Proefvertaling

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Proefvertaling
Wat kan ik leren van de aantekeningen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is bij jou (het meest) van toepassing?
ik lees eerste de aantekeningen door voor ik ga vertalen
ik markeer de aantekeningen in de tekst voor ik ga vertalen
ik kijk tijdens het vertalen naar de aantekeningen
ik kijk alleen in de aantekeningen als ik iets niet snap
ik vergeet de aantekeningen vaak

Slide 3 - Poll

Tips
Op de toets stond ook: lees je vertaling nog een keer in zijn geheel door.

Het is altijd een 'logisch' geheel. Hoewel sommige verhalen wonderlijk zijn, zijn zinnen dat nooit. Kijk goed wie de hoofdpersonen zijn en probeer het verhaal te volgen.

Slide 4 - Tekstslide

ἐννοήσας
A
aor 2e ev - jij dacht na
B
aor 3e ev - hij dacht na
C
ptc aor nom - nadat hij nagedacht had
D
ptc pr nom - terwijl hij nadacht

Slide 5 - Quizvraag

Aantekening: εἰεν + παυσαιντο – optativus potentialis/ εἰμι – bestaan ;
hoe vertaal je een potentialis
A
mogelijkheid - zouden kunnen
B
onmogelijkheid - zouden
C
wens - moge
D
verbod - niet ...

Slide 6 - Quizvraag

Probeer eens: ὡς ἂν εἶέν τε ἅνθρωποι καὶ παύσαιντο τῆς ἀκολασίας
ὡς – hoe / εἰεν + παυσαιντο – optativus potentialis/ εἰμι – bestaan / παυω - doen stoppen / ἡ ἀκολασια – de brutaliteit

Slide 7 - Open vraag

αὐτους – let op! accusativus dus NIET vertalen met ‘zelf’
Hoe vertaal je dit dan?
A
zijzelf/henzelf
B
zichzelf
C
zij/hen
D
die

Slide 8 - Quizvraag

διατεμω – futurum van διατεμω =snijden

dus...
A
hij zal snijden
B
hij sneed
C
ik zal snijden
D
zij sneden zich

Slide 9 - Quizvraag

Νῦν μὲν γὰρ αὐτούς διατεμῶ δίχα
αὐτους – let op! accusativus dus NIET vertalen met ‘zelf’ / διατεμω – futurum van διατεμω =snijden / διχα – in twee stukken
Vertaal:

Slide 10 - Open vraag

ἀσθενέστεροι - comparativus
χρησιμώτεροι - comparativus
dus...
A
zwak - nuttig
B
meer zwak - meer nuttig
C
zwakker - nuttiger
D
zwakst - nuttigst

Slide 11 - Quizvraag

ἔσονται,
ἐσονται – futurum van εἰμι

A
zij zullen zijn
B
hij zal zijn
C
zij waren
D
ik zal zijn

Slide 12 - Quizvraag

καὶ μὲν ἀσθενέστεροι ἔσονται,
ἀσθενεστεροι comparativus van ἀσθενης (zwak)- / ἐσονται – futurum van εἰμι ; Vertaal:

Slide 13 - Open vraag

βαδιοῦνται
A
1e mv
B
3e mv
C
1e ev
D
3e ev

Slide 14 - Quizvraag

stelling 1 : Ἐὰν is een samentrekking
stelling 2 : Ἐὰν staat dus niet in het woordenboek
A
stelling 1 en 2 zijn waar
B
stelling 1 en 2 zijn niet waar
C
stelling 1 is waar stelling 2 is niet waar
D
stelling 1 is niet waar stelling 2 is waar

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal: τεμῶ
futurum van τεμῶ (snijden)

Slide 16 - Open vraag

πορεύσονται
A
futurum 1e ev
B
futurum 3e mv
C
aoristus 3e mv
D
coniunctivus pr 3e ev

Slide 17 - Quizvraag

Wat heb ik nu geleerd?

Slide 18 - Woordweb