6.5 Sociaal gedrag

Welke is aangeleerd gedrag?
A
Alleen plaatje 1
B
Alleen plaatje 2
C
Geen van beide plaatjes
D
Allebei de plaatjes
1 / 40
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welke is aangeleerd gedrag?
A
Alleen plaatje 1
B
Alleen plaatje 2
C
Geen van beide plaatjes
D
Allebei de plaatjes

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag?
A
Een kind strikt de schoenveters nadat zijn ouders hem dat opdragen
B
Een konijn duikt zijn holletje in bij het zien van een vos
C
Een pasgeboren vogeltje opent zijn bek om aan te geven honger te hebben
D
Een man zwaait naar de buurvrouw die langsloopt

Slide 2 - Quizvraag

gapen in de baarmoeder
A
aangeleerd
B
aangeboren

Slide 3 - Quizvraag

Wat is conditionering ?
A
een reactie op een prikkel wordt bij herhaling van prikkel afgeleerd
B
gedrag dat door beloning of straf wordt aangeleerd
C
een leerproces dat alleen in een bepaalde korte periode kan plaatst vinden

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag
A
Een hond komt terug wanneer je hem roept
B
Kunnen schrijven
C
Een baby huilt wanneer hij honger heeft
D
Als de bel gaat pakken jullie je spullen in

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen operant conditioneren en klassiek conditioneren?
A
operant werkt met beloning en straf, en klassiek werkt met reflexen
B
operant is bewust en klassiek is onbewust
C
operant komt in de natuur niet voor en klassiek wel
D
operant werkt snel en klassiek werkt langzaam

Slide 6 - Quizvraag

Is het gedrag aangeleerd door imitatie, gewenning, trial-and-error of is het aangeboren?

slikken
A
imitatie
B
gewenning
C
trial-and-error
D
aangeboren

Slide 7 - Quizvraag

Is het gedrag aangeleerd door imitatie, gewenning, trial-and-error of is het aangeboren?

muggen doodslaan
A
imitatie
B
gewenning
C
trial-and-error
D
aangeboren

Slide 8 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van..
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
omgericht gedrag

Slide 9 - Quizvraag

Territorium - Territoriumgedrag
Wat is NIET waar?

A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag

Slide 10 - Quizvraag

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet het gedrag wat je vertoont (naar een organisme in een hogere orde) om een conflict te vermijden
A
overgeefgedrag
B
imponeergesdrag
C
statengedrag
D
verzoeningsgedrag

Slide 12 - Quizvraag

Bij veel dieren die in groepen leven is er sprake van een rangorde. Wat is een rangorde?
A
De volgorde van dieren van oud naar jong
B
De volgorde waarin dieren mogen eten
C
Het oudste dier is de baas
D
Ieder dier kent zijn plaats

Slide 13 - Quizvraag

Bas heeft zijn 4 kippen geobserveerd om te kijken wie elkaar pikt. Zijn resultaten:
*kip 1 pikt kip 4
*kip 2 pikt kippen 1, 3 en 4
*kip 3 pikt kip 1 en 4
Wat is de rangorde in de ze groep?

A
kip 2 staat boven aan de rangorde, kip 4 onderaan
B
kip 4 staat boven aan de rangorde, kip 2 onderaan
C
de volgorde in rangorde is kip 3, 4, 2 en als laatste 1
D
de volgorde in rangorde is kip 2, 4,3 en als laatste 1

Slide 14 - Quizvraag

Sociaal gedrag bij dieren

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
6.5.1 Je kunt uitleggen wat sociaal gedrag is en hoe dit gedrag de overlevingskansen van organismen beïnvloedt.
6.5.2 Je kunt uitleggen hoe sociaal gedrag evolueert.

Slide 16 - Tekstslide

Twee wilde honden vechten om een stuk vlees. Is hier sprake van sociaal gedrag?
A
Nee, vechten is niet sociaal.
B
Nee, sociaal gedrag vindt plaats tussen soortgenoten.
C
Ja, sociaal gedrag vindt plaats tussen soortgenoten.
D
Ja, sociaal gedrag is ook een vorm van gedrag.

Slide 17 - Quizvraag

Sociaal gedrag
  • = gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.

  • Handelingen van individu = signalen voor anderen.
  • Het is eigenlijk gewoon communiceren

Slide 18 - Tekstslide

Samenlevingsvorm
- solitair 
- paren (vissen, vogels, zoogdieren)
- groepen (insecten, vissen, vogels, zoogdieren)

waarbinnen valt de mens biologisch gezien? 

Slide 19 - Tekstslide

Vormen van sociaal gedrag
  • Samenlevingsvorm
  • Voortplantingsgedrag (balts/bronst)
  • Territoriumgedrag
  • Conflictgedrag  
  • Rangorde

Slide 20 - Tekstslide

Voordelen sociaal gedrag
De voordelen van het leven in groepen zijn:
  • verkleint de kans op predatie of maakt het jagen makkelijker
  • vergroot de kans op vinden van een partner (voortplanting)
  • vergroot de kans op grootbrengen jongen (voortplanting)
  • belangrijke vaardigheden leren van elkaar (imitatie)

Slide 21 - Tekstslide

Evolutie van sociaal gedrag
- Als door sociaal gedrag de totale overlevingskans van de individuen van een soort toeneemt, dan vindt selectiedruk plaats in het voordeel voor dit gedrag. 
- Het gedrag zal zich dan binnen de populatie verspreiden.

Slide 22 - Tekstslide

Balts en bronst
- opvallend en trekt daardoor partners aan
- vergroot de bereidheid tot paren
- minder agressie
- paarband versterken


Slide 23 - Tekstslide

* Territoriumgedrag en conflictgedrag.
  • Territorium --> voedsel en ruimte om nakomelingen groot te
      brengen. --> Dreiggedrag

  • Conflictgedrag
  • --> Oversprong gedrag

Slide 24 - Tekstslide

Rangorde 
  • Conflicten voorkomen 
  • --> Dreig- en imponeergedrag
  • --> Verzoeningsgedrag 

  • filmpje

Slide 25 - Tekstslide

Dit is een voorbeeld van..
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
omgericht gedrag

Slide 26 - Quizvraag

Territorium - Territoriumgedrag
Wat is NIET waar?

A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag

Slide 27 - Quizvraag

Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen opdracht 

Zelfstandig werken: opdracht  57 t/m 62
compact: 57, 58, 59, 61, 63
Dit is ook het huiswerk

Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen

Slide 28 - Tekstslide

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 29 - Quizvraag

Bij veel dieren die in groepen leven is er sprake van een rangorde. Wat is een rangorde?
A
De volgorde van dieren van oud naar jong
B
De volgorde waarin dieren mogen eten
C
Het oudste dier is de baas
D
Ieder dier kent zijn plaats

Slide 30 - Quizvraag

Hoe heet het gedrag wat je vertoont (naar een organisme in een hogere orde) om een conflict te vermijden
A
overgeefgedrag
B
imponeergesdrag
C
statengedrag
D
verzoeningsgedrag

Slide 31 - Quizvraag

Bas heeft zijn 4 kippen geobserveerd om te kijken wie elkaar pikt. Zijn resultaten:
*kip 1 pikt kip 4
*kip 2 pikt kippen 1, 3 en 4
*kip 3 pikt kip 1 en 4
Wat is de rangorde in deze groep?

A
de volgorde in rangorde is kip 2, 3, 1 en als laatste 4
B
de volgorde in rangorde is kip 4, 1, 3 en als laatste 2
C
de volgorde in rangorde is kip 3, 4, 2 en als laatste 1
D
de volgorde in rangorde is kip 2, 4,3 en als laatste 1

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

Wat is de functie van het dreiggedrag van de adder?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Video

Op welk signaal van het meisje reageert de gorilla?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Video

Wat is de functie van balts/bronstgedrag?

Slide 38 - Woordweb

Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten naar elkaar
Mensen en dieren hebben sociaal gedrag.
Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag heet een signaal.

Slide 39 - Tekstslide

0

Slide 40 - Video