1A + 1E Dinsdag 25 januari Schooltaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Als je 

binnenkomt:

BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?

BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?

HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?

ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?

STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 

BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Wat gaan we doen vandaag:

• Planning van presentaties bespreken
  
• Oefeningen maken met schooltaalwoorden en gebruik van het woordenboek. 

Lesdoelen:

Na deze les ken je tien nieuwe schooltaalwoorden: regelmatig, het kenmerk, en dergelijke (e.d.), tot slot, het evenwicht, vanzelfsprekend, schijnen, inderdaad, zich aanpassen aan, kloppen.

Deze week:

Vandaag: schooltaalwoorden

Woensdag en donderdag: presentaties en inhaaltoetsen?

Vanaf volgende week: starten met H3 uit je boek.

Schooltaalwoorden

Wat zijn dat?

Ik deel een blaadje met oefeningen uit

Thuisgroep: kijk in de chat en maak de antwoorden in je schrift. 

Werk zelfstandig en in stilte, je hebt 15 minuten de tijd. 

Je mag een woordenboek gebruiken!

Check-in duo's

Vergelijk je antwoorden met die van je buurman/vrouw.

Bij verschillende antwoorden bespreek je wat het beste antwoord is. 

Pak je telefoon en log in in Lesson Up

'regelmatig" betekent':

1. Goed
2. Vaak
3. Weinig

Een kenmerk is...

1. Iets waaraan je iets herkent
2. Iets geks aan iets
3. Nadelen aan iets

Je kan de ballon kapot prikken met punaises of spelden en dergelijke.
'En dergelijke' betekent...

1. en andere dingen die daarop lijken
2. En krijtjes
3. En de andere leerlingen

Tot slot wil ik zeggen dat ik jullie een leuke klas vind. 'Tot slot' betekent:

1. Tenminste
2. Eigenlijk
3. Tot slot

Vul het juiste woord in:
Als je valt, ben je uit .... geraakt

Een ... van Vincent van Gogh is dat hij maar één oor had

Het .... zo te zijn dat de pandemie bijna voorbij is

Dat klopt ..... . Ik heb het helemaal gehad met de maatregelen.

Kamelen zijn dieren die... heel goed .... hun omgeving

1. zich heel goed kunnen bemoeien met
2. zich heel goed kunnen aanpassen aan

Ik ben het niet met je eens, want .... wat je zegt

1. Het is waar
2. Het klopt niet

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?