M1: Unité 4: voorbereiding toets

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welke apprendres komen voor in unité 4?

Het werkwoord aller = gaan.
Noteer: Wat betekent: ik ga ?

Bijv naamwoord:
Elle est vraiment ....

1. gentil
2. gentille
3. gentils
4. gentilles

Als het zelfstandignaamwoord pluriel is, is het bijvoeglijknaamwoord ook pluriel

(meervoud = pluriel)

1. Vrai
2. Faux

Bij mannelijke woorden krijgt het bijv naamwoord... :

1. e
2. s
3. niets
4. es

de juiste vorm van het bijv.nw
Wat is NIET correct ?

1. la fille est blond
2. mon frère est gentil
3. les élèves sont drôles
4. la prof est sympa

Bijv naamwoord:
Ce sont des ... piscines!

1. vieille
2. vieilles
3. vieux

Bijv naamwoord:
Ma mère est très ....

1. créatif
2. créative
3. créatifs
4. créatives

Ik begrijp hoe ik het bijvoeglijk naamwoord maak in het Frans

😒🙁😐🙂😃

Ça va?

😒🙁😐🙂😃

Welk cijfer geef je jezelf deze les?

010

ik kan het werkwoord aller vlot vervoegen

😒🙁😐🙂😃

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃

Het bijv. nw:
Om de vorm van het bijv. nw. te kiezen, kijk je naar:

1. Het geslacht van het zelfstandig naamwoord en of het ev of mv is
2. de volgorde van de zin

Wat is het bijv. nw in deze zin:
een grote jongen

1. een
2. grote
3. jongen

In het meervoud [ mannelijk ] krijgt het bijv. nw :

1. e
2. es
3. niets
4. s

een bijv.nw. zegt iets over........

1. een zelfst.nw werkwoord
2. een zelfst.nw eigennaam
3. een zelfst.nw. onderwerp

Wat is een bijv. nw?

1. Petit, petite
2. Grand, grande
3. Maison, maisons
4. deux, trois

Als het zelfstandignaamwoord vrouwelijk is, is het bijvoeglijknaamwoord ook vrouwelijk

(vrouwelijk = féminin)

1. Vrai
2. Faux

Bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden krijgt het bijv. nw :

1. s
2. niets
3. e
4. es

de juiste vorm van het bijv.nw
Wat is NIET correct ?

1. la nouvelle auto
2. le nouveau tracteur
3. la fille amoureux
4. le vieux sac à dos

Bij mannelijke woorden enkelvoud krijgt het bijv naamwoord... :

1. e
2. s
3. niets
4. es

Wat is het bijv. nw. in:
Mijn vriend heeft blond haar.

1. mijn
2. vriend
3. blond
4. haar

de juiste vorm van het bijv.nw
Wat is NIET correct ?

1. la petite soeur
2. le petit frère
3. le grande frère
4. la grande soeur

In het meervoud [ vrouwelijk ] krijgt het bijv.nw :

1. s
2. e
3. es
4. ée