(Woordenboek)oefening ter voorbereiding op de proefvertaling

(Woordenboek)oefening
ter voorbereiding op de proefvertaling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

(Woordenboek)oefening
ter voorbereiding op de proefvertaling

Slide 1 - Tekstslide

Zit je klaar met je woordenboek?

Slide 2 - Tekstslide

Je krijgt vragen over
  1. het geslacht van woorden
  2. de vertaling van naamvallen
  3. de toepassing van aantekeningen op een toets 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het geslacht van iuventus?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het geslacht van iuvamen?

A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het geslacht van het ZELFSTANDIG NAAMWOORD iuvenis?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 6 - Quizvraag

Het lemma iuvenis betekent: 1) jonge man, 2) (poët.) jonge vrouw, 3) (Suet.) jonge mensen van beide geslachten. Als je dit lemma tegenkomt bij Vergilius, welke vertaling(en) kies je dan?
A
jonge man
B
jonge vrouw
C
jonge mensen van beide geslachten

Slide 7 - Quizvraag

Nu volgt een aantal vragen over de vertaling van naamvallen

Slide 8 - Tekstslide

Met welk(e) voorzetsel(s) vertaal je de GENITIVUS in de regel?
A
van
B
aan/voor
C
met/door

Slide 9 - Quizvraag

Met welk(e) voorzetsel(s) vertaal je de DATIVUS in de regel?
A
van
B
aan/voor
C
met/door

Slide 10 - Quizvraag

Met welk(e) voorzetsel(s) vertaal je de ABLATIVUS in de regel?
A
van
B
aan/voor
C
met/door

Slide 11 - Quizvraag

Tot slot volgt nu een aantal vragen over de toepassing van aantekeningen

Slide 12 - Tekstslide

Stel, je krijgt de aantekening:
genetrix, icis = moeder. In de tekst staat genetricibus. Hoe vertaal je deze vorm? Geef alle goede opties.
A
Aan/voor moeders
B
met/door moeders
C
moeders
D
van moeders

Slide 13 - Quizvraag

Stel, je krijgt de aantekening: portus, us = haven. In de tekst staat portus. Hoe vertaal je deze vorm? Geef alle goede opties.
A
haven
B
aan/voor de haven
C
havens
D
van de haven

Slide 14 - Quizvraag

Stel, je krijgt de aantekening: res publica  = republiek. In de tekst staat rei publicae. Hoe vertaal je deze vorm? Geef alle goede opties.
A
van de republiek
B
aan/voor de republiek
C
van de republieken
D
met/door de republiek

Slide 15 - Quizvraag

Welk type vragen vond jij het moeilijkst in deze oefening?
Vragen over het geslacht van woorden
Vragen over de vertaling van naamvallen
Vragen over de toepassing van aantekeningen

Slide 16 - Poll

Op welk(e) onderde(e)l(en) van de proefvertaling ga jij morgen in het bijzonder letten?

Slide 17 - Open vraag