2G les 6

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Eerst even dit......

• Je gaat zitten op de plek die op de plattegrond staat.
• Telefoon in de tas, jas uit en boeken, schrift en pen op tafel.
• Als ik praat, zijn jullie stil!
• Als je wat wilt vragen, steek je je vinger op en wacht je tot je de beurt krijgt. 
• Er wordt niet gegooid! 

Wat doen we vandaag?

• 10 minuten stil lezen
• Terugblik vorige les
• hen en hun
• opdracht 1 en 2
• Aan de slag!

Terugblik vorige les

• Een persoonlijk voornaamwoord verwijst altijd naar een ..... .
• Een bezittelijk voornaamwoord duidt een .... aan en staat altijd  .......... een znw.

Opdracht 1 en 2

Aan de slag!

Maken: opdracht 3 en 4 blz. 31 H1 Grammatica woordsoorten.

Opdracht 3 en 4

Samenvattend

• Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je?
• Welk onderscheid kun je nog maken bij de pers. vnw.?
• Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je? 

Huiswerk

Leren: de groene tekst van blz. 30 H1 Grammatica zinsdelen.

Maken: Opdracht 3 en 4 blz. 31 H1 Grammatica zinsdelen.