2.2 Op klompen in het water & 2.3 Ruimte voor de rivier (herh. v6)

 2.2 Op klompen in het water
 2.3 Ruimte voor de rivier
Herhaling V6 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 2.2 Op klompen in het water
 2.3 Ruimte voor de rivier
Herhaling V6 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.1 
Je kent de kenmerkende eigenschappen van de Rijn en de Maas en hun stroomgebied

Je kunt uitleggen hoe die eigenschappen de waterafvoer beïnvloeden

Je weet welke gevolgen ruimtelijke aanpassingen in de rivieren hebben gehad voor de waterafvoer en bevaarbaarheid. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.2 
  •  Je kunt beschrijven welke omstandigheden de waterafvoer van een rivier bepalen. 
  • Je kunt voorspellen door welke factoren de waterafvoer van onze rivieren zal veranderen.
  • Je kunt gevolgen van de grotere extremen in de waterafvoer van de rivier beschrijven en verklaren. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto
Bij de nieuwe rivierdijk die bij Sliedrecht wordt gebouwd, stroomt kwelwater de polder in. ‘Als het buiten de dijk hoogwater is, is het dat binnen de dijk ook,’ zegt de voorzitter van de bewonersvereniging. ‘We vermoeden dat het rivierwater door de zandige ondergrond van de nieuwe dijk sijpelt. De stalen damwand die aan de binnenkant is geslagen, had dieper moeten zijn. Nu er van alles op de damwand is gebouwd, is het te laat.’ Het waterschap hoopt dat een afdichtende folie of een afdichtende kleilaag binnendijks de kwelstroom kan stoppen.

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je kan het lengte- en breedteprofiel 
              van een rivier beschrijven;
Je weet wat de oorzaken zijn voor een
                 (sterk) fluctuerend regiem;
Je weet wat er met vertragingstijd
                 bedoeld wordt;
Je kent de drietrapsstrategie;

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbind de juiste begrippen met de juiste afbeelding
Lengteprofiel
Middenloop
Benedenloop
Dwarsprofiel

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbindt de begrippen met de omschrijving
Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek.
Het gedeelte van een rivier dicht bij de monding.
Het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop.
Het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier.
Doorsnede in de lengterichting van de rivier.
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Het stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren.
De grens tussen twee stroomgebieden.
lengteprofiel
verval

verhang

middenloop

benedenloop

dwarsprofiel


Stroomgebied
Stroomstelsel
Waterscheiding

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen:
-debiet
-regiem
Maas=regenrivier
Rijn=gemengde rivier
Invloed hiervan op regiem?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertragingstijd

Regenval 

Water in de rivier.

Invloed op de piekafvoer.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.

-> kortere vertragingstijd en piekafvoer 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

absolute zeespiegelstijging
Bodemdaling
Relatieve zeespiegelstijging

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Amersfoort aan zee wordt regelmatig gebruikt om de toekomst van Nederland te beschrijven.
Waarom?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zou jij veel zoetwater opslaan?

Slide 20 - Tekstslide

Het rijk komt met een pakket maatregelen van in totaal 7 miljoen euro. Centraal in de plannen staat het IJsselmeer, het grootste zoetwaterreservoir van Nederland. Verzilting moet sneller worden tegengegaan.

Afgelopen zomer klommen de chloridegehaltes op sommige plekken naar te hoge waarden. Het Noord-Hollandse drinkwaterbedrijf PWN kon het te zoute IJsselmeerwater niet meer gebruiken.
Voortaan worden er standaard bellenschermen klaargezet in het IJsselmeergebied. Met een bellenscherm wordt er vanaf de bodem een gordijn van luchtbellen naar boven gestuurd dat de instroom van zout water keert. Ze stonden eerder bij de schutsluizen bij Den Oever en Kornwerderzand, in het Amsterdam-Rijnkanaal en in IJmuiden bij de Noordersluis.
Rijkswaterstaat plaatst extra meetpalen in het IJsselmeer. Als de chloridewaarden te hoog worden, kan het zoute water direct worden gespuid in de Waddenzee. Ook in de zoutvangputten achter de spuisluizen in de Afsluitdijk komen nieuwe meetpunten. Minister Cora van Nieuwenhuizen: ,,Dat betekent: zo snel mogelijk zout water wegwerken en zoet water vasthouden.’’
Vissen vormen makkelijke prooi
Zorg is er om de vissen. Bij een dalende waterstand neemt hun leefgebied af. Ze worden een makkelijke prooi of komen in aanraking met scheepsschroeven. Droogte-experts adviseren de aanleg van zogenoemde refugia. Dat zijn vluchtplekken waar de vis veilig kan verblijven.
De economische schade door de droge zomer van 2018 ligt tussen de 0,5 miljard en 2 miljard euro. De scheepvaart en de landbouw leden het meest. Lage waterstanden van de grote rivieren leidden tot tekorten in de bouw.
Tankstations in Oost-Nederland kwamen tijdelijk zonder brandstof te zitten, omdat de bevoorrading stokte. In de landbouw leidden droogte en verzilting tot grote problemen.
Meer wateropslag in zandgebieden
Het had allemaal nog erger gekund. Bij een extreem watertekort kan zelfs de levering van energie in gevaar komen. Verder is onduidelijk welke schade is aangericht aan de funderingen van woningen. Daarnaar wordt onderzoek gedaan.
Van Nieuwenhuizen wil in de hooggelegen zandgebieden meer water opslaan, zodat het grondwater tijdig kan worden aangevuld. ,,We moeten van kampioen dijken bouwen tegen hoogwater nu ook kampioen wateropslag worden als remedie tegen droge zomers.”
De investering komt uit het Deltaprogramma Zoetwater. Het meeste geld – 4 miljoen euro – gaat naar de wateropslag in Oost- en Zuid-Nederland. Nog eens 2 miljoen euro gaat op aan maatregelen tegen verzilting. Voor onderzoek en kennisontwikkeling komt 1 miljoen euro beschikbaar.
Waar zou jij veel zoetwater opslaan?

Bijv. IJsselmeer;
- Groot;
- Centraal;
- Alleen nog een
   beetje zout      
- Functie stuwen?

Met een bellenscherm wordt er vanaf de bodem een gordijn van luchtbellen naar boven gestuurd dat de instroom van zout water keert.

Slide 21 - Tekstslide

Het rijk komt met een pakket maatregelen van in totaal 7 miljoen euro. Centraal in de plannen staat het IJsselmeer, het grootste zoetwaterreservoir van Nederland. Verzilting moet sneller worden tegengegaan.

Afgelopen zomer klommen de chloridegehaltes op sommige plekken naar te hoge waarden. Het Noord-Hollandse drinkwaterbedrijf PWN kon het te zoute IJsselmeerwater niet meer gebruiken.
Voortaan worden er standaard bellenschermen klaargezet in het IJsselmeergebied. Met een bellenscherm wordt er vanaf de bodem een gordijn van luchtbellen naar boven gestuurd dat de instroom van zout water keert. Ze stonden eerder bij de schutsluizen bij Den Oever en Kornwerderzand, in het Amsterdam-Rijnkanaal en in IJmuiden bij de Noordersluis.
Rijkswaterstaat plaatst extra meetpalen in het IJsselmeer. Als de chloridewaarden te hoog worden, kan het zoute water direct worden gespuid in de Waddenzee. Ook in de zoutvangputten achter de spuisluizen in de Afsluitdijk komen nieuwe meetpunten. Minister Cora van Nieuwenhuizen: ,,Dat betekent: zo snel mogelijk zout water wegwerken en zoet water vasthouden.’’
Vissen vormen makkelijke prooi
Zorg is er om de vissen. Bij een dalende waterstand neemt hun leefgebied af. Ze worden een makkelijke prooi of komen in aanraking met scheepsschroeven. Droogte-experts adviseren de aanleg van zogenoemde refugia. Dat zijn vluchtplekken waar de vis veilig kan verblijven.
De economische schade door de droge zomer van 2018 ligt tussen de 0,5 miljard en 2 miljard euro. De scheepvaart en de landbouw leden het meest. Lage waterstanden van de grote rivieren leidden tot tekorten in de bouw.
Tankstations in Oost-Nederland kwamen tijdelijk zonder brandstof te zitten, omdat de bevoorrading stokte. In de landbouw leidden droogte en verzilting tot grote problemen.
Meer wateropslag in zandgebieden
Het had allemaal nog erger gekund. Bij een extreem watertekort kan zelfs de levering van energie in gevaar komen. Verder is onduidelijk welke schade is aangericht aan de funderingen van woningen. Daarnaar wordt onderzoek gedaan.
Van Nieuwenhuizen wil in de hooggelegen zandgebieden meer water opslaan, zodat het grondwater tijdig kan worden aangevuld. ,,We moeten van kampioen dijken bouwen tegen hoogwater nu ook kampioen wateropslag worden als remedie tegen droge zomers.”
De investering komt uit het Deltaprogramma Zoetwater. Het meeste geld – 4 miljoen euro – gaat naar de wateropslag in Oost- en Zuid-Nederland. Nog eens 2 miljoen euro gaat op aan maatregelen tegen verzilting. Voor onderzoek en kennisontwikkeling komt 1 miljoen euro beschikbaar.
Atlaskaarten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenopdracht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.3 
  •  Je kunt de omslag die er na 1995 in het Nederlandse waterbeleid heeft plaatsgevonden beschrijven en verklaren. 
  • Je kunt uitleggen hoe zowel de ruimtelijke kwaliteit als de veiligheid in het rivierengebied worden verbeterd. 
  • Je kunt uitleggen waarvoor noodoverloopgebieden voor dienen en waarom deze in veel gevallen toch uit de plannen zijn geschrapt. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je weet wat dijkverzwaring en
                 verhoging is;
Je weet wat terpen zijn;
Je weet wat binnen- en buitendijkse
                 gebieden zijn;
Je weet waarom internationale
                 samenwerking noodzakelijk is;

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw waterbeleid
Het nieuwe waterbeleid breekt met de traditie van dijkverzwaring, hard pompen en snel lozen. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Drietrapsstrategie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruimte voor de Rivier

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Het grote plaatje

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat dan wel?
Beleid "Ruimte voor de Rivier"

Vier doelstellingen
1. Verlagen overstromingsrisico
2. Verbeteren leefbaarheid 
3. Versterken van de landbouw
4. Verbeteren natuur

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buitendijkse maatregelen
Uiterwaardvergraving
Het geheel of gedeeltelijk afgraven van de uiterwaard zodat er meer water in het winterbed past.
Nevengeul
Relatief kleine geul die min of meer evenwijdig aan de hoofdgeul loopt en die bij een gemiddelde waterstand en bij laagwater niet of nauwelijks water afvoert, maar die bij hoogwater de afvoercapaciteit van de rivier vergroot.
Verdieping
Het uitbaggeren van het zomerbed is duur en doordat de rivier steeds nieuw slib aanvoert, helpt deze maatregel maar voor korte tijd.
Kribverlaging
Het verlagen van de kribben om bij hoogwater de opstuwing te verminderen.
Rivierbedverruiming
Het landinwaarts verplaatsen van de winterdijk om een grotere waterafvoer mogelijk te maken. Heet ook rivierbedverbreding.
Obstakelverwijdering
Verwijdering van een obstakel of begroeiing uit het rivierbed dat de waterafvoer belemmert.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnendijkse maatregelen
Retentiebekken
Een binnendijks omdijkt gebied waarin bij hoogwater tijdelijk water opgeslagen kan worden
Noodoverloopgebied: Polder Noordwaard in de Biesbosch
Aan het Nationaal Park De Biesbosch grenst de polder Noordwaard. Dit landbouwgebied is in de afgelopen jaren deels ontpolderd (figuur 2.28). Delen van dijken zijn afgegraven waardoor het gebied enkele keren per jaar onder water staat, vooral in de wintermaanden.
Hoogwatergeul
Zeer ingrijpend is de aanleg van een nieuwe rivierloop buiten het winterbed, dus in het binnendijkse land. Zo’n hoogwatergeul ligt tussen twee speciaal voor dit doel gebouwde hoge dijken of hogere gronden in en maakt alleen bij hoogwater deel uit van de rivier

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

W
WAT GEEFT DE KAART WEER (LEGENDA)?
A
Algemene patroon?
WAAR VEEL? WAAR WEINIG? GEBRUIK SPREIDINGSWOORDEN
U
Uitzonderingen
WELKE GEBIEDEN VALLEN BUITEN HET ALGEMENE PATROON?
W
Windrichtingen. 
BESCHRIJF MET BEHULP VAN WINDRICHTINGEN (EN TOPONIEMEN)

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatregelen uit Ruimte voor de Rivier zijn in de IJsseldelta genomen?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noodoverloopgebied
Toegewezen gebied waar de rivier in noodsituaties kan overstromen. 
Er zit dan in de winterdijk een verlaging, waardoor het water hier kan wegstromen. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Ooijpolder werd een van de meest geschikte gebieden gevonden als noodoverloopgebied. Geef twee argumenten waarom juist de Ooijpolder geschikt werd gevonden.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Atlaskaarten

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oud examenopdracht
      Opdrachten           Bronnen            Antwoorden

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.3 
  •  Je kunt de omslag die er na 1995 in het Nederlandse waterbeleid heeft plaatsgevonden beschrijven en verklaren. 
  • Je kunt uitleggen hoe zowel de ruimtelijke kwaliteit als de veiligheid in het rivierengebied worden verbeterd. 
  • Je kunt uitleggen waarvoor noodoverloopgebieden voor dienen en waarom deze in veel gevallen toch uit de plannen zijn geschrapt. 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.3 
  •  Je kunt de omslag die er na 1995 in het Nederlandse waterbeleid heeft plaatsgevonden beschrijven en verklaren. 
  • Je kunt uitleggen hoe zowel de ruimtelijke kwaliteit als de veiligheid in het rivierengebied worden verbeterd. 
  • Je kunt uitleggen waarvoor noodoverloopgebieden voor dienen en waarom deze in veel gevallen toch uit de plannen zijn geschrapt. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies