K2 H3 Spelling (I): hoofdletters

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

DOEL

HOOFDLETTERS

- je weet wanneer je hoofdletters moet schrijven

Slide 2 - Tekstslide

De ____ is een typische zangvogel die zich vooral 's ochtends laat horen.
A
merel
B
Merel

Slide 3 - Quizvraag

Morgen gaan ___ en ik skiën in Winterberg.
A
merel
B
Merel

Slide 4 - Quizvraag

_____ is goed in klassiek ballet, omdat zij zonder moeite balans kan houden.
A
roos
B
Roos

Slide 5 - Quizvraag

Ik kreeg een mooie rode ____ als blijk van waardering.
A
roos
B
Roos

Slide 6 - Quizvraag

Mijn broer ging met zijn vriend ___ naar de nieuwe skatebaan.
A
jaap
B
Jaap

Slide 7 - Quizvraag

Zullen we die grote ___ maar snel verbinden, voordat er bacteriën in komen?
A
jaap
B
Jaap

Slide 8 - Quizvraag

HOOFDLETTERS


Bekijk het volgende filmpje!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

WEL hoofdletters

- aan het begin van een zin

- bij namen: Kimberley, Feiya

- bij aardrijkskundige namen: Etten-Leur, Rucphen, Nederland

- bij woorden die afgeleid zijn van namen: Engels, Bredase

- bij straatnamen: Trivium, Stationsstraat, Parklaan

- bij merknamen van producten: Lays, Mercedes, Wicky

- bij namen van bedrijven: Praxis, Xenos, Lidl


Slide 11 - Tekstslide

GEEN hoofdletters

- bij namen van dagen: vrijdag, maandag, woensdag

- bij namen van maanden: januari, mei, juli

- bij namen van seizoenen: lente, zomer, herfst, winter

- bij namen van windstreken: noorden, zuiden, oosten

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf alle woorden uit de volgende zin op die met een hoofdletter moeten worden geschreven:

in het noorden van limburg ligt het plaatsje groesbeek.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf alle woorden uit de volgende zin op die met een hoofdletter moeten worden geschreven:

koopt menno dinsdag een cd van wiz khalifa in de winkel?

Slide 14 - Open vraag

Schrijf alle woorden uit de volgende zin op die met een hoofdletter moeten worden geschreven:

jouw oom en tante wonen toch op stationsplein 33?

Slide 15 - Open vraag

Schrijf alle woorden uit de volgende zin op die met een hoofdletter moeten worden geschreven:

rijdt jouw vader een audi of een tesla?

Slide 16 - Open vraag

Schrijf alle woorden uit de volgende zin op die met een hoofdletter moeten worden geschreven:

volgende week starten de europese kampioenschappen.

Slide 17 - Open vraag

Schrijf alle woorden uit de volgende zin op die met een hoofdletter moeten worden geschreven:

tuschinski is een bioscoop van pathé in amsterdam.

Slide 18 - Open vraag

Schrijf alle woorden uit de volgende zin op die met een hoofdletter moeten worden geschreven:

mijn zus kyra en ik houden meer van de zomer dan de winter.

Slide 19 - Open vraag

Elke derde woensdag in ____ is er een festival in Maastricht.
A
juli
B
Juli

Slide 20 - Quizvraag

____ en ____ bieden veel werkgelegenheid.
A
Klm en ns
B
Klm en Ns
C
KLM en Ns
D
KLM en NS

Slide 21 - Quizvraag

De ____ taal is lastig voor studenten uit ____.
A
engelse - China
B
engelse - china
C
Engelse - China
D
Engelse - china

Slide 22 - Quizvraag

____ eet ik vaak yoghurt met muesli en fruit.
A
'S Morgens
B
'S morgens
C
's Morgens
D
's morgens

Slide 23 - Quizvraag

Verbeter de onjuist gespelde woorden in de zin:

In het Noorden van nieuw zeeland raast de orkaan arina.

Slide 24 - Open vraag

Verbeter de onjuist gespelde woorden in de zin:

Donderdag en Vrijdag is het verkeer gestremd in de bollelaan in huizen.

Slide 25 - Open vraag

Verbeter de onjuist gespelde woorden in de zin:

Op zondag eenentwintig januari vieren we de trouwdag van onze ouders.

Slide 26 - Open vraag

GELEERD?

HOOFDLETTERS

- je weet wanneer je hoofdletters moet schrijven

Slide 27 - Tekstslide

Wat wist je al?

Slide 28 - Open vraag

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 29 - Open vraag

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 30 - Tekstslide