les 5 H4

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
vragen 4.4?
uitleg 4.5
aan de slag met 4.5

Slide 2 - Tekstslide


Je ziet hier een diagram van een estafetteloop. De 2e loper blijft rennen in hokje D. Wat voor snelheid is dit? 
A
Constante beweging
B
Vertragende beweging
C
Versnellende beweging

Slide 3 - Quizvraag


Je ziet hier een diagram van een estafetteloop. Het stokje wordt overgegeven aan de volgende in hokje B. Wat voor snelheid is dit? 
A
Constante beweging
B
Vertragende beweging
C
Versnellende beweging

Slide 4 - Quizvraag


Je ziet hier een diagram van een estafetteloop. De 2e loper heeft nu het stokje in hokje C. Wat voor snelheid is dit? 
A
Constante beweging
B
Vertragende beweging
C
Versnellende beweging

Slide 5 - Quizvraag

4.5 remmen
Na deze les weet ik
- welke rol op tijd stoppen heeft

Slide 6 - Tekstslide

Reactietijd = tijd waarin je ziet dat je moet remmen en het remmen zelf

Slide 7 - Tekstslide

Reactie afstand = is de afstand die je aflegt tijdens de reactietijd

Slide 8 - Tekstslide

Formule van de reactieafstand = snelheid x reactietijd
In eenheid m/s

Slide 9 - Tekstslide

Remafstand= de afstand die je aflegt wanneer je remt

Slide 10 - Tekstslide

De tempo waarin de snelheid afneemt heet vertraging
https://www.youtube.com/watch?v=6H10iA_NL5c&ab_channel=leodehaastv

Over remafstand

Slide 11 - Tekstslide

De vertraging van de auto's hangt af van:
A
De massa hoe zwaar een voertuig is
B
Hoe glad/droog de weg is
C
Remkracht, hoe hard je op de rem drukt
D
Hoeveel mensen in de auto zitten

Slide 12 - Quizvraag

Vertraging van een voertuig hangt af van:
- De massa, hoe zwaar het voertuig is. Hou zwaarder hoe langer de vertraging en remweg is.
- Remkracht, hoe hard iemand op de rem druk, hoe harder hoe sneller je remt
- Hoe droog/glad de weg is. Met ijzel/sneeuw is de remweg veel langer

Slide 13 - Tekstslide

Vertraging
Het verband tussen remafstand en de snelheid volgens de wettelijke eisen.
- bij 140 km/h heb je een remafstand van 145 meter
- bij 60 km/h heb je een remafstand van 25 meter

Slide 14 - Tekstslide

stopafstand = reactieafstand + remafstand 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is je remafstand als je 50 km/h rijdt?
A
25 m
B
20 m
C
25 km
D
20 km

Slide 16 - Quizvraag

Wat is je remafstand als je 80km/h rijdt?
A
45 m
B
60 m
C
45 km
D
60 km

Slide 17 - Quizvraag

Schapen op de weg
De auto rijdt met 90 km/h.  Hij ziet opeens op 100 meter afstand schapen op de weg.  De reactiesnelheid van de bestuurder is 1 seconde.
Staat de auto optijd stel?

Hiervoor moet ik de stopafstand berekenen

Slide 18 - Tekstslide

Schapen op de weg
Gevraagd: stopafstand kleiner dan 100m?


Gegeven: 90 km/h en 1 seconde reactietijd


Formules:
reactieafstand = snelheid x reactietijd

stopafstand = reactieafstand + remafstand 


Slide 19 - Tekstslide

We weten de snelheid dat is 90 km/h en de reactietijd die is 1 seconde. We willen van 90km/h naar m/s. wat moet ik met de 90 km/h doen?
A
- 3.6
B
+ 3,6
C
x 3,6
D
: 3,6

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel m/s is 90km/h?

Slide 21 - Open vraag

We weten de snelheid dat is 25 m/s en de reactietijd die is 1 seconde. Welke formule kunnen we nu gebruiken?
A
stopafstand = reactieafstand + remafstand
B
reactieafstand = snelheid x reactietijd

Slide 22 - Quizvraag

We weten de snelheid dat is 25 m/s en de reactietijd die is 1 seconde. We gebruiken de formule:
reactieafstand = snelheid x reactietijd
Wat is nu zijn reactieafstand?

Slide 23 - Open vraag

Schapen op de weg
Gevraagd: stopafstand kleiner dan 100m?


Gegeven: 
- 90km/h = 25m/s 
- 1 seconde reactietijd
- reactie afstand = 25 m


Formules:
stopafstand = reactieafstand + remafstand 


Slide 24 - Tekstslide

Gegeven:
- 90km/h = 25m/s
- 1 seconde reactietijd
- reactie afstand = 25 m
Formule:
stopafstand = reactieafstand + remafstand
Wat is nu zijn remafstand?
A
5 km
B
60 km
C
5 m
D
60 m

Slide 25 - Quizvraag

Je weet nu de reactie afstand die is 25 m en de remafstand want die is 60 m.
Bereken nu de stopafstand met de formule stopafstand = reactieafstand + remafstand.

Slide 26 - Open vraag

Met een remafstand van 85m remt hij dan op tijd als hij de schapen 100 m van zich af ziet?
A
Ja
B
nee

Slide 27 - Quizvraag

Voor het huiswerk
- ppt komt in teams
- gebruik de stappen van de ppt bij het huiswerk

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les
Maken 4.5 online

magister - leermiddelen - nask boek - eemsdeltacollege magister - magt2e - h4 - 4.5 maken
Loopt hij vast refresh de pagina
Anders maak je het in je boek.

Slide 29 - Tekstslide