engels

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

wat is 'bald' in het engels

1. baard
2. kaal
3. gek
4. klein

wat is 'bril' in het engels

1. tall
2. freckles
3. glas
4. glasses

wat is '30' in het engels

wat is 'sweet' in het engels

wat is 'happy' in het nederlands

1. blij
2. boos
3. geluk
4. gelukkig

wat is 'gym' in het nederlands

wat 'zien' in het engels

wat is 'subject' in het nederlands

1. pen
2. vak
3. voorwerp
4. klaslokaal

wat is 'of course' in het nederlands

1. niet
2. ja
3. natuurlijk
4. meschien

wat is 'around' im het nederlands

wat is 'al' in het engels

wat is 'far away' in het engels

1. ver weg
2. dicht bij
3. weg
4. in de buurt

wat is 'hang out' in het nederlands

wat betekent 'maybe' in het engels

wat is 'alike' im het nederlands

wat is 'beginnen' in het engels

1. start
2. go

wat is 'ook' in het engels

wat is 'voice' in het nederlands

wat is 'shout' in het nederlands

1. praten
2. roepen
3. boks
4. schreeuwen

wat is 'hug' in het nederlands

1. omhelzen
2. knuffelen