20.12. K12 K13 st ww t.t.

Willkommen
Wir brauchen heute Text- + Arbeitsbuch+ chromebook

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen
Wir brauchen heute Text- + Arbeitsbuch+ chromebook

Slide 1 - Tekstslide

Programm, Montag, 20.12.
Wörterliste A
Sterke werkwoorden
Hören
Sehen
Ihr könnt die unregelmäßigen Verben in der Gegenwart korrekt gebrauchen.
Ihr könnt ein Sprichwort mit Hilfe des Wörterbuchs verstehen.



Slide 2 - Tekstslide

Wörterliste A

Slide 3 - Tekstslide

ausreichen

Slide 4 - Open vraag

irgendwo

Slide 5 - Open vraag

die Tastatur

Slide 6 - Open vraag

meteen

Slide 7 - Open vraag

opslaan

Slide 8 - Open vraag

de gegevens

Slide 9 - Open vraag

Unregelmäßige Verben in der Gegenwart

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?
A
sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, zwakke niet.
B
zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, sterke niet.

Slide 11 - Quizvraag

Unregelmäßige Verben 
mit e im Stamm

Slide 12 - Tekstslide

Regel
Sterke werkwoorden met een "e" in de stam krijgen
bij: du  +  er, sie, es 


Als de "e" lang klinkt e -----> ie   bijv. sehen, du siehst
Als de "e" kort klinkt e -----> i     bijv. helfen, du hilfst

Slide 13 - Tekstslide

Sterke werkwoorden met e in stam t.t.


helfen


sehen
ich
helf - e
seh - e
du
hilf - st
sieh - st 
er/sie/es
hilf - t
sieh - t
wir
helf - en
seh - en
ihr
helf - t
seh - t 
sie/Sie
helf - en
seh - en
geholfen
gesehen

Slide 14 - Tekstslide

Sonderfälle
geben       ->  du gibst,  er,sie,es  gibt
nehmen   -> du nimmst,   er,sie,es nimmt
treten        -> du trittst,   er,sie,es tritt

Slide 15 - Tekstslide

Sterke werkwoorden met e in stam t.t.


helfen


sehen


geben


nehmen


treten
ich
helf - e
seh - e
geb - e
nehm - e
tret - e
du
hilf - st
sieh - st 
gib- st
nimm - st
tritt - st
er/sie/es
hilf - t
sieh - t
gib - t
nimm - t
tritt - t
wir
helf - en
seh - en
geb - en
nehm - en
tret - en
ihr
helf - t
seh - t 
geb - t
nehm - t
tret - et
sie/Sie
helf - en
seh - en
geb - en
nehm - en
ret - en
geholfen
gesehen
gegeben
genommen
getreten

Slide 16 - Tekstslide

Ausnahmen
stehen          -> du stehst,  er steht
gehen            -> du gehst,  sie geht
bewegen      -> du bewegst,  es bewegt

Slide 17 - Tekstslide

Du (sprechen)..................immer so leise.
A
sprichst
B
spricht
C
sprecht
D
sprechst

Slide 18 - Quizvraag

Der Arzt (geben)..............Meike eine Spritze.
A
gebt
B
gibst
C
gibt

Slide 19 - Quizvraag

Wo (treffen)....................ihr euch?
A
treffen
B
trifft
C
trefft

Slide 20 - Quizvraag

(essen) Was ............ du am liebsten?

Slide 21 - Open vraag

(helfen) Mein Vater ............ mir immer bei den Hausaufgaben.

Slide 22 - Open vraag

(helfen) ............ du mir dabei?

Slide 23 - Open vraag

Unregelmäßige Verben 
mit a im Stamm

Slide 24 - Tekstslide

Regel
Sterke werkwoorden met een "a" in de stam krijgen
bij: du, er, es , sie

Als de "e" lang kinkt a -----> ä   
bijv. tragen: du trägst, er,sie,es trägt
Geldt ook voor          laufen: du läufst, er,sie,es läuft
                                           stoßen: du stößt, er,sie,es stößt

Slide 25 - Tekstslide

fahren
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
fahre
fährst
fahrt
fahren
fährt
fahren
fahrst
fähren

Slide 26 - Sleepvraag

laufen - Der Schüler _______ durch die Sporthalle?

Slide 27 - Open vraag

laufen - Die Schüler _______ durch die Sporthalle?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Hören (+Rechnen)
Arbeitsbuch Seite 11
4.2 A


Slide 30 - Tekstslide

Sehen
Arbeitsbuch Seite 13
5.1



Slide 31 - Tekstslide

Klasse!
Ihr könnt unregelmäßige Verben korrekt gebrauchen.

Slide 32 - Tekstslide

Hausaufgaben für Montag, 13.12
Lernen:  Grammatik 1 + 2

Machen: K13 3.3 online



Slide 33 - Tekstslide