Bijles

Bijles NS2
Telefoon voor in het lokaal

Planning:
* Type reacties
* atomen tellen en kloppend maken
*7 atoomsoorten 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Bijles NS2
Telefoon voor in het lokaal

Planning:
* Type reacties
* atomen tellen en kloppend maken
*7 atoomsoorten 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolen & formules
Symbolen zijn afkortingen voor atomen.
Formules zijn afkortingen voor moleculen.

Symbolen bestaan uit 1 of 2 letters. De eerste letter is altijd een hoofdletter, dit geeft aan dat je een nieuw symbool hebt. Staan er 2 letters, 1 grote en 1 kleine. Dan is dat 1 symbool.
Staan er 2 grote letters, dan heb je 2 symbolen.

Na = 2 letters; 1 grote en 1 kleine, dus 1 symbool
OH = 2 letters; 2 grote letters, dus 2 symbolen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten chemische reacties
Er zijn veel verschillende chemische reacties. 

Twee reacties die veel voorkomen zijn:
verbrandingsreacties en ontledingsreacties

Slide 3 - Tekstslide

Er zijn twee verschillende reacties die jullie moeten kennen.

Dit zijn verbrandingsreacties en ontledingsreacties. In andere slides komen we hier op terug.
Verbrandingsreactie H4.1
Een chemische reactie waarbij de brandstof reageert met zuurstof tot nieuwe stoffen. 

Reactieschema:
brandstof + zuurstof --> nieuwe stoffen

Slide 4 - Tekstslide

Verbrandingsreactie is een reactie van een brandstof + zuurstof. Deze brandstof kan bijna iedere andere stof zijn. Bijvoorbeeld magnesium, ijzer of stikstof. Zuurstof is altijd zuurstof.

Reactieschema:
is de reactie opgeschreven in worden. 

Brandstof en zuurstof zijn twee voorwaarden in de branddriehoek. Brandstof en zuurstof zijn chemische stoffen. 
Temperatuur is geen stof & komt dus ook niet voor in de reactievergelijking/-schema.
Ontledingsreactie H4.1
Een chemische reactie waarbij één beginstof verandert in twéé of méér reactieproducten


Reactieschema:
1 beginstof --> reactieproduct 1 + reactieproduct 2

Slide 5 - Tekstslide

Ontleden kun je vergelijken met het begrip zoals die bij biologie of Nederlands wordt gebruikt.

Biologie: één orgaan in meerdere kleine stukjes snijden.

Nederlands: één zin in meerdere kleine zinsonderdelen opbreken. 

Bij scheikunde is ontleden het 'breken' van een soort molecuul/stof in andere stoffen. Let op: bij sommige ontledingsreacties heb je meer dan 1 molecuul nodig van de beginstof. 
Ontledingsreacties
Elektrolyse              thermolyse          fotolyse
Elektriciteit                 warmte               licht

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn drie ontledingreacties die veel voorkomen en jullie moeten kennen.

Dit zijn: elektrolyse.
Ontleding door elektriciteit/stroom

Thermolyse:
Ontleding door warmte.

Fotolyse:
Ontleding door licht.
Verbrandingsreactie
  • Reactie van een brandstof met zuurstof.

  • Kun je herkennen aan de woorden: "verbranding van" & "reageert met zuurstof"

  • Pas op met "Verhitting"

Slide 7 - Tekstslide

Verbrandingsreacties zijn reacties binnen de scheikunde.

Hierbij reageert een brandstof met zuurstof.

Je kunt een verbrandingsreactie herkennen aan verschillende woorden in een tekst. Twee veel gebruikte woorden/ uitspraken zijn:
De verbranding van & reageert met zuurstof.

Stel je komt in de tekst tegen: De verbranding van magnesium geeft magnesiumoxide.

Dan weet je:
Magnesium reageert met zuurstof tot magnesiumoxide.

Pas op met de term verhitting. Verhitting wordt ook gebruikt bij thermolyse/ pyrolyse reacties (ontledingsreacties).
Atomen tellen
Hoeveel moleculen zie je?
Hoeveel verschillende moleculen zie je?

Hoeveel koolstof-atomen?
Hoeveel zuurstof-atomen?
Hoeveel waterstof-atomen?

Slide 8 - Tekstslide

Moleculen bestaan uit atomen. 

Atomen samen maken een molecuul. Je geeft dit aan door er streepjes tegen aan te tekenen. Zodat je ook ziet dat de atomen bij elkaar horen.

Atomen tellen
Hoeveel moleculen zie je? 5
Hoeveel verschillende moleculen zie je? 3

Hoeveel koolstof-atomen? 4
Hoeveel zuurstof-atomen? 3
Hoeveel waterstof-atomen? 20

Slide 9 - Tekstslide

Moleculen bestaan uit atomen. 

Atomen samen maken een molecuul. Je geeft dit aan door er streepjes tegen aan te tekenen. Zodat je ook ziet dat de atomen bij elkaar horen.

Groepjes atomen, zijn moleculen.
Op de volgende slide vind je manieren hoe je moleculen kunt tekenen.
Manieren waarop een molecuul getekend kan worden.
*Letters + lijnen                                                 *Alleen maar
*Bolletjes en lijntjes                                            bolletjes

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kloppend maken
Verschillen reactieschema en reactievergelijking
Schema:
 Water --> waterstofgas + zuurstofgas

Vergelijking:       

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boekhoud-methode

Slide 12 - Tekstslide

De boekhoud-methode is een manier hoe je voor jezelf inzichtelijk kan maken hoeveel je van welke atoomsoort/ letter hebt op welk moment.
Gebruik de boekhoud-methode

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

   2               3                 2


Gebruik hier de boekhoud-methode,
Dat is met die 2 strepen en die letters teken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik hier de boekhoud-methode

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 2           2               2                1
Gebruik hier de boekhoud-methode

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7 atomen in 2-tallen
Komen in de natuur nooit voor als los atoom, maar altijd in
tweetallen


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7-tweetallen reacties
Bij de verbranding van stikstof ontstaat stikstofdi-oxide

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7-tweetallen reacties
Bij de verbranding van stikstof ontstaat stikstofdi-oxide

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7-tweetallen reacties
Bij de verbranding van stikstof ontstaat stikstofdi-oxide

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7-tweetallen reacties
Bij de verbranding van stikstof ontstaat stikstofdi-oxide

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7-tweetallen reacties
Bij de verbranding van stikstof ontstaat stikstofdi-oxide

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7-tweetallen reacties
Bij de verbranding van stikstof ontstaat stikstofdi-oxide

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontledingsreactie kloppend
Bij de ontleding van water, ontstaan de elementen

Slide 24 - Tekstslide

Met de elementen wordt bedoelt:
niet-ontleedbare stoffen. In bijna alle gevallen zijn dit de atoomsoorten.

Dus O, N, C, Na, Fe, enzovoorts.

Dan moet je nog weten dat er 7 atoomsoorten altijd als element in tweetallen voorkomen.
Jood, broom, waterstof, stikstof, zuurstof, fluor, chloor.

Ontledingsreactie kloppend
Bij de ontleding van water, ontstaan de elementen

Slide 25 - Tekstslide

Met de elementen wordt bedoelt:
niet-ontleedbare stoffen. In bijna alle gevallen zijn dit de atoomsoorten.

Dus O, N, C, Na, Fe, enzovoorts.

Dan moet je nog weten dat er 7 atoomsoorten altijd als element in tweetallen voorkomen.
Jood, broom, waterstof, stikstof, zuurstof, fluor, chloor.

Ontledingsreactie kloppend
Bij de ontleding van water, ontstaan de elementen

Slide 26 - Tekstslide

Met de elementen wordt bedoelt:
niet-ontleedbare stoffen. In bijna alle gevallen zijn dit de atoomsoorten.

Dus O, N, C, Na, Fe, enzovoorts.

Dan moet je nog weten dat er 7 atoomsoorten altijd als element in tweetallen voorkomen.
Jood, broom, waterstof, stikstof, zuurstof, fluor, chloor.

Ontledingsreactie kloppend
Bij de ontleding van water, ontstaan de elementen

Slide 27 - Tekstslide

Met de elementen wordt bedoelt:
niet-ontleedbare stoffen. In bijna alle gevallen zijn dit de atoomsoorten.

Dus O, N, C, Na, Fe, enzovoorts.

Dan moet je nog weten dat er 7 atoomsoorten altijd als element in tweetallen voorkomen.
Jood, broom, waterstof, stikstof, zuurstof, fluor, chloor.

Ontledingsreactie kloppend
Bij de ontleding van water, ontstaan de elementen

Slide 28 - Tekstslide

Met de elementen wordt bedoelt:
niet-ontleedbare stoffen. In bijna alle gevallen zijn dit de atoomsoorten.

Dus O, N, C, Na, Fe, enzovoorts.

Dan moet je nog weten dat er 7 atoomsoorten altijd als element in tweetallen voorkomen.
Jood, broom, waterstof, stikstof, zuurstof, fluor, chloor.