Een klantgesprek voeren

Keuzevak Bloemwerk
Het verkoopgesprek
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Keuzevak Bloemwerk
Het verkoopgesprek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Het 
klantgesprek

Slide 3 - Tekstslide

Doel
Je kunt een klantgesprek voeren
Je kunt de vier fasen van een klantgesprek herkennen
Je kunt LSD toepassen bij het voeren van het klantgesprek
Je kunt je klant informeren en adviseren


Slide 4 - Tekstslide

wat vind jij belangrijk bij een klantgesprek?

Slide 5 - Woordweb

Het verkoopgesprek
Een gesprek waarin je probeert iets aan een klant te verkopen.  

Er zijn vier fasen:
Fase 1 Begroeten
Fase 2 Behoefte bepalen
Fase 3 De klant helpen (informeren / adviseren)
Fase 4 Afronden

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk het filmpje
Welke fasen van het klantgesprek zie je terug? 
Waaraan kun je dit zien?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Opbouw van een verkoopgesprek
Zet het in de juiste volgorde
Behoefte bepalen
Afronden
De klant helpen / informeren
Begroeten
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 1

Slide 9 - Sleepvraag

Met welke zin begin je een klantengesprek?
A
Hé, alles goed?
B
Waarmee kan ik u helpen?
C
Goedemorgen!
D
Dit was het zo?!

Slide 10 - Quizvraag

Communicatie in een klantgesprek
1. Je kunt vertellen waar de afkortingen LSD voor staat
2. Je kunt doorvragen tijdens een klantgesprek
3. Je kunt LSD toepassen in een klantgesprek
4. Je kunt je klantgesprek samenvatten en terugkoppelen naar de klant. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Waar staan de letters L.S.D. voor?
A
dat is een afkorting voor een marketing-uiting
B
Luisteren, samen delen.
C
Luisteren, samenvatten, doorvragen

Slide 13 - Quizvraag

LSD 
Open vragen: 
Wie
Wat 
Waar
Hoe 
Waarom
Luisteren
Samenvatten
Doorvragen

Slide 14 - Tekstslide

Welke vraag is een goed voorbeeld bij 'D' van LSD?
A
Kunt u daar eens een voorbeeld van geven?
B
Is dat dan altijd zo?
C
Wat hebt u al gedaan om het op te lossen?
D
Welke oplossing zou u het liefst zien?

Slide 15 - Quizvraag

Welke vraag is in LSD een goed voorbeeld bij 'S'?
A
Dus wat wilt u nu eigenlijk?
B
Dus u houdt van een strakke vormgeving?
C
Dus u wilt koffie?

Slide 16 - Quizvraag

Open vragen

"Wat voor kledingstijl spreekt jou aan?"

"Wat vind je van bomberjacks?"




Slide 17 - Tekstslide

Welke open vraag kun je stellen in jouw klantgesprek?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Opening / start

  • Jezelf voorstellen
  • Doel van het gesprek aangeven
  • Eventueel hoe je het gaat aanpakken

Slide 20 - Tekstslide

Informeren en adviseren
Informeren: alles vertellen over een product
  • artikel tonen -> je laat het artikel zien (Je laat bloemstukken in verschillende stylen zien)

Adviseren: helpen bij het nemen van een koopbeslissing
  • Welke bloemstukken zou jij adviseren bij het interieur van je klant.
  • aan sluiten bij de koopbehoefte: de klant uitleggen waarom juist dit artikel (bloemstuk) precies bij hem of haar past

Slide 21 - Tekstslide

Slot
- Samenvatting van de verkregen informatie
- Wil je nog iets vertellen wat ik niet gevraagd heb?

- Hoe gaat het nu verder? De vervolgstappen.
- Bedanken voor het gesprek 

Slide 22 - Tekstslide

Contact met de klant
Als er een klant in de winkel is, zorg dan dat die klant weet dat je hem of haar gezien hebt. 
Dit doe je door:
  • Verbale communicatie: taal, woorden, zingen, opschrijven

  • Non verbale communicatie: lichaamstaal, gedrag, stem (volume, hoogteverschil)

Slide 23 - Tekstslide

Hoe kun je aan de lichaamstaal zien dat een klant geïnteresseerd met de verkoper praat?
A
Speelt met zijn mobiel
B
Staat met zijn voet te wippen
C
Buigt zich naar de verkoper toe
D
Kijkt op zijn horloge

Slide 24 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van verbale communicatie
A
wenkbrauwen fronsen
B
ogen sluiten
C
schouders ophalen
D
iets vertellen

Slide 25 - Quizvraag

Waardoor kan de klant een klacht hebben? Welke bewering is niet juist?
A
Omdat de bloemen te lang staan
B
Je hebt iets fout gedaan als bloemist
C
De bloemen waren niet vers
D
Te laat bezorgd

Slide 26 - Quizvraag

Waar moet een goed klantgesprek aan voldoen?

Slide 27 - Woordweb

Slide 28 - Video

Opdracht klantgesprek
  • Je gaat een klantgesprek opnemen op video 
  • Je zoekt iemand om het gesprek mee te voeren. 
  • Maak gebruik van de 4 stappen (zie dia 2)

Slide 29 - Tekstslide


Verkoopgesprek 1
Verkoper:  
Je bent eigenaar van een exclusieve bloemenwinkel. Je bent gespecialiseerd in bruids- en rouwwerk. Je verkoopt dus naast boeketten en planten ook bruidsboeketten, corsages en rouwstukken. Er komt een klant in de winkel die een gewoon boeket wil kopen. Je vraagt waarvoor het boeket bedoeld is, wat voor boeket ze wilt, de kleur, enzovoort. Daarnaast wil je weten of het voor een cadeau is en ingepakt moet worden? Het boeket kost € 17,50  
  

Klant:  
Je gaat naar een exclusieve bloemenwinkel om een boeket te kopen voor je beste vriendin die vandaag jarig is. Het boeket mag niet meer dan € 20,00 kosten. Bij het betalen aan de kassa laat je uit enthousiasme weten dat je over een maand gaat trouwen. Wacht af of de eigenaar hier op in gaat en jou aanbied om het bruidsboeket en de corsages te verzorgen. 

Slide 30 - Tekstslide


Verkoopgesprek 2
Verkoper: 
Je werkt in een tuincentrum met bloemen, kamerplanten en tuinplanten.  Er komt een klant in de winkel die een kamerplant wil kopen. Je probeert door middel van vragen erachter te komen waarvoor de plant bedoeld is, of het een bloeiende of groene plant moet zijn. Probeer er een mooie pot bij te verkopen. De plant kost € 14,95. De pot die je er eventueel bij verkoopt kost € 19,95  
  

Klant: 
Je gaat morgen op visite bij een goede vriend die net verhuisd is. Je wilt hem blij maken met een groene plant, omdat hij niet zulke groene vingers heeft. Het moet dus een plant zijn die niet veel water nodig heeft en op een plek met halfschaduw. Je weet niet of ze al een pot hebben. Je wilt maximaal  € 30,00 uitgeven in totaal.   
 

Slide 31 - Tekstslide


Verkoopgesprek 3
Verkoopster:  
Je bent medewerker bij een bloemenwinkel.  De bloemen zijn net binnen gebracht. Je bent ze aan het schoonmaken om in de winkel te zetten. Er komt een klant in de winkel die een mooie bos met 25  rode rozen wil kopen. Je hebt nog rozen in de winkel staan, maar er zijn ook net nieuwe rode rozen binnen gekomen. Het liefst wil je van de ‘oude’ rozen af. De rozen kosten € 1,25 per stuk. Je bezorgt ook aan huis. De bezorgkosten zijn € 2,50.  

  
Klant:  
Je bent morgen 25 jaar getrouwd en wil je man / vrouw verrassen met een mooie bos rode rozen. Je ziet in de winkel rode rozen staan, maar je hebt ook gezien dat de medewerker net nieuwe rode rozen op de vaas aan het zetten is. Eigenlijk wil je de verse rozen hebben. Je wilt het boeket thuis laten bezorgen. Het adres mag je zelf verzinnen.   
 

Slide 32 - Tekstslide

Welk verkoopgesprek heb je gekozen?
En waarom?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Een klantgesprek voeren

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video