Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Signaalwoorden
Vandaag
- tekstdoelen
- manieren van inleiden van een tekst
-signaalwoorden
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vandaag
- tekstdoelen
- manieren van inleiden van een tekst
-signaalwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Een schrijver heeft een doel met de tekst die hij schrijft. Noem 3 verschillende doelen die een schrijver kan hebben.
Slide 2 - Open vraag
instrueren
informeren
amuseren
recept
artikel
stripverhaal
gedicht
handleiding
leesboek
bijsluiter medicijnen
Slide 3 - Sleepvraag
Een tekst wordt ingedeeld in 3 delen. Welk van de onderstaande antwoorden hoort niet bij deze indeling?
A
middenstuk
B
inleiding
C
alinea's
D
slot
Slide 4 - Quizvraag
Welke manieren van inleiden weet je nog? Noem er minimaal 3, meer mag ook!
Slide 5 - Open vraag
Welke manieren van afsluiten weet je nog? Noem er minimaal 3, meer mag ook!
Slide 6 - Open vraag
Welke signaalwoorden ken jij?
Slide 7 - Woordweb
Hoe noem je woorden die wijzen op een verband tussen zinnen en alinea's
A
trefwoorden
B
signaalwoorden
C
uitdrukkingen
D
synoniemen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een tekstverband?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
oorzaak-gevolg
Slide 9 - Quizvraag
Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden maar, toch en echter?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie
Slide 10 - Quizvraag
Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden want en omdat?
(Ik ben te laat.....)
A
opsomming
B
conclusie
C
tegenstelling
D
reden
Slide 11 - Quizvraag
Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden daardoor en zodat?
A
oorzaak - gevolg
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling
Slide 12 - Quizvraag
Om welk tekstverband gaat hier?
'Ik kreeg een hapje en een drankje'
A
reden
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
Slide 13 - Quizvraag
In welke zin wijzen de signaalwoorden op een volgorde van tijd?
A
Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
B
Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
C
Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin
D
Ik kom langs, omdat ik daar veel zin in heb
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Signaalwoorden
April 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Signaalwoorden
January 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 3,4
Centraal Examen 3F
October 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Examenvoorbereiding LL - examenvragen beantwoorden 2
February 2025
- Les met
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Oefenen met tekststructuren en verbanden
February 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Centraal examen lezen en luisteren
January 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Centraal Examen Nederlands
September 2022
- Les met
47 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,3
Examenvoorbereiding lezen/luisteren 2F 2023
April 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4