1.4 Regionale verschillen in Nederland

1.4 Nederland: Regionale verschillen 

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.4 Nederland: Regionale verschillen 

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Vorige les
Samen lezen 1.4 + uitleg
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Samen lezen 1.4

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg + vragen
Inloggen aub

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het economisch hart van Nederland?
A
High Tech campus Eindhoven
B
Twente
C
Randstad
D
Noord-Nederland

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

In ons land
Lage inkomens
Hoge inkomens
In het N en het Z 
In het W en het midden
Grote steden
Kleine steden /dorpen

Slide 7 - Tekstslide

Welke vier grote steden zijn gelegen in de Randstad?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Het economisch hart
De Randstad:
- Meeste werkgelegenheid
- Meeste inwoners
- Wordt het meeste geld verdiend

Slide 10 - Tekstslide

Mainport
Een mainport is een knooppunt van verschillende transportroutes (grote haven of vliegveld)


Slide 11 - Tekstslide

Welke mainports kent Nederland?
A
Eindhoven Airport + Schiphol Aiport
B
Schiphol Airport + Rotterdamse haven
C
Rotterdamse haven + Eindhoven airport
D
Maastricht airport + Rotterdamse haven

Slide 12 - Quizvraag

Wat kun je aflezen van de kaart?
  • gemeenten met lage inkomens in
    noorden en zuiden 
  • rijke gemeenten in
    westen en midden (Randstad)
  • hoge inkomens meer in kleine gemeenten dan in grote steden

Een inwoner van Drenthe, Groningen of Friesland verdient gemiddeld 7% minder dan de rest van Nederland

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken arme en rijke buurten
Arme buurten
Rijke buurten
Opleidingsniveau
Laag
Hoog
Leeftijdsopbouw
Veel jongeren en /of ouderen
Weinig ouderen / jongeren
Kwaliteit wonen
Minder goed
Goed
Bevolkings-samenstelling
Veel allochtoon
Vooral autochtoon

Slide 14 - Tekstslide

Wat is GEEN kenmerk van een arme buurt?
A
Veel studenten
B
Veel bejaarden
C
Veel hoogopgeleiden
D
Veel mensen met een uitkering

Slide 15 - Quizvraag

- Bebouwingsdichtheid
- Bevolkingsdichtheid
- Congestie
- Luchtkwaliteit 
- Waterkwaliteit 
Verschillen in de woonomgeving

Slide 16 - Tekstslide

Regionale verschillen in woonomgeving en gezondheid
c
Steden
Dorpen
Bebouwingsdichtheid
Hoog
(+ veel verkeer = congestie)
Laag
Bevolkingsdichtheid
Hoog
Minder hoog
Luchtkwaliteit
Slecht
Minder slecht
Waterkwaliteit
Goed
Minder goed
Levensverwachting
Lager
Hoger
Congestie
Meer - file
Minder

Slide 17 - Tekstslide

Tekst
Stedelijke gebieden
Landelijke gebieden
Congestie
Rust 
 Lage bebouwingsdichtheid
Hoge bevokingsdichtheid
Betere lucktkwaliteit
Gebrek aan ruimte
Lagere bevolkingsdichtheid
Weinig sociale cohesie

Slide 18 - Sleepvraag

Verschillen in waterkwaliteit
Waterkwaliteit in stedelijke gebieden hetzelfde als in landelijke gebieden.

Slide 19 - Tekstslide

Verschillen in levensverwachting
Wat valt op aan de kaart?

Inwoners van dorpen net buiten
de grote steden hebben gemiddeld een hogere 
levensverwachting, hoe komt dat?


Slide 20 - Tekstslide

Waarin zijn de regionale verschillen binnen Nederland niet groot?
A
Luchtkwaliteit
B
Waterkwaliteit
C
Bevolkingsdichtheid
D
Aantal files (congestie)

Slide 21 - Quizvraag

Waar is het luchtkwaliteit het slechts in Nederland?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Welke bewering klopt niet?
A
Inwoners van dorpen net buiten de grote steden hebben een hogere levensverwachting
B
Waterkwaliteit in stedelijke gebieden is aanzienlijk beter dan in landelijke gebieden
C
Gemeenten met lage inkomens liggen vooral in noorden en zuiden
D
Waterkwaliteit in stedelijke gebieden is hetzelfde als in landelijke gebieden

Slide 24 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd? Noteer begrippen, korte zinnen of steekwoorden :)

Slide 25 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maak van paragraaf 1.4:
opdr. 2, 3, 4, 5, 6
Klaar? maak opdr. 7

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video