H3 water paragraaf 3

H3 water
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 water

Slide 1 - Tekstslide

Extra uitleg en oefeningen (ibook)
ga naar www.reviusprojecten.nl/ipad
klik op vakken reviuslyceum
klik op natuurkunde
wachtwoord: Binask
klik op leerjaar 2
kies voor ibook vast, vloeibaar en gas

Slide 2 - Tekstslide

H3 water en lucht

paragraaf 3 kookpunt en smeltpunt

Slide 3 - Tekstslide

Smelten is de fase-overgang van ….. naar ……
A
Vloeibaar naar vast
B
Vast naar vloeibaar
C
Vloeibaar naar gas
D
Gas naar vloeibaar

Slide 4 - Quizvraag

smeltpunt
Smelten is de faseovergang waarbij een vaste stof vloeibaar wordt. Om een stof te kunnen laten smelten moet je de stof verwarmen.

De temperatuur waarbij de stof over gaat van de vaste naar de vloeibare fase noemt men het smeltpunt

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het smeltpunt van ijs?
A
0 graden Celsius
B
100 graden Celsius
C
-273 graden Celsius
D
0 kelvin

Slide 6 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met het smeltpunt van een stof?
A
De plaats waar deze stof van vloeibaar naar vast over gaat
B
De plaats waar deze stof van vast naar vloeibaar over gaat
C
De temperatuur waarbij deze stof van vloeibaar naar vast gaat
D
De temperatuur waarbij deze stof van vast naar vloeibaar gaat

Slide 7 - Quizvraag

Welke fase-overgang is het tegenovergestelde van smelten?
A
Sublimeren
B
Verdampen
C
Stollen
D
Condenseren

Slide 8 - Quizvraag

kookpunt
Wanneer een vloeistof aan de kook raakt, dan gaat de vloeistof verdampen. verdampen is de faseovergang van vloeibaar naar gasvormig (zie paragraaf 1). Om een stof te kunnen laten verdampen moet je de stof verwarmen.
De temperatuur waarbij de stof over gaat van de vloeibare naar de gasvormige fase noemt men het kookpunt.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het kookpunt van water?
A
0 graden Celsius
B
100 graden Celsius
C
-273 graden Celsius
D
0 kelvin

Slide 10 - Quizvraag

wanneer een stof zijn kookpunt heeft bereikt, dan.....
A
Gaat deze stof over van vast naar vloeibaar
B
Gaat deze stof over van vloeibaar naar gas
C
Gaat deze stof over van vast naar gas
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 11 - Quizvraag

verdampen
Verdampen is de faseovergang van vloeibaar naar gasvormig. deze faseovergang kan bijv. bij water plaats vinden bij alle temperaturen zo lang het maar boven de nul graden Celsius is, immers anders bevriest water en wordt het juist vast. Hoe warmer het water is des te sneller het water verdampt. Wanneer een stof aan het verdampen is bij een temperatuur lager dan het kookpunt, dan vindt de faseovergang alleen plaats aan het oppervlak.

Slide 12 - Tekstslide

koken
Wanneer een stof kookt, dan gaat deze stof over van de vloeibare fase naar de gasvormige fase (verdampen). Dit kun je goed waarnemen, omdat er overal in de vloeistof gasbelletjes ontstaan. deze gasbelletjes zijn geen luchtbellen, maar bestaan uit water dat gasvormig is geworden We noemen dat waterdamp.

Slide 13 - Tekstslide

koken
Wanneer een stof kookt, dan is de stof aan het verdampen. Verdampen is de faseovergang van vloeibaar naar gasvormig. Verdampen kan bij iedere temperatuur plaats vinden, maar gaat het snelst op het kookpunt van een stof. dan vindt het verdampen niet alleen aan het oppervlak plaats, maar overal in de vloeistof. Je ziet dit als opstijgende belletjes.

Slide 14 - Tekstslide

Welke fase-overgang vindt er plaats als je water kookt?
A
Stollen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Verdampen

Slide 15 - Quizvraag

Verdampen is de fase-overgang van …. Naar ….
A
Vloeibaar naar vast
B
Vast naar vloeibaar
C
Vloeibaar naar gas
D
Gas naar vloeibaar

Slide 16 - Quizvraag

Tijdens het koken vindt er een fase-overgang plaats van …. Naar ….
A
Vloeibaar naar vast
B
Vast naar vloeibaar
C
Vloeibaar naar gas
D
Gas naar vloeibaar

Slide 17 - Quizvraag

verdampen en koken
verdampen en koken overeenkomst:
faseovergang van vloeibaar naar gasvormig

verdampen en koken verschillen:
temperatuur (koken alleen bij 100 graden)
belletjes (alleen bij koken)
Verdampen alleen aan oppervlak. Koken overal in de vloeistof.



Slide 18 - Tekstslide

Juist/onjuist
Bij koken en verdampen vindt dezelfde faseovergang plaats
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Juist/onjuist
koken van water kan bij iedere temperatuur boven nul graden Celsius plaats vinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Juist/onjuist
Wanneer een stof verdampt, dan zie je belletjes in die stof verschijnen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Juist/onjuist
Koken en verdampen zijn exact hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Fase-overgang herkennen 
in een grafiek (zuivere stof)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

fase van een stof
vast: wanneer de temperatuur van de ruimte 
onder het smeltpunt van de stof ligt.
vloeibaar: wanneer de temperatuur van de ruimte 
tussen het smeltpunt en het kookpunt van de stof ligt.
gas: wanneer de temperatuur van de ruimte boven het kookpunt van de stof ligt.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

In welke fase bevindt zuurstof zich bij 80 graden Celsius?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 28 - Quizvraag

In welke fase bevindt aluminium zich bij 850 graden Celsius?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 29 - Quizvraag

In welke fase bevindt goud zich bij 1000 graden Celsius?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 30 - Quizvraag

In welke fase bevindt kwik zich bij 20 graden Celsius?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 31 - Quizvraag

In welke fase bevindt stikstof zich bij -50 graden Celsius?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 32 - Quizvraag