Verlichting v5

De Verlichting 
De Verlichting was een filosofische beweging die zich keerde tegen de grote macht van de kerk, en koning en samenleving
-De Verlichters willen dat de mensen hun verstand gebruiken en zelf kritisch nadenken → opvoeding en scholing moeten verbeterd worden om zo kritische burgers te krijgen.
-Onderzoek en onderwijs zou ook de situatie in de samenleving verbeteren --> bijv. ziektes konden bestreden worden, maar ook armoede en onderdrukking van de bevolking.







1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Verlichting 
De Verlichting was een filosofische beweging die zich keerde tegen de grote macht van de kerk, en koning en samenleving
-De Verlichters willen dat de mensen hun verstand gebruiken en zelf kritisch nadenken → opvoeding en scholing moeten verbeterd worden om zo kritische burgers te krijgen.
-Onderzoek en onderwijs zou ook de situatie in de samenleving verbeteren --> bijv. ziektes konden bestreden worden, maar ook armoede en onderdrukking van de bevolking.







Slide 1 - Tekstslide

Meningsverschillen
Verlichters waren het vaak niet met elkaar eens en discussieerden er flink op los en over allerlei onderwerpen:
-God en de rol van  bijgeloof; de bijbel, de rol van de kerk in de samenleving ( zie Spinoza en Voltaire!)
-Politiek en staat: Het absolutisme werd bekritiseerd en men wilde dit vervangen: (Zie Rousseau, John Locke en Montesquieu)
-Rousseau wilde een bestuur waarin het volk meer te zeggen zou hebben (Rousseau) 
-John Locke wilde een contract tussen koning en volk waarin de koning zich inzet voor de belangen van het volk

Slide 2 - Tekstslide

Jean Jacques Rousseau

Slide 3 - Tekstslide

Ideeën van Rousseau
Tegen de tijdgeest in betoogde Rousseau dat de vooruitgang in kunst en wetenschap vanuit moreel oogpunt juist een achteruitgang betekende. Met deze visie week Rousseau af van andere filosofen uit de tijd van de Verlichting. Wat hij met hen deelde was het geloof in vrijheid en gelijkheid, maar tegen ‘de rede’ en ‘vooruitgangsgeloof’ keek Rousseau anders aan dan de meest verlichte denkers. Bij Rousseau stond niet de rede die tot vooruitgang leidde centraal, maar het hart en de ‘natuurlijke toestand’ van de onbedorven mens. Deze leefde als wilde of als plattelandsmens, twee types die Rousseau verheerlijkte omdat ze een natuurlijk leven hadden. De mens was in zichzelf vrij en onafhankelijk, aldus Rousseau, maar werd uiteindelijk bedorven door luxe, vooruitgang en wetenschap.

Slide 4 - Tekstslide

Met het boek 'Du contrat social' bracht Rousseau een alternatieve visie op de politiek naar voren. Landen moesten bestuurd worden door de algemene wil van het volk, dat een ‘sociaal contract’ (maatschappelijk verdrag) aanging met de bestuurder. Iedere burger heeft gelijke rechten, maar wel moet het door de maatschappij aangewakkerde eigenbelang opgeheven worden in een algemene wil. 
 T

Slide 5 - Tekstslide

Tegenover de individualistische staatsopvattingen van filosofen als Thomas Hobbes (1588-1679) en John Locke (1632-1704), bepleitte Rousseau dus het collectieve als het eindpunt van de democratie, niet het individu. Rousseau beschouwde de gemeenschap als het eindpunt van de democratie,  Tijdens de Franse Revolutie werd hij om deze reden een idool van de Franse natie.

Slide 6 - Tekstslide

Emile
In Émile keerde Rousseau zich tegen de autoritaire opvoeding van kinderen en bepleitte hij het belang van de vaderlijke rol in de opvoeding. In het boek komt duidelijk naar voren dat voor Rousseau de natuur goed was, terwijl de cultuur c.q. de maatschappij de mens slecht maakte. Je kon kinderen daarom het beste opvoeden in de natuur. In het boek kreeg de denkbeeldige leerling Émile van zijn vader opvoeding, tot hij zelf vader werd. Émile groeide op in een pedagogisch klimaat dat zich kenmerkte door weinig gezag en veel vrijheid.

Slide 7 - Tekstslide

Welke ideologieën en staatsvormen zijn te herleiden uit de ideeën van Rousseau?

Slide 8 - Open vraag

Montesquieu

Slide 9 - Tekstslide

In 1748 publiceert Montesquieu een nieuwe werk: l’Esprit des Lois (Over de geest van de wetten). In dit boek, dat door de Fransman aanvankelijk opnieuw anoniem wordt uitgebracht, worden de politieke en sociale leefvormen van verschillende volken door de eeuwen heen in kaart gebracht. Het boek, dat vaak als zijn hoofdwerk wordt beschouwd, onderscheidt drie regeringsvormen: De republiek (een samensmelting van de democratie en de aristocratie), de monarchie en het despotisme (het systeem waarbij één persoon of een kleine groep mensen de absolute macht heeft). In het boek introduceert de Franse geleerde ook voor het eerst de Driemachtenleer die later bekend wordt als de Trias Politica.


Slide 10 - Tekstslide

Trias Politica
In zijn werk l’Esprit des Lois concludeert Charles Montesquieu dat er drie machten zijn die gescheiden moeten worden:
De wetgevende macht
De uitvoerende macht
De rechtsprekende macht
Volgens Montesquieu moeten deze drie verschillende machten elkaar controleren en mag de macht dus niet meer bij een kleine selecte groep van adelijken en geestelijken alleen liggen. Ook moeten de machten gezamenlijk voorkomen dat een van de machten de bovenhand krijgt.

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten
Opdracht maak vraag 4 tm 7
- bespreken
Opdracht: maak vraag 7 tm 12
-bespreken 
opdracht: maak vraag 13 tm 17.

Slide 12 - Tekstslide

Thomas Hobbes
John Locke

Slide 13 - Tekstslide

Welke politieke ideeën hadden Hobbes en Locke?

Slide 14 - Open vraag

8.2 Verlicht absolutisme
- Sommige vorsten in Europa wilden hervormingen op basis van verlichte ideeën:
- niet het goddelijk recht maakte hen tot absoluut vorst maar hij moest in de eerste plaats van nut zijn voor de samenleving en zorgen voor zijn onderdanen.
-oude gewoonten en privileges schafte hij af als hij dat nodig vond
- belangen van de adel kwamen in het gedrang: zij waren gebaat bij het instandhouden van privileges die zij genoten.

Slide 15 - Tekstslide

Verlicht, maar toch absoluut
-Ongelijkheid bleef: de adel behield veelal privileges en lijfeigenschap bleef bestaan. 
Oorzaak hiervan was dat de adel te vriend gehouden moest worden.
-De vorst wilde wel alle macht behouden, maar zocht een manier om de monarchie te moderniseren, door verlichte ideeën in te voeren.

Slide 16 - Tekstslide

Publieke opinie
-Verspreiding van verlichte ideeën door tijdschriften en oprichting van genootschappen waar openlijk werd gediscussieerd over van alles.
-Regeringen waren daar meestal niet blij mee en probeerden te vrijheid van meningsuiting te beperken met o.a. censuur.
-tegenhouden of onderdrukken van verlichte ideeën was onmogelijk: boeken en pamfletten werden in de Republiek gedrukt en binnengesmokkeld.

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten
Maken vraag 2 tm 10

Slide 18 - Tekstslide

Émile kreeg geen godsdienstonderwijs en werd tot zijn vijftiende levensjaar beschermd voor allerlei geleerde ‘kletskoek’, zoals geschiedkundige en filosofische verhandelingen. Rousseau geloofde namelijk in de aangeboren goedheid van de mens. De verschillen tussen arm en rijk, tussen heersers en onderdrukten maakten de mens slecht.

Slide 19 - Tekstslide

8.3 Burgers aan de macht
- In de 18e eeuw zijn er drie belangrijke democratische Revoluties geweest: (waarom worden ze  'democratische revoluties'genoemd?)
1. Amerikaanse Revolutie 1776-1783
2. Bataafse Revolutie 1786
3. De Franse Revolutie 1789-1799
De Verlichting zorgde voor de theoretische onderbouwing van deze revoluties

Slide 20 - Tekstslide

Amerikaanse Revolutie
-Amerikaanse Revolutie tegen de absolute macht van de Engelse koning over Amerika
-Amerikaanse burgers eisten inspraak in het bestuur en in 1783 werden de Amerikanen onafhankelijk en in 1787 ontstond de federatie de Verenigde Staten.
-Kenmerken: grondwet; representatieve democratie, met stemrecht voor witte mannen met bezit; trias politica (parlement, president; rechterlijke macht)

Slide 21 - Tekstslide

Verenigde Staten

Slide 22 - Tekstslide

Bataafse/Nederlandse Revolutie
- Geen koning maar stadhouder van Holland belangrijkste functie.
- Stadhouder met kleine groep regenten maakten de dienst uit en economie ging slecht, kritische burgers (patriotten) wilden meer inspraak.
- In 1789 werd deze revolutie mbv Pruisen onderdrukt --> macht van stadhouder hersteld.

Slide 23 - Tekstslide

Franse Revolutie

Slide 24 - Tekstslide

examenvragen
De Franse wiskundige en filosoof Maupertuis (1698-1759) schrijft in zijn herinneringen:

Het schouwspel van het heelal wordt groter, mooier en nog waardiger van zijn schepper, wanneer men weet dat een klein aantal wetten, die zeer wijs in elkaar zitten, voor al deze bewegingen zorgen. (...) Pas dan kan men een juist oordeel vormen van de macht en de wijsheid van het opperwezen. Wat een voldoening voor de menselijke geest die de wetten onderzoekt die het principe zijn van de beweging en de rust van alle hemellichamen, om hierin het bewijs te vinden van diegene die het heelal bestuurt.

In dit fragment wordt een opvatting weergegeven die past bij de Verlichting.

Leg uit welke opvatting dat is.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide