5.3 De Trias Politica
5.4 Criminaliteit
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer
5.3 De Trias Politica
5.4 Criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Wat bespraken we in 5.3?
Trias politica
• Wetgevende macht
• Uitvoerende macht
• Rechterlijke macht
• Trias politica in autoritaire staten
• Legaliteitsbeginsel

Slide 2 - Tekstslide

Trias politica in autoritaire staten
  • In autoritaire staten bestaat de trias politica niet of zijn de machten niet  gescheiden. Bijvoorbeeld: rechters worden alleen benoemd als ze beloven de regering te steunen.
  • Meestal heeft de partij van de machthebbers een grote meerderheid in het parlement. Wetten die de regering indient, worden meestal zonder veel discussie aangenomen.



Slide 3 - Tekstslide

Het legaliteitsbeginsel
  • Bij de trias politica hoort het legaliteitsbeginsel: iedere handeling van de overheid moet gebaseerd zijn op een wet.
  • De uitvoerende macht mag pas een wet invoeren als de wetgevende macht deze goed gekeurd heeft. 
  • En de rechterlijke macht kan iemand pas veroordelen als in een wet staat iets strafbaar is. 



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Beheers je de leerdoelen van 5.3? 
• Kun je uitleggen wat de trias politica is en welk doel deze heeft? 
• Kun je de verschillende machten benoemen en toelichten? 
• Kun je uitleggen wat het legaliteitsbeginsel is en welk doel
dit heeft? 

Slide 6 - Tekstslide

5.4 Criminaliteit

Slide 7 - Tekstslide

Planning
Uitleg 5.4
Zelfstandig werken
Kijken: De kennis van nu: Meer grip op criminaliteit

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
 Je kunt uitleggen wat criminaliteit is.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen overtredingen en misdrijven en hiervan voorbeelden geven.
• Je kunt uitleggen dat criminaliteit tijdgebonden (relatief) en plaatsgebonden is en hiervan voorbeelden geven.

Slide 9 - Tekstslide

Wat komt er aan de orde? 
• Het strafrecht
• Overtreding of misdrijf
• Wat is criminaliteit
• Tijd- en plaatsgebonden criminaliteit
• Risicofactoren

Slide 10 - Tekstslide

Het strafrecht
In een rechtsstaat worden wetten ook echt gehandhaafd. Iedereen kan naar de rechter stappen.
  • Voor conflicten tussen mensen is er het burgerlijk recht.
  • Voor conflicten met de overheid is er het bestuursrecht.
  • Voor zaken als diefstal is er het strafrecht: de aanpak van gedrag dat volgens de wet verboden is.




Slide 11 - Tekstslide

Het strafrecht
Over asociaal gedrag, zoals voordringen bij de kassa, staat niets in de wet. Het is dus niet strafbaar.
Zaken als diefstal en mishandeling zijn wel strafbaar. Dit soort zaken staan in het Wetboek van Strafrecht.
In het strafrecht kijkt een rechter of er sprake is van een strafbaar feit en welke straf daarbij hoort. Een strafbaar feit noemen we ook wel een delict.



Slide 12 - Tekstslide

Overtreding of misdrijf
De wet maakt verschil tussen overtredingen en misdrijven. Overtredingen zijn strafbare feiten die minder erg zijn.
Bijvoorbeeld: op je brommer zonder helm rijden.

Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten.
Bijvoorbeeld: vernieling, handel in drugs, diefstal, inbraak en moord



Slide 13 - Tekstslide

Misdrijf of overtreding? 
Bij misdrijven:

• word je verhoord door de politie
• als het ernstig is, volgt altijd een rechtszaak
• gelden zwaardere straffen (>1 jaar gevangenis) 
• krijg je een strafblad

Slide 14 - Tekstslide

Geldezels 
Kijkvragen: 
Is er bij geldezels sprake van een misdrijf? Of van een overtreding? 
En wat zijn de gevolgen als je een strafblad hebt?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is criminaliteit? 
Eigenlijk valt alles wat wettelijk verboden is onder criminaliteit.

Maar iemand die een overtreding is geen crimineel. Daarom is de beste omschrijving van het begrip criminaliteit: alle misdrijven zoals die in de wet staan.


Slide 16 - Tekstslide

Tijd- en plaatsgebonden criminaliteit
Welke misdrijven in de wet staan, is niet altijd en overal hetzelfde.

Criminaliteit is tijdgebonden (relatief): onze ideeën over wat strafbaar zou moeten zijn, veranderen.
Criminaliteit is ook plaatsgebonden: wat is toegestaan in Nederland, kan in een ander land strafbaar zijn.


Slide 17 - Tekstslide

Risicofactoren
Risicofactoren zijn omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.
Bijvoorbeeld:
• onveilige opvoeding
• groepsgedrag
• alcohol of drugs
• spijbelen en schooluitval
• biologische factoren 


Slide 18 - Tekstslide

Risicofactoren
  • Risicofactoren geven niet aan dát iemand crimineel wordt.
  • De meeste spijbelaars en mensen die alcohol drinken, plegen geen misdrijven.

Crimineel gedrag is dan ook heel lastig te voorspellen.


Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
5.4 Criminaliteit
Lezen: blz. 80 en 81
Maken: opgave1 t/m 19 (124 t/m 128)
Leren: begrippen > Quizlet bij Content op It's
Klascode voor LessonUp =   hdkac
De klascode voor Thema's Online = 691144
timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

5.4 Criminaliteit

Slide 21 - Tekstslide

Planning
Journaal kijken 11.40
Herhalen 5.4
Mag dat? Groepsopdracht
Zelfstandig werken

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Planning
Herhalen 5.4
Mag dat? Groepsopdracht
Zelfstandig werken

Slide 24 - Tekstslide

Overtredig of misdrijf?
De wet maakt bij delicten verschil tussen overtredingen en misdrijven. 

Door rood rijden is een overtreding. Overtredingen zijn strafbare feiten die minder ernstig zijn. Je krijgt een boete, maar hoeft niet naar de rechter. 

Diefstal, verkrachting of moord zijn voorbeelden van misdrijven. Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten.

Slide 25 - Tekstslide

Risicofactoren
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat iemand verhoogde kans heeft om crimineel gedrag te vertonen.
Risicofactoren > De omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.

We bespreken in deze paragraaf 5 individuele risicofactoren en 2 maatschappelijke risicofactoren 

Slide 26 - Tekstslide

Individuele risicofactoren
Wanneer er sprake is van één of meer van de volgende factoren wordt de kans om crimineel gedrag te gaan vertonen vergroot: 
  • een slechte opvoeding.
  • groepsdruk van vrienden.
  • alcohol of drugs.
  • spijbelen of schooluitval.
  • biologische factoren zoals psychische stoornissen.



Je kan uitleggen wat individuele risicofactoren voor crimineel gedrag zijn.

Slide 27 - Tekstslide

Maatschappelijke factoren
Naast persoonlijke kenmerken zijn er ook algemene (maatschappelijke) omstandigheden die crimineel gedrag beïnvloeden:
  • Er gelden minder strenge normen dan vroeger.
  • Er is minder sociale controle dan vroeger > hierdoor is de pakkans kleiner geworden.

Je kan uitleggen welke maatschappelijke omstandigheden crimineel gedrag kunnen versterken.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Welke maatschappelijk factoren speelt een rol bij cybercrime? Leg je antwoord uit.

Slide 30 - Open vraag

Opvallende groepen
Bepaalde groepen in de samenleving komen vaker voor in de misdaadstatistieken, zoals:
  • Jongens en mannen (95% van de gevangenen zijn man).
  • Jongeren tussen de 16 en 23.
  • Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond.

Slide 31 - Tekstslide

Criminaliteit naar leeftijdscategorie

Slide 32 - Tekstslide

Mag dat? 

Pak blz 82 en 83 erbij. 

1. We lezen de teksten met elkaar
2. We maken groepjes
3. Bedenk argumenten die passen bij de stelling die onder de bronnen staan.
4. In het groepje spreek je af wie VOOR en WIE tegen is. Deze rol wisselen jullie bij elke stelling/elke bron
Let op:   Verdeel jullie groepje in voor- en tegenstanders.
Gebruik passende argumenten en laat je niet teveel leiden door 'onderbuikgevoelens'

Slide 33 - Tekstslide

Noem een argument VOOR en een argument TEGEN
de doodstraf
timer
1:30

Slide 34 - Open vraag

Mag dat? 

Pak blz 82 en 83 erbij. Lees de tekstjes en bespreek met je groepje de volgende stellingen:
  • 'In geval van nood moeten mensen het recht hebben om dodelijk geweld te gebruiken'
  • 'Je bent niet strafbaar als je een delict pleegt omdat je niet anders kan'
  • 'Gepast of ongepast geweld'
  • 'Wat weegt zwaarder: Privacy of veiligheid? '
timer
15:00
Let op:   Verdeel jullie groepje in voor- en tegenstanders.
Gebruik passende argumenten en laat je niet teveel leiden door 'onderbuikgevoelens'

Slide 35 - Tekstslide

Zelfstandig werken
5.4 Criminaliteit
Lezen: blz. 80 en 81
Maken: opgave1 t/m 19 (124 t/m 128)
Leren: begrippen > Quizlet bij Content op It's
Klascode voor LessonUp =   hdkac
De klascode voor Thema's Online = 691144
timer
15:00

Slide 36 - Tekstslide