Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Starttaal VERVOLG - A - thema 2 - WOORDENSCHAT 1 - les 1
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
thema 2
thuis
les 1
woordenschat
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
In deze les zitten
25 slides
, met
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
thema 2
thuis
les 1
woordenschat
Slide 1 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
Slide 2 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
opdracht 1
blz 94
Slide 3 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
opdracht 2
blz 95
Bekijk het fragment
Jouw huis, onze regels
op Studiemeter.
Geef daarna antwoord op de vragen bij b.
Wat is een groot verschil tussen de gezinnen uit het fragment?
Wat vind je kenmerkend voor beide huizen?
In welk huis zou jij je het meest thuis voelen?
Wat maakt voor jou dat je je ergens thuis voelt?
Slide 4 - Tekstslide
studiemeter.uitgeverij-deviant.nl
Slide 5 - Link
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
opdracht 2
blz 95
Slide 6 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
opdracht 2
blz 95
Slide 7 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
opdracht 2
blz 95
In welk huis zou jij je het meest thuis voelen?
Wat maakt voor jou dat je je ergens thuis voelt?
Slide 8 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
opdracht 3
blz 96
Slide 9 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
doel van de les
Ik ken de betekenis van de themawoorden over thuis.
Slide 10 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
woordenschat
blz 97
de gastvrijheid
Dat gasten verwelkomd en verzorgd worden.
Door de
gastvrijheid
van Aisha voel ik me altijd meteen op mijn gemak bij haar thuis.
Slide 11 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
woordenschat
blz 97
de huisgenoten
De mensen met wie je in één huis woont.
Het is altijd erg druk bij mij
thuis, want ik heb zeven
huisgenoten
.
Slide 12 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
woordenschat
blz 97
de huisvesting
Een plek om te wonen.
Er worden veel woningen
gebouwd in die stad, zodat
er voldoende
huisvesting
is.
Slide 13 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
woordenschat
blz 97
de inboedel
Alle bezittingen in je huis, zoals tafels, kasten en apparaten.
Toen wij verhuisden, zetten we de hele
inboedel
in de verhuiswagen.
Slide 14 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
woordenschat
blz 97
het interieur
Hoe een gebouw er vanbinnen uitziet: de meubels, de indeling en de kleuren.
Het
interieur
van mijn tantes huis is heel kleurrijk, ze heeft haar muren zelfs geel geverfd.
Slide 15 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
woordenschat
blz 98
de leefomgeving
De buurt of het gebeid
waarin iemand leeft.
De
leefomgeving
van Max is heel groen met veel bomen.
Slide 16 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
woordenschat
blz 98
naar elkaar omzien
Aandacht voor elkaar hebben
en elkaar helpen.
De oude vrouw heeft vaak bezoek van buren, want
naar elkaar omzien
vinden ze belangrijk in haar buurt.
Slide 17 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
woordenschat
blz 98
de thuissituatie
De omstandigheden waarin
iemand woont.
Esther vindt haar
thuissituatie
fijn: ze heeft een goede band met haar ouders en een leuke slaapkamer.
Slide 18 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
woordenschat
blz 98
de traditie
Iets wat mensen al heel lang op dezelfde manier doen, zoals een feest of een gewoonte.
Het is een
traditie
dat we met oud en nieuw oliebollen en appelflappen eten.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
woordenschat
blz 98
de woonvorm
De manier waarop mensen wonen en samenleven, bijvoorbeeld begeleid wonen of als gezin wonen in een rijtjeshuis.
Een begeleid kamerproject is een
woonvorm
waarin jongeren leren om zelfstandig te wonen.
Slide 21 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
opdracht 1
blz 99
Lees de tekst mee, je krijgt er straks vragen over.
Slide 22 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
opdracht 1 - de themawoorden bespreken
blz 99
Wat is het belangrijkste onderwerp van de tekst?
Kun je verschillende woonvormen noemen?
Welke woonvorm wordt er in de tekst genoemd?
Welke huisgenoten heb je?
Slide 23 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
opdracht 1
blz 99
Wat is het verschil tussen huisvesting en leefomgeving?
Wat betekent het als je gastvrij bent?
welke tradities heb je thuis?
Wat is het verschil tussen inboedel en interieur?
Hoe kijk jij om naar anderen?
Slide 24 - Tekstslide
Starttaal VERVOLG deel A - thema 1 woordenschat les 1
maken
opdracht 1b
, blz 100
opdracht 2
, blz 101 & 102
laten zien aan docent
daarna oefenen in
Studiemeter
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3. Via vervolg - thema 1.2 sport - belangrijke woorden deel 2
September 2025
-
22 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 4 wonen Hoofdstuk 1 woordenschat
September 2024
-
21 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Starttaal vooraf thema 3 hoofdstuk 4.
September 2024
-
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 4 wonen Hoofdstuk 2 lezen
September 2024
-
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 1
September 2025
-
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Starttaal Instap Thema 2 taak D -Regels: Mag dat?
September 2024
-
31 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Starttaal vooraf Thema 3 natuur H2 Lezen
September 2024
-
13 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
3. Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
October 2025
-
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3