Nederlands 13/09

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

TaXi - KoFSCHiP

Na deze les weet je: 

- Het verschil tussen een sterk en zwak werkwoord.

- Wanneer het voltooid deelwoord eindigt op een d of een t.

In deze les

- Werkblad 1 en 2

- Opdracht 10 en 11 (blz.221 - 222)

- Klaar? Opdracht 12 en 13 (blz 223 - 224)

Zwakke en Sterke werkwoorden

Zwakke en Sterke werkwoorden

            ZWAK                                               STERK               

Klank verandert NIET              Klank verandert WEL

      Pakken  - Voelen                            Ruiken

      Pakte     -  Voelde                           Rook

      Gepakt  -  Gevoeld                        Geroken

TaXi - KoFSCHiP

Als de stam van een zwak werkwoord eindigt op één van de medeklinkers uit:

TaXi - KoFSCHiP

Eindigt het voltooid deelwoord op t

STAM = werkwoord -en

TaXi - KoFSCHiP

Koken (stam=Kok)

Kookte

Gekookt

STAM= werkwoord min -en

Werkwoord	stam
Fietsen
Spelen
Relaxen
Koken
Gamen
Telen

Werkwoord	Stam
Duwen
Tobben
Leren
Coachen
Proberen
Durven

TaXi - KoFSCHiP

Werkwoord	stam
Fietsen	Fiet s
Spelen	Spe l
Relaxen	Rela x
Koken	Ko k
Gamen	Ga m
Telen	Te l

Werkwoord	Stam
Duwen	Du w
Tobben	Tob b
Leren	Le r
Coachen	Coac h
Proberen	Probe r
Durven	Dur v

TaXi - KoFSCHiP

Werkwoord	Verleden tijd	Voltooid deelwoord
Fietsen	Ik fietste	Ik heb gefietst
Spelen	Ik speelde	Ik heb gespeeld
Relaxen
Koken
Gamen
Telen

TaXi - KoFSCHiP

Werkwoord	Verleden tijd	Voltooid deelwoord
Fietsen	Ik fietste	Ik heb gefietst
Spelen	Ik speelde	Ik heb gespeeld
Relaxen	Ik relaxte	Ik heb gerelaxt
Koken	Ik kookte	Ik heb gekookt
Gamen	Ik gamede	Ik heb gegamed
Telen	Ik teelde	Ik heb geteeld

TaXi - KoFSCHiP

Werkwoord	Verleden tijd	Voltooid deelwoord
Duwen	Ik duwde	Ik heb geduwd
Tobben	Ik tobde	Ik heb getobd
Leren	Ik leerde	Ik heb geleerd
Coachen	Ik coachte	Ik heb gecoacht
Proberen	Ik probeerde	Ik heb geprobeerd
Durven	Ik durfde	Ik heb gedurfd

Opdracht 10 en 11

Klaar?

Maak opdracht 12 en 13 (blz.223).

Let op! dit zijn 

sterke werkwoorden

Na deze les weet je: 

- Het verschil tussen een sterk en zwak werkwoord.

- Wanneer het voltooid deelwoord eindigt op een d of een t.