Aan het eind van deze les:
- Ik ken de begrippen begingetal, stijggetal en daalgetal en kan deze aangeven in de woordformule, tabel en grafiek.
-Ik weet dat de grafiek bij een regelmatige toename een stijgende lijn is en bij een regelmatige afname een dalende lijn.
-Ik kan bij een ingevulde tabel (ingevuld m.b.v. een woordformule) de grafiek tekenen.