Eb en vloed

Eb en vloed
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Eb en vloed

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies een willekeurige stad aan zee. Hoe vaak is het eb en hoe vaak vloed?
Hoeveel tijd zit er tussen twee momenten van hoogtij?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

De getijden worden veroorzaakt door de maan. Maar hoe dan precies? De maan
draait om de aarde en doet over een omloop ongeveer 4 weken. Daarnaast draait de
aarde in 24 uur ook om zijn as. 
De maan draait om de aarde, maar de
aarde draait ook een klein beetje om de maan. Eigenlijk draaien de aarde en de
maan samen om een gemeenschappelijk zwaartepunt. Maar omdat de aarde veel
zwaarder is dan de maan, bevindt het gemeenschappelijk zwaartepunt zich in de
aarde. De aarde lijkt daardoor niet om de maan te draaien, maar wiebelt een beetje.
De aarde en de maan trekken
elkaar aan, maar doordat ze bewegen ten opzichte van elkaar, bewegen ze niet naar
elkaar toe. De zwaartekracht zorgt er wel voor dat de aarde een beetje wordt
uitgerekt. Hierdoor krijgt de aarde een bult aan de zijde die naar de maan is gericht
en een bult daar recht tegenover.

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kijkvraag:
Welke zee en/of oceanen hebben amper getijden?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke zee en/of oceanen hebben amper getijden?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Getijden inde Noordzee
De beweegrichting van het water in
de Noordzee. De lijnen zijn plekken
met een gelijklopend getij. Tussen
twee lijnen zit 1 uur verschil. De
punten waar de lijnen samenkomen,
zijn plekken waar geen getij is

Slide 10 - Tekstslide

De aantrekkingskracht van de maan werkt voornamelijk in de grote oceanen en is het
sterkst rond de evenaar. In die regio’s zijn de getijdekrachten het grootst en kan het
water zich het makkelijkst verplaatsen. In binnenzeeën is te weinig water dat kan
worden aangetrokken door de maan. Zelfs in de grootste binnenzee ter wereld, de
Middellandse Zee, is het getijdeverschil nergens groter dan 50 cm. Er is daar te weinig
water en de Straat van Gibraltar is te nauw om
genoeg water vanuit de oceaan naar de
Middellandse Zee te laten stromen. De
Noordzee is relatief klein, maar goed
verbonden met de Atlantische Oceaan. Vanuit
de Atlantische Oceaan komen twee
getijdegolven de Noordzee in: via het Kanaal
en via het noorden van Schotland. De vloedgolf
doet er 12 uur over om vanuit het noorden van
Schotland bij het zuiden van Engeland te
komen. Daar komt hij samen met de vloedgolf
uit het Kanaal. Vanaf daar reist het water langs
de kust van Nederland in een draaibeweging
tegen de klok in door de Noordzee. De
vloedgolf doet er 12 uur over om van Vlissingen
naar de Duitse Bocht te komen. In Den Helder
zijn de getijden daardoor tegengesteld aan die
in Vlissingen. De getijden in Nederland lopen
24 tot 36 uur achter op het getij in de oceaan.
Wat heeft een schrikkelseconde te maken met de getijden?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft de komeet Shoemaker-Levy 9
met getijden te maken

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu een pagina voor je expeditielogboek over eb en vloed.
Gebruik de woorden: 
getijden, zwaartekracht, maan, schrikkelseconde
Maak een pagina 
waarin je vertelt over de getijden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies