5.3 De Reformatie

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Reformatie

Slide 2 - Woordweb

leerdoelen
- je kunt de kritiek op de kerk beschrijven en verklaren.
- Je kunt de oorzaak, de inhoud en de gevolgen van de contraformatie beschrijven
- Je weet welke gevolgen de hervormingen had voor de maatschappelijke en politieke situatie in Europa 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is Humanisme?
A
geloven in de kracht van de mens
B
het geloof dat God niet nodig is voor zingeving
C
vertrouwen op je eigen denkvermogen
D
Alle drie zijn waar

Slide 4 - Quizvraag

Waarom begon de renaissance in Italië?

Slide 5 - Open vraag

Erasmus
- Bestudeerde de Vulgaat
- Nieuwe vertaling 1516
- Lof der Zotheid

Wat wil Erasmus? 

Slide 6 - Tekstslide

5.3 De Kerkhervorming
  • Kritiek op de RK kerk was er al in de veertiende eeuw:
  • Geert Grote (1340-1384): 'Terug naar de eenvoud, tegen misstanden', 
  • grondlegger moderne devotie; gestorven aan de pest (Deventer).

  • John Wycliffe (1330-1384): 'Bijbel is de bron van het geloof, priesters zijn  overbodig' > ter dood veroordeeld, ontkomen en na dood alsnog verbrand.
  • Johannes Hus (1369-1415): 'Christus hoofd van de kerk, tegen aflaten en relieken, bijbel in volkstaal' 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wie was Maarten Luther?

Slide 9 - Open vraag

Luther
Kritiek:
- Hypocriete geestelijken.
- Geld verdienen aan aflaten
- Rijkdom van de katholieke kerk 

- 1517: 95 stellingen
* Bijbel is belangrijkste bron van het geloof
* Het geloof en vertrouwen in God is de basis van het geloof 

--> Ideeën verspreiden zich snel door de 
boekdrukkunst.

Slide 10 - Tekstslide

Luther

--> 1520 worden de boeken van Luther
 in Leuven verbrand.
--> 1521 excommunicatie door de Paus
--> Karel V laat Luther op de Rijksdag 
in Worms spreken
--> Rijksban door Karel V
--> gesteund door Frederik de Wijze (Keurvost 
van Saksen)

Gevolg: Luther vindt dat vorst mag bepalen welk geloof in zijn gebied heerst.

Slide 11 - Tekstslide

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 14 - Quizvraag


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 15 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?


1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.
2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 16 - Quizvraag




Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen
van de Kerk en de geestelijken.
Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 17 - Quizvraag


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 18 - Tekstslide

Gevolgen in Heilig Roomse Rijk
- Vorsten waren bezig met centralisatie
- Adel inde vervolgens meer belasting bij boeren
- Boeren kwamen in opstand tegen de vorsten, wat leidde tot een nederlaag, Luther steunde hen niet

Slide 19 - Tekstslide

Waarom zou Luther de boeren niet steunen?

Slide 20 - Open vraag

Gevolgen (2)
- Veel vorsten gingen over, niet alleen religieuze redenen, maar economische
- Oorlog tussen Lutherse vorsten en Karel V
- Eindigde met de vrede van Ausburg

Slide 21 - Tekstslide

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. 
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
Veel aanhangers in Nederland

Slide 22 - Tekstslide

Johannes Calvijn
Ideeën:
- Geen heiligenbeelden
- Bijbel als Bron
- Predestinatieleer
- Overheid moet optreden als dienaar van God

Slide 23 - Tekstslide

Het verloop van de Reformatie 

Het Duitse rijk werd verscheurd door oorlog tot de Godsdienstvrede van Augsburg in 1555: elke vorst bepaalde voortaan de religie in zijn gebied. 

In Frankrijk was vanaf 1562 bloedige strijd: de 'bloedbruiloft' in 1572. Met het Edict van Nantes van 1598 kregen hugenoten (calvinisten) rechten.  

In Engeland ontstond in 1534 de protestantse Anglicaanse kerk geleid door de koning. Gesteund
door Spanje was er nog jaren katholiek verzet.

Slide 24 - Tekstslide

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk
  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.
  • Vervolging van protestanten (ketters) 
  • Contrareformatie: hervormingen in de Katholieke kerk, maar niet alle punten werden meegenomen

Slide 25 - Tekstslide

Een geschiedenis:
In 1546 brak een oorlog uit tussen Karel V en een aantal protestantse Duitse vorsten, die een jaar later in de Slag bij Mühlberg door Karel V werd gewonnen. In 1555 sloten Karel V en de Duitse vorsten de Vrede van Augsburg waarin de afspraak cuius regio, eius religio werd opgenomen.
Een historicus concludeert over deze geschiedenis dat Karel V de oorlog won, maar de vrede verloor.
2p 8 Geef aan: -dat de oorlog tussen Karel V en de Duitse vorsten verband hield met
ontwikkelingen sinds het optreden van Luther op de Rijksdag in
Worms en - waarom het vredesverdrag een nederlaag was voor het beleid van Karel V.

Slide 26 - Open vraag

Opdrachten
- Uitwerken leerdoelen 
- verder met de opdrachten

Slide 27 - Tekstslide