E0019 Elasticiteit

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Een koffiezaak verhoogt de prijs van een dubbele espresso van € 3,00 naar € 3,30. Hierdoor daalt de maandelijkse verkoop van 200 naar 160 kopjes. Hoe hoog is de prijselasticiteit? Geef een berekening.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Als een prijsstijging van €20,50 naar €21 de gevraagde hoeveelheid van 25.400 stuks naar 25.069 stuks doet dalen, wat is dan de prijselasticiteit?

Slide 14 - Open vraag

Is de prijselasticiteit uit de vorige slide elastisch of inelastisch?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Een koffiezaak verhoogt de prijs van een dubbele espresso van € 3,00 naar € 3,30. Hierdoor daalt de maandelijkse verkoop van 200 naar 160 kopjes. Is de prijsverhoging positief of negatief voor de omzet?

Slide 21 - Open vraag

Een groenteboer verkoopt zijn spinazie voor €6,45 per kg. Zijn winkel is 6 dagen per week open. Per dag heeft hij bij deze prijs een gemiddelde afzet van 15,5 kg.
De groenteboer verlaagt zijn prijs met 10%. Hierdoor verkoopt hij per week 113,25 kg. Wat gebeurt er met zijn omzet? Laat zien met een berekening.

Slide 22 - Open vraag

De vraagfunctie van Paracetamol is Qv = -100p + 6000
Bereken de prijselasticiteit als de producent zijn prijs laat stijgen van 20 naar 25 euro. Zal deze prijsstijging de omzet doen toenemen of afnemen.

Slide 23 - Open vraag