persoonlijk vnw en 3e naamval

Gutenmorgen!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gutenmorgen!

Slide 1 - Tekstslide

Heute gehen wir...
die Grammatik wiederholen.
Du kannst die Endungen der Prateritum schreiben
Du kannst den Dritten Fall deuten

Slide 2 - Tekstslide

Wiederholung
TB Seite 46 und 54
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

vt - fotografieren
ich .... deine Mutter.
A
fotografierte
B
fotografiertete
C
fotografiertest
D
fotografiertetest

Slide 4 - Quizvraag

vt- verkaufen
Wir .... das Auto
A
verkaufen
B
verkauften
C
verkaufteten
D
verkochten

Slide 5 - Quizvraag

vt- melden
Der Soldat ... sich beim General.
A
meldet
B
meldete
C
meldetet
D
meldt

Slide 6 - Quizvraag

vt- antworten
Ihr ... die Fragen sehr gut.
A
antworten
B
antwortete
C
antwortet
D
antwortetet

Slide 7 - Quizvraag

Welke pers vnw ken je?

Slide 8 - Woordweb

Pers. vnw 3e naamval

Slide 9 - Tekstslide

Pers. vnw

ik, jij, hij, zij, wij, jullie, zij, u (als onderwerp, 1e naamval)


mij, me, jou je, u, hem haar, het ,ons, jullie, je, u ,hen, hun ,ze        (als lv en mv vorm voorkomen)


Ik heb haar dat gegeven.

Jullie geven het aan hem

Slide 10 - Tekstslide

De  3e naamval






Ich schicke meinem Vater Blume. Ich schicke .... Blume

Ich habe es deiner  Freundin gesagt. Ich habe es ..... gesagt.

Slide 11 - Tekstslide

Welk zinsdeel is de 3e naamval?

Slide 12 - Open vraag

Bij welke voorzetsels krijg ik de 3e naamval?
A
mit,nach,bei seit, von, zu ,aus
B
durch,für, ohne, um, bis entlang, gegen

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer 3e naamval?

Wanneer?

-als het meewerkend voorwerp is

-als het vooraf gegaan wordt door de vz:

mit, nach, bei, seit, von, zu, aus

Slide 14 - Tekstslide

het meewerkend vw. (3e naamval)

Je kunt "aan" of "voor"

vóór het zinsdeel zetten.

bijv

Ik geef mijn moeder bloemen.

"mijn moeder" is het meew. vw

Je kunt zeggen "aan" mijn moeder.

Slide 15 - Tekstslide

ich
du
er
wir
Sie
Sie
uns
ihm
dir
mir

Slide 16 - Sleepvraag

De  3e naamval






Ich schicke meinem Vater Blume. Ich schicke .... Blume

Ich habe es deiner  Freundin gesagt. Ich habe es ..... gesagt.

Slide 17 - Tekstslide

ich
du
er
wir
Sie
Sie
uns
ihm
dir
mir

Slide 18 - Sleepvraag

Ich gehe mit .... (hem) ins Kino
A
ihn
B
er
C
du
D
ihm

Slide 19 - Quizvraag

Ich komme gleich zu ....... (jou)
A
dir
B
dich
C
mir
D
du

Slide 20 - Quizvraag

Ich habe es bei ..... (jullie) zu Hause liegen lassen.
A
keuch
B
sie
C
ihr
D
euch

Slide 21 - Quizvraag

Stappen

Lees de zin!

wat is het onderwerp? -> 1e naamval

wat is het lv? -> 4e naamval

wat is het mv? ->  3e naamval

voorzetsels?       -> 3e of 4e naamval toepassen

Denk aan het geslacht!!

das Mädchen (o) => es dus geen sie!!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Aufgaben 
Ihr macht die aufgaben: 
54, 55, 56, 58, 60, 62, 64
und krontolliert sie!

Slide 25 - Tekstslide

Ich habe es ...... (haar) gegeben.

Slide 26 - Open vraag

Ich schicke ...... (jou) ein Foto.

Slide 27 - Open vraag

ich habe das mit ..... (hem) gemacht.

Slide 28 - Open vraag

ich habe das ..... (haar) geschenkt

Slide 29 - Open vraag

Noem 3 vz en 3 pers vnw
van de 3e naamval in het Duits

Slide 30 - Woordweb

Huiswerk

Slide 31 - Tekstslide