les 4 Vogels

Les over vogels
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Les over vogels

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Harry Potter heeft een prachtige vogel die hem post komt bezorgen op Zweinstein.
Het is een Sneeuwuil (die Hedwig heet).

Misschien zou jij ook wel zo'n spannend huisdier willen, maar uilen horen niet in een kooi thuis.
Sneeuwuilen zouden het in ons land waarschijnlijk ook te warm hebben. Ze voelen zich het prettigst in koude gebieden.

Slide 3 - Tekstslide

De uil is een vogel dat zie je meteen aan zijn:

  • veren
  • vleugels
  • snavel

Alle vogels hebben dat.
Zelfs vogels die niet kunnen vliegen zoals de pinguïn en de struisvogel. 


Slide 4 - Tekstslide



Een vogel kan vliegen.
Daar gebruikt hij zijn vleugels voor.
Maar er is nog iets nodig om te kunnen vliegen.

Weet jij het antwoord hierop?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video


Tijdens de vlucht komt er veel kracht op de botten staan.

De wanden van de botten van vogels zijn heel sterk en dus zwaar. Maar omdat de botten van binnen hol zijn , blijven de botten zelf licht. Holle botten zorgen zo voor een sterk, onbuigbaar skelet dat niet te zwaar is. 
Een skelet waarmee je kunt vliegen!

Slide 7 - Tekstslide



Op de volgende dia zie je een bot van een vogel
en een bot van een mens. 

Zie je verschil?


































































































































Vogels hebben holle botten. Dankzij deze botten 
zijn ze licht, waardoor ze makkelijk opstijgen 
en in de lucht blijven. 

Vergelijk de botten van een mens maar eens met die van een vogel.
Wat valt je op?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vogels zijn de enige dieren met veren.
De veren houden de vogel warm en droog en ze zijn belangrijk om te kunnen vliegen.

Slide 10 - Tekstslide



   

     Wat kun jij vertellen over een veer van een vogel?
      

Slide 11 - Tekstslide

Een vogel heeft 4 soorten veren:

1. donsveren
2. dekveren
3. slagpennen
4. staartpennen

Elke soort veer heeft een eigen functie en uiterlijk.

Slide 12 - Tekstslide

Donsveren:                                       
Dienen om de vogel warm te houden.

Slide 13 - Tekstslide

Dekveren:
                                    
1. Bedekken het lichaam van de vogel,
   zodat er nergens een open plek in het
   verenpak zit, anders zou de vogel nat
   en koud kunnen worden.

2. Zo zie je ook het verschil tussen
    een mannetje en vrouwtje.

 


Slide 14 - Tekstslide

Bij vogels is er vaak een groot verschil tussen de
mannetjes en de vrouwtjes.
De mannetjes zijn mooi met kleurige veren.
De vrouwtjes zien er saaier uit.

Waarom is dat verschil belangrijk?

Slide 15 - Tekstslide

Slagpennen:
Zijn stevige veren en vormen de vleugels, zonder deze veren kan hij niet goed vliegen.
Met deze veren kan de vogel stijgen en versnellen (sneller vliegen). 
Ze zitten in het bot van de vogel vast.
En zijn ook wat dikker.

Slide 16 - Tekstslide

Staartpennen:
Vormen de staart. 
Ze helpen met het opstijgen.
En dienen ook om te sturen,
remmen en stabiel te vliegen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Verzorgen van de veren.

Is heel belangrijk voor de vogels. Dit doen ze door te poetsen. Door het vet dat uit hun stuitklier komt over de veren te verspreiden, houden ze ze in goede conditie.
Zo voorkomen ze ook dat ongedierte in de vleugels vast gaan zitten.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Ruien

Veren zijn van hetzelfde materiaal gemaakt als onze nagels. Net als nagels slijten veren ook. Daarom ruien vogels elk jaar hun veren. Eenden en ganzen verliezen in een keer al hun slag- en staartpennen. Dat heeft tot gevolg dat ze dan niet kunnen vliegen. Ze zoeken dan een rustige plek op.
De meeste vogels verliezen hun veren één voor één, zodat ze ook tijdens de rui kunnen vliegen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Van welke vogel zou jij meer willen weten? 
Kies een vogel en verzin tenminste 8 vragen over dit dier. 
Vragen waarop je het antwoord natuurlijk nog niet weet. 
Voorbeeldvragen:
-Welke soort is dit?
-Wat eet deze vogel?
-Uit welk land komt deze vogel?
-Hoe oud kan deze vogel worden?
 

Slide 24 - Tekstslide